Kennisclips stimuleren gebruik beeld als wetenschappeljke bron

Cultureel antropoloog John Kleinen en drie studenten gaan het komende jaar aan de slag met het maken van kennisclips over het gebruik van beeld als wetenschappelijke bron. Zij ontvingen daarvoor een tender- en een grassroot-subsidie uit het ICTO-fonds. De clips kunnen worden gebruikt door antropologen, sociologen, politicologen en sociaal geografen.
John Kleinen is blij met de subsidiegelden. ‘Beeld is in de academische wereld, ondanks de inmiddels redelijk lange geschiedenis van de visuele antropologie, jarenlang gewantrouwd. En nog steeds zeggen veel wetenschappers, die vaak alleen met tekst zijn ‘opgevoed’, dat beeld niet betrouwbaar zou zijn als wetenschappelijke bron. Ik bestrijd dat. Foto’s of bewegende beelden vertellen hun eigen verhaal, ze triggeren zaken die je niet in woorden kunt uitdrukken. Ze vertellen het verhaal niet voor de volle 100 procent, maar dat doen woorden ook niet. Wie de juiste methoden en technieken toepast, kan een foto of filmscene lezen als een tekst.’

Van documentaire tot Bollywood-film
Het aanleren van die vaardigheid is het hoofddoel van het project Camera Lucida, waarvoor Kleinen en zijn studenten (Michel van der Kolk, Ruben Sibon en Ella Oosterwijk) de subsidies hebben ontvangen. Nog dit jaar maken zij een aantal kennisclips, waarin aan wetenschappers wordt uitgelegd hoe zij beeld kunnen ‘lezen’ en interpreteren. Het kan hierbij om (historische) foto’s gaan, maar ook om bewegend beeld, om feitelijk documentaire-materiaal én om fictie. ‘Films uit China, Bollywood-films uit India: ook al is het fictie, ze zeggen bepaalde dingen over een land en zijn bevolking. In de kennisclips proberen we uit te leggen hoe je beeld kunt gebruiken als wetenschappelijke informatiebron.’


Eigen portal
Daarnaast wil Kleinen graag een portal in het leven roepen, waarop de clips te zien zijn en waar wetenschappers hun ervaringen kunnen delen. Ook wil de antropoloog graag een archief ontsluiten waarop films te bekijken zijn die bijvoorbeeld via het BeeldvoorBeeld Festival of bij het Asian Cinema Centre zijn aangekocht. ‘Daarbij moeten we nog wel wat hobbels nemen; we hebben immers te maken met auteursrechtelijke bepalingen én we moeten veel videobanden digitaliseren. Het zou mooi zijn als we een digitaal toegankelijk archief kunnen aanleggen, maar dat is niet het hoofddoel. In eerste instantie focussen we ons op de kennisclips en de website portal.’

Hoeveel clips er worden gemaakt, hangt sterk samen met de gebruikte technieken. ‘We hebben een aardig budget, maar film is duur. We proberen de films daarom gemakkelijk toegankelijk te maken, zonder dat ze veel kosten.’

Bron: website Universiteit van Amsterdam