Instructie

Acht jaar nadat het dameszwemmen op de Olympische Spelen door de heren werd toegestaan – dat wil zeggen: alléén hun vrije slag op de 100 en 400 meter – staan er 15 dames van zwemclub Washington Y.W.C.A. op de rand van het perron in een New Yorkse zwemzaal klaar…

Het lijkt erop dat de sportfotograaf zelf ook een nat pak haalt. Want staat hij nu met zijn keukentrap op de bodem van het diepe bassin? Het is de dames verboden om in zijn lens te kijken – en natuurlijk is er altijd wel ééntje die dat toch doet. Deze zwemster in kwestie oogt dan ook niet als de beste van de ploeg… Daarvoor zouden we eerder inzetten op de vierde mevrouw van links, achterste rij.

De badjuffrouw met de degelijke veterschoenen die – gehuld in mantelpak met stropdas – bij het trappetje in bevroren toestand af staat te tellen, dat is Gertrude Ederle. Natuurlijk is het echte wachten op de klik van de camera… Alleen: dan is het te laat. Want zodra de ontspanner wordt ingedrukt is de foto immers al genomen en staan de meisjes nog steeds op de kant. Geen voor eeuwig vastgelegde plons of slechts natte spatten op Gertrudes zijden kousen. Jammer van de foto.

Toch verbergt deze foto een verrassing: want de streng geüniformeerde Ederle won te water goud en brons op de Parijse Olympische spelen (1924). En twee jaar later zwom ze als eerste dame het Kanaal over. Niemand die haar in deze opmars kon stoppen. Dik in het vet gezet, met overal slierten zeewier en met honger als een paard klom ze in Engeland de golven weer uit. Daarna afdrogen, mantelpak aan, veters strikken en een kam door het haar. En o ja, de stropdas weer strikken. Dat is Ederle.

schoenendoos0
Schrijfster en beeldend kunstenaar Margit Willems deelt foto’s met ons uit haar verzameling en die van anderen. Meer fotokeuzes van Willems zijn te vinden op de Facebook-pagina K Wispelaer Zetkrant.