Fotografe Parisa Damandan heeft een bijzondere passie. Zij verzamelt en conserveert negatieven van portretten uit de eerste helft van de vorige eeuw. Het Amsterdams fotomuseum Foam maakte samen met haar een ruime selectie met als resultaat de tentoonstelling Portrait Photographs from Isfahan 1920-1950.
Vanaf de jaren twintig werd Iran (Perzië) geregeerd door de westers-georiënteerde sjah Reza Khan. De Islamitische wetgeving werd vervangen door een burgerlijke wet en allerlei uitingen van het geloof werden hardhandig onderdrukt. De modernisering bracht welvaart in de steden. De plattelandbevolking leed echter onder het grootgrondbezit en deelde niet mee in de ontwikkelingen. Daar kwam ook weinig verandering in onder de regeerperiode van sjah Mohammed Reza Pahlavi, die in 1941 zijn vader opvolgde.
Het land wordt sinds de Islamitische revolutie van 1979 geregeerd door conservatieve moslims. Ayatollah Khomeini schreef als hoogste geestelijke de wet voor. Vrouwen moesten weer gesluierd door de straten en het beeld van een westers Iran diende te verdwijnen. Dit leidde onder andere tot de vernietiging van fotostudio’s, waarbij afdrukken en negatieven van voor 1979 vaak werden verbrand.
Parisa Damandan (Isfahan 1967) studeerde fotografie aan de universiteit van Teharan. Zij legde zich toe op de ontwikkeling van de portretfotografie in Iran en begon (glas-)negatieven uit de oude studio’s in Isfahan te verzamelen. Inmiddels heeft zij ruim 20.000 negatieven bijeengebracht die door de beeldenstormers over het hoofd zijn gezien.
De geëxposeerde portretten van individuen, families en groepen collega’s of vrienden hebben weinig overeenkomsten met ons huidige beeld van Iran. Mannen in westerse pakken spelen een scene van een toneelstuk na. Ongesluierde vrouwen poseren als Hollywood-sterren. Er zijn zelfs afdrukken van vrouwen die volgens het bijschrift het vak van prostituée uitoefenen.
In een hoek van de tweede zaal vinden we een vijftal afdrukken van een opmerkelijk fenomeen: Poolse vluchtelingen in Isfahan. Tijdens de Tweede Wereldoorlog ontvluchtten zij in 1942 het bewind van Stalin, dat hen voor de Duitse aanval gevangen zette. Isfahan stond onder de vluchtelingen bekend als
‘de stad van de Poolse kinderen’.
De tentoonstelling bestaat uit tientallen contactafdrukken van soms forse glasnegatieven. Op de gang hangen drie vergrotingen van Armeense vluchtelingen. De keuze om juist die drie beelden te vergroten lijkt eerder historisch dan fotografisch gemotiveerd.
Over het geheel gezien biedt Portrait Photographs from Isfahan 1920-1950 een indringend beeld van een minder bekende periode in de geschiedenis van Iran. Er zijn prachtige beelden in deze expositie opgenomen: voor een immens tapijt staat een kleine jongen, aan de linkerzijde van het beeld trekt een anonieme hand het tapijt recht.
Han Schoonhoven
Portrait Photographs from Isfahan 1920-1950
tot en met 29 oktober 2006
in Foam, Keizersgracht 609, Amsterdam
Deze tentoonstelling is georganiseerd in samenwerking met het Prins Claus Fonds dat dit jaar haar tienjarig jubileum viert. Dit fonds beschouwt cultuur als een menselijke basisbehoefte en ondersteund jaarlijks tientallen projecten in minder gefortuneerde regio’s.