Het is een bijna alledaags tafereel. Professioneel fotograaf maakt foto’s voor een website. De foto’s worden vervolgens zonder toestemming en zonder naamsvermelding overgenomen op een andere website. Na een sommatie worden de foto’s verwijderd, maar de gevraagde schadevergoeding wordt niet betaald.
In de zaak die ik hierna bespreek lukt het de fotograaf in eerste instantie niet om zijn gelijk te halen; hij gaat – terecht – in hoger beroep. Over de inbreuk wordt niet getwist. Daar wordt er een verweer gevoerd over de verwijtbaarheid van de gepleegde inbreuk. Degene die de foto overnam, stelt dat duidelijk kenbaar had moeten worden gemaakt dat de desbetreffende foto’s auteursrechtelijke bescherming genoten door deze van een soort ‘watermerk’ te voorzien of anderszins maatregelen te treffen ter voorkoming van het kopiëren van zijn foto’s van internet. Het Hof Amsterdam verwerpt deze verweren, en komt met een voor fotografen zeer gunstig juridisch oordeel.
Eerst oordeelt het Hof dat voor inbreuk op auteursrechten geen opzet of kwade trouw is vereist. Dan oordeelt het Hof dat de Auteurswet geen vormvereisten stelt voor het ontstaan of de handhaving van auteursrechten, zoals naamsvermelding. Sterker nog, degene die foto’s overneemt heeft een onderzoeksplicht. Van een professionele ondernemer mag volgens het Hof verwacht worden ‘dat hij zich ervan had vergewist of de onderhavige foto’s auteursrechtelijk beschermd zijn en wie de maker is van de desbetreffende foto’s alvorens tot openbaarmaking over te gaan.’ Aan die onderzoeksplicht is in deze zaak niet voldaan. Er is geen contact opgenomen met de rechthebbende. Dus is volgens het Hof bewust het risico van auteursrechtinbreuk genomen. Degene die de foto overneemt heeft verwijtbaar gehandeld en wordt veroordeeld de door de fotograaf gevorderde schadevergoeding van € 5.000,– te betalen. Dat de foto’s direct zijn verwijderd doet hieraan niet af.
In eerdere columns signaleerde ik al dat de juridische positie van de fotograaf (op internet) in de rechtspraak steeds steviger wordt verankerd. De fotograaf kan met deze nieuwe uitspraak wederom een wapen aan zijn arsenaal toevoegen. Hij is enerzijds zelf niet verplicht tot watermerken of naamsvermelding of andere maatregelen ten aanzien van zijn foto’s. Anderzijds kan de fotograaf zich voor wat betreft de verwijtbaarheid van de beweerdelijk (bedrijfsmatige) inbreukmaker op het standpunt stellen dat diegene moet onderzoeken of er rechten zijn op de foto’s én wie de maker is.
Arrest gerechtshof Amsterdam: http://www.iept.nl/files/2012/IEPT20120717_Hof_Amsterdam_Handen.pdf
—
Joost Becker is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem (afdeling IE-IT, e-mail: becker@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 77).
Eerder in PhotoQ Nieuws: Fotograaf krijgt 5000 euro na ongevraagd gebruik foto’s