‘Een museale impressie van Henry’s werkkamer’ noemt beeldend kunstenaar Mariken Wessels (1963, Vlaardingen) de eerste ruimte van haar presentatie in het FotoMuseum in Antwerpen. In 2015 bracht ze bij APE ‘Taking Off. Henry My Neigbor‘ uit, een publicatie waarin ze losjes de inhoud van een wel heel opmerkelijk archief ontvouwt. En nu is er dus een tentoonstelling. Met een heleboel borsten. En een heleboel vragen.
Op een zwart gordijn in het deurgat staat ‘In dedication to Martha. For her courage’. Ben je er doorheen – dat gaat alleen door beide armen in een dramatisch gebaar te spreiden – sta je tussen 5.500 paar borsten. Bevindt zich tegelijktijdig met jou ook een groep scholieren in de leeftijd van vijftien jaar in diezelfde ruimte van bescheiden afmetingen, hoor je wellicht, behalve gesnuif en gegiechel, de volgende reacties: ‘Maar ze is helemaal niet zo knap.’ ‘Waarom zou je je zo laten fotograferen?’ ‘Ik zou echt niet zo in een museum willen hangen.’ ‘Waarom houdt ze haar borsten vast?’ Hoewel dit de generatie is van photoshop-gladde huid, getrimd schaamhaar, en, sinds Kim Kardashian, opgevulde billen, zijn die vragen niet eens zo onterecht. Waarom dat is komt zo; eerst nog even over woorden.
Hoewel er gemakkelijk naast te kijken is – de meeste museumbezoekers lezen niet of slecht – spreekt er uit de titel en die tekst op het gordijn een interessante tegenstelling. Want gaat het nu over Henry, die nergens te zien is, of gaat het over Martha, het lijdzame onderwerp van die vier muren vol standaard afdrukjes? Ook in een disfunctioneel huwelijk hebben echtelieden elkaar nodig, in voor- en tegenspoed.
xxgood
Na ruim twintig jaar huwelijk besluit Henry zijn amateurlens op zijn vrouw Martha te richten. Met een overgave alsof hij iets had in te halen. In een tijdsspanne van ongeveer tweeëneenhalf jaar maakt hij meer dan 5.500 opnames van haar tijdens wat wekelijkse poseersessies geweest moeten zijn. Wessels kreeg een doos vol afdrukken, negatieven, collages, beeldjes en correspondentie in handen en verwierf er de rechten over. Ze reconstrueerde de laatste huwelijkse jaren onder meer middels gesprekken en materiaal van bekenden van het echtpaar.
Op ooghoogte hangen de meest opmerkelijke foto’s, want wanneer elke volgende foto minimaal verschilt van de vorige, loont het om de details te bestuderen. Dan ontdek je een reeks foto’s waarin Martha verleidelijk op het puntje van haar tong bijt terwijl ze haar borsten ondersteunt en er een licht generende glimlach over haar gezicht speelt – denk een jonge Marilyn Monroe op het strand. Hier wordt plezier gemaakt. Verderop, later in de tijd ook, één foto waarop niet Martha maar de poedel het onderwerp is. Gewikkeld in een gehaakte lap kijkt het dier mistroostig de kamer in.
Het is onmogelijk om door de obsessieve vorm van Henry’s hobby heen te kijken. Het is dan ook verleidelijk om te denken in termen van voyeurisme, perversiteit, masochisme, onderdrukking. Dat Martha op tachtig procent van de foto’s ongelukkig, gegeneerd of op zijn minst ongeïnteresseerd of zelfs afwezig kijkt, sterkt de overtuiging dat het niet vrijwillig gebeurde.
Maar als je na bijna vijfentwintig jaar huwelijk niet meer weet hoe en wat, dan vraag je je echtgenoot misschien wel je erotisch te fotograferen. En hij doet dan dan, maar zet wat intiem moet zijn naar zijn hand door de fanatieke amateur in zich naar boven te laten komen en voor elke gemaakte foto houding (squeeze, xxgood, kneeling) en technische details te noteren. En dat zij denkt ‘ja, zo komen we nog niet nader tot elkaar, beter hadden we een massagecursus gedaan’. En dat zij na de ontdekking dat haar beeltenis alle muren van de werkkamer van haar echtgenoot siert eindelijk voldoende moed bijeen heeft geraapt om er de brui aan te geven, maar niet voordat ze alle afdrukken uit het raam smijt. Wie weet, is het wel zo gegaan. Of nog anders. Zouden die scholieren zo’n antwoord op de waarom-vraag accepteren?
Martha, Ann en Elisabeth
Voorbij de benauwende eerste ruimte biedt de tentoonstelling een foto van de oorspronkelijke werkkamer, Hans Bellmer-achtige collages gemaakt na het vertrek van Martha en zelfs een serie sculptuurtjes op basis van die collages gefotografeerd tegen een onschuldig poederblauwe achtergrond. Ook te zien: een foto van het moment waarop Martha de foto’s uit het raam kiepert. En dat is vreemd. Zou ze de buur uit de titel hebben gewaarschuwd? Heeft Wessels die foto zelf gemaakt om het verhaal aan te vullen?
Het is in dat prikkelende schemergebied tussen feit en fictie, een omstandigheid waar voormalig actrice Wessels zich zo goed lijkt thuis te voelen. Ze beschouwt het verhaal van Martha en Henry als deel drie van een ‘open trilogie’ met ‘Queen Ann. P.S. Belly Cut Off’ en ‘Elisabeth – I Want To Eat’. Ook daar draait het om ‘personages’ die vastzitten, ook daarin het lichaam en de poging los te breken of iets te bewerkstelligen als onderwerp. Zelfs de vorm vertoont overeenkomsten. Het is bijna te mooi om waar te zijn. Alsof Martha, Ann en Elisabeth enkel dienen ter illustratie van gemankeerde verhoudingen tussen mensen, eenzaamheid, erotiek, schaamte, gekte, een laatste redmiddel, de oorsprong van compulsieve obsessies.
Hoewel Wessels op basis van historisch onderzoek de geschiedenis heeft geïnterpreteerd, laat ze veel in het midden. Anekdotische vragen over het echtpaar ontwijkt ze methodisch. Artistieke vrijheid heet dat, of een slimme manier om een rauwe waarheid beter verteerbaar te maken. Irritant en prikkelend tegelijk – gevoelens die passen bij documentair aandoend werk waarvan het waarheidsgehalte ter discussie staat – zodra het woord ‘archief’ valt is het al goed en willen we graag geloven in de historische betrouwbaarheid van een bron – en dat het universum van de kunst wordt binnengebracht. Spannend om los te laten en toe te staan iets niet te weten, voorbij tieten en schaamhaar te kijken en andere vragen te stellen.
Best goeie tieten, trouwens.
—-
Taking Off. Henry My Neigbor – Mariken Wessels
4 maart – 5 juni 2016
FotoMuseum Antwerpen
Waalsekaai 47, Antwerpen (BE)
‘Taking off. Henry My Neighbor’ zit in de selecte van Best Verzorgde Boeken
Het boek is te koop in de PhotoQ Bookshop