De universiteit Leiden beheert een fantastische collectie foto’s. Die is op verzoek te zien, maar het is vaak interessanter om ze in een goede samenhang in een openbare ruimte te presenteren. Fotomuseum Den Haag en Museum Het Rembrandthuis in Amsterdam tonen twee specifieke keuzen uit de collectie.
In het Fotomuseum hangen – tot en met aanstaande zondag – een paar honderd afdrukken die de veelzijdigheid van de Leidse collectie demonstreren. De verzameling moest in eerste instantie een representatie zijn van de ontwikkelingen van het medium, zowel technisch als inhoudelijk. De expositie in Den Haag bestaat uit portretten, straatfotografie, etnografische en technische opnamen en landschappen. De verschillende reeksen kwamen associatief tot stand en kunnen zowel inhoudelijk als compositorisch op elkaar rijmen, soms zelfs allebei tegelijk.
In de catalogus zijn maximaal twee beelden te schakelen, waardoor er minder ruimte is voor het soms weergaloze spel van associaties dat deze tentoonstelling zo avontuurlijk maakt. De Leidse collectie bestaat uit een groot aantal deelverzamelingen die sinds 1953 door Hans van de Waal, professor kunstgeschiedenis en later Ingeborg Leijerzapf zijn samengebracht. Kort na het overlijden van Van de Waal in 1972 werd Leijerzapf als curator van de collectie aangesteld. Zij richtte zich vooral op het verwerven van werk van professionele hedendaagse Nederlandse fotografen en het beschrijven van de nog steeds groeiende collectie. In 2007 werd ze opgevolgd door Maartje van den Heuvel, die medesamensteller is van beide exposities.
Inmiddels telt de verzameling van de Leidse universiteit meer dan 110.000 foto’s, negatieven en voorwerpen die anderszins met fotografie van doen hebben. In elke presentatie, in een tentoonstelling of een boek, zien we dus slechts een heel klein deel van de collectie. Bij de opening van het Haagse Fotomuseum in 2002 zijn er op directie- en rectorniveau afspraken gemaakt over het vaker naar buiten brengen van de in Leiden bewaarde fotografische schatten. In 2003 exposeerde ‘Den Haag’ een retrospectief met de foto’s van de onvolprezen Emmy Andriesse. Voor zijn tachtigste verjaardag, in 2004, gaf het museum Gerard Fieret een overzicht van zijn fotowerk cadeau. ‘Leiden’ verzamelde door de jaren ruim 3700 afdrukken van dit weerbarstig genie. Twee jaar later maakte Wim van Sinderen een tentoonstelling met het Nederlandse werk van de fotograaf Erwin Blumenfeld.
Onder de voor mij raadselachtige titel In atmosferisch licht presenteert het Rembrandthuis een honderdtal foto’s uit Leiden. Het zijn werken van fotografen die het picturalisme aanhingen. De beoefenaars van dit genre, zowel amateurs als professionals, trachtten erkenning voor de fotografie als kunstvorm te verwerven door hun beelden er zo veel mogelijk als schilderijen uit te laten zien. Ze probeerden dit te bereiken door gebruik te maken van bewerkelijke ‘edele procedés’ waarmee ze thema’s als tijdloze landschappen en ‘karakterschetsen’ verbeeldden.
Het resulteerde in vaak mistige beelden die bij mij vooral benauwdheid oproepen en eigenlijk de essentie van het medium, de directe band met de realiteit, ontkennen. Blijkbaar was de behoefte aan erkenning voor het vak toentertijd zo groot dat men allerlei kunstgrepen ging toepassen. De tentoonstelling in het Rembrandthuis is mij te educatief, streng als een ouderwetse bovenmeester in driedelig kostuum. En zoals een zondags pak op het juiste moment fraai en feestelijk kan zijn, schept het in een andere omgeving eerder afstand. Opmerkelijk is dat schilders als Witsen en Breitner rond 1900 prachtige foto’s maakten die in deze context ‘instrumenteel’ of ‘straight’ worden genoemd. In Den Haag hangen een levendig snapshot van Breitner en het portret van Witsen’s zoontjes dat een stevige dialoog aangaat met de beroemde tweeling van Diana Arbus.
Fotografie! Een Bijzondere Collectie van de Universiteit Leiden
Tot en met 18 april te zien in Fotomuseum Den Haag, Stadhouderslaan 43, aldaar
In afmosferisch licht. Picturalisme in de Nederlandse fotografie 1890-1925
Tot en met 27 juni in Museum Het Rembrandthuis, Jodenbreestraat 4 in Amsterdam
Bij beide tentoonstellingen is een boek uitgebracht:
In afmosferisch licht. Picturalisme in de Nederlandse fotografie 1890-1925
Onder redactie van Maartje van den Heuvel
gebonden, 156 pagina’s, 21 bij 22 cm, 70 foto’s in zwart-wit en kleur, uitgeverij Waanders, 27,95 euro
Photography! A Special Collection at Leiden University
samenstelling en teksten: Maartje van den Heuvel en Wim van Sinderen, research: Joke Pronk
gebonden, 246 pagina’s, 30 bij 25 cm, ongeveer 150 foto’s in zwart-wit en kleur, uitgave Universiteit van Leiden en Fotomuseum Den Haag, 49,50 euro
Photography! vormt door de inleiding, het interview met Ingeborg Leyerzapf en informatie over de geschiedenis en samenstelling van de Leidse collectie een logisch gevolg op Het Fotografisch Museum van Auguste Grégoire uit 1989, het eerste boek over de collectie van de Universiteit Leiden