Jury kiest met Joost van den Broek voor klassieke stroming

De jury van de Fotojournalist van het Jaar 2006 heeft met het lauweren van Joost van den Broek naar eigen zeggen gekozen voor de klassieke stroming in de fotojournalistiek, ‘zich beseffend dat deze voorkeur volgend jaar weer anders kan uitvallen,’ aldus het juryrapport.

Het rapport opent: ‘De jury van de Fotojournalist van het Jaar constateert tot haar genoegen dat het niveau van de inzendingen van het jaar 2006 zeer hoog is. Veel fotografen van naam hadden werk ingezonden.
Globaal kon zij twee groepen onderscheiden, een vrij grote groep van zeer getalenteerde fotografen, die de technische perfectie heeft bereikt, schitterend werk aflevert en het resultaat af en toe met wat ,,photoshoppen” versterkt. Het kleurgebruik van deze groep is vaak verrassend, maar ook uitbundig.
De andere groep blijft wat klassieker fotograferen, steunt meer op natuurlijk licht en een rustiger gebruik van kleur.’

Is men tegen photoshoppen?
Het rapport vervolgt: ‘De jury heeft dit jaar een voorkeur uitgesproken voor de klassieke stroming, zich beseffend dat deze voorkeur volgend jaar weer anders kan uitvallen. Zij is geen tegenstandster van technische perfectie, overigens wel van al te opzichtig shoppen, maar miste vaak de menselijke maat bij de technische perfectionisten. De foto’s van deze groep stralen geregeld een sfeer van koele, emotieloze, bovenmenselijke volmaaktheid uit.’

Over de winnaar schrijft de jury: ‘De Fotojournalist van het jaar 2006, Joost van den Broek, is wellicht de klassiekste onder de klassieken, die dit jaar ingezonden hebben. Hij is van huis uit een echte zwartwitfotograaf, sociaal bewogen, gezien zijn aanhoudende fotografische belangstelling voor de immigranten in de Nederlandse samenleving.
De jury constateert met genoegen dat Van den Broek, die bij vorige jury’s steevast hoog eindigde, zich verbreed heeft. Zijn werk is zeer divers en van een consistent niveau. Hij is een allrounder geworden, die ook de humor in zijn werk toelaat. Alleen aan sportonderwerpen waagt hij zich blijkbaar nog niet. De jury vindt het bevredigend een gunstige ontwikkeling bij een fotograaf te mogen constateren en vooral die te kunnen bekronen met een prijs. Joost van den Broek wint de Prijs van 2006 echter vooral omdat de onderwerpen die hij fotografeert laat gebeuren. Nooit geeft hij de kijker het gevoel te regisseren, de sfeer naar zijn hand te zetten, het beeld te dwingen. Van den Broek is de volmaakte toeschouwer, die let op verrassingen, grappige situaties, contrasten, menselijke relaties. Zijn foto van een gekwelde Wouter Bos en een teleurgestelde kiezer is inmiddels al vele malen afgedrukt.’

De jury wordt gevormd door Peter van Dijk (onder meer voormalig hoofdredacteur van het AD), Peter Dejong (AP-fotograaf), Bert van den Hoed (eindredacteur UN), Eddie Marsman (publicist voor onder meer NRC Handelsblad, en Edie Peters (PhotoQ).

• Bekijk de winnende serie van Joost van den Broek

Download het juryrapport


PhotoQ zet graag een discussie op over het verschil in aanpak tussen de ’technische perfectionisten’ en de ‘klassieke stroming’. Ben je het met de jury eens? Of zitten ze ernaast? Mail PhotoQ, dan publiceren we zo snel mogelijk jouw mening.


REACTIES:

Volgens mij is er weinig discussie. Ik vind wel, even over de Zilveren Camera, dat de zwarte paarden gediscrimineerd worden als de jury zegt dat het witte paard staat voor “hoop”. Dit moeten we dan maar niet al te beeldend zien.

Marcel van den Bergh

In tegenstelling tot mijn collega Marcel van den Bergh, vind ik het juist een heel interessant punt, de door de jury geconstateerde tweedeling in de fotojournalistiek.
Essentieel voor de ontwikkeling van het vak en bijvoorbeeld hoe de jonge generatie wordt opgeleid of met beelden wordt beïnvloed:
Te veel “fotojournalisten” zijn nu al ver afgedwaald van het fotojournalistieke vak, denken bijvoorbeeld vooral commercieel en doen regelmatig de waarheid geweld aan.
Hetzij op lokatie hetzij achteraf dmv Photoshop.
Dat nog even los van de taak van een (foto-)journalist om ontwikkelingen in de samenleving goed te volgen, in beeld te brengen en eventueel te becommentarieren of bekritiseren.
Hoever kunnen en mogen we afwijken van de basisbeginselen van de échte fotojournalistiek?
Of blijven we het vak trouw, zoals fotografen als Werry Crone, Martijn Beekman, Guus Dubbelman, ondergetekende en gelukkig zijn er nog wel een paar te noemen…
groeten;
Joost van den Broek

Natuurlijk is deze discussie interessant, Joost. Dat eerste zinnetje sloeg alleen maar op het feit dat er niemand reageerde.

Marcel van den Bergh

Wel shoppen, niet shoppen, wat maakt het allemaal uit. Dat gaat voornamelijk over de materiële kant van een foto (compositie, kleurgebruik en andere voornamelijk uit de ratio voortvloeiende beoordelingen) en niet over de inhoud, ofwel de geestelijke kant van een foto. Deze maatschappij en zeker ook de wereld van de media, is vooral bezig op het vlak van ratio/denken… veeeeel minder met gevoel bezig.

Belangrijk is de zinsnede: “maar miste vaak de menselijke maat bij de technische
perfectionisten”.

Voor mij is een foto louter een middel, een poging, een wijze, een voertuig om mijn gevoel te communiceren.
Wat voelt die mens voor mijn lens?
Wat voelt de beschouwer bij de afgebeelde medemens.
Ik bied de beschouwer mijn gevoel omtrent de afgebeelde aan en ben dankbaar als het door mij “gevoelde” aankomt ( hervoelt wordt ) door de beschouwer/lezer van de
krant/tijdschrift.
Mijn enige rol is die van doorgeefluik.

Welk canvas, merk verf/penseel of techniek ik daarvoor gebruik is van geen waarde.
DAT er toch een hele rits vakmensen in die marge opereert en tijd verkwanselt aan die flauwekul is verontrustend en aan de orde van de dag.

Het bemoeilijkt het overbrengen van gevoel, domweg omdat die “vak”mensen helemaal niet bezig (lijken) te zijn met de inhoud van een beeld. Ze bekommeren zich meer om de vormgeving. Het “vak”.
Laten de kranten- en bladenmakers vooral zich gaan bezighouden met de geestelijke kant van het beeld en de materiële kant, ach wat zou het…….. Dat klopt met de huidige
stand der techniek toch bij velen wel.

Dat ook door de jury van de Zilveren Camera beelden met “de KOP” worden beoordeeld bewijst voor mij de zin: “Het witte paard als symbool van hoop”.
Dat is een predikaat, een verzinsel, van die jury, welke los staat van de foto. “Op
Rembranteske wijze verlicht”, wat een onzin zeg… Alsof Laurens dobberend in dat bootje ook nog ff de zon in zijn rembranteske stand heeft weten te draaien.
Kopwerk mensen, kopwerk, maar waar blijft de aandacht voor stille wateren met DIEPE gronden als zoveel energie opgaat aan de technisch perfecte schreeuwerds? Het “kijk MIJ nou toch eens”-type.

Ach, het zal NU wel beter verkopen, maar NU lopen ook de lezers weg.
En daar denkt menigeen binnen de media vast wel DIEP over na…..

Tussen Twee Stromen / Peter van den Oetelaar