Am Strand des Wannsees tekent een achtjarige lijnen in het zand. Het wordt een meneer met een huis aan zijn hoofd vast. En onder zijn neus zit een plukje snorrebaard.
Terwijl de tekenaar aan de knopen op de buik van het pak werkt, schuifelt hij langs het meer over een beladen stuk oever. De neuzen van zijn schoenen raken de opgedroogde strandkoek, verstuiven de plakken tot ineenstortend zand. De wind voert die korrels mee richting de villa, Villa Marlier.
Het weggewaaide zand waait – op een steenworp afstand – tegen Villa Marlier aan. Maar sinds 1942 is de villa wel gewend aan schurend zand langs haar fundamenten: gastvrij ontving zij dat jaar vijftien nazi-kopstukken uit Hitlers stal voor de Wannsee-conferentie, een dagenlange vergadering met als doel: te komen tot Die Endlösung der Judenfrage. De gevolgen van deze besprekingen waren, zoals bekend, afgrijselijk.
Tien jaar later kijkt een amateurfotograaf op het strand van de Wannsee door zijn zoeker en knipt af. Maar met het nemen van deze onschuldige foto wordt er aan andere fundamenten geknaagd: die van de fotografie. Nooit meer zal een fotograaf een ventje aan de oever van de Wannsee kunnen vastleggen – terwijl het argeloze kereltje zo’n snorretje en zo’n haarlok tekent – zonder een gruwelijke associatie zichtbaar te maken.
Schrijfster en beeldend kunstenaar Margit Willems deelt foto’s met ons uit haar verzameling en die van anderen. Meer fotokeuzes van Willems zijn te vinden op de Facebook-pagina K Wispelaer Zetkrant.