Koos Breukel toont eigen en andermans werk

In de tentoonstelling ‘Onder Fotografen’ presenteert Breukel vanaf 23 juni in Fotomuseum Den Haag een selectie van circa 55 portretten van fotografen in combinatie met één werk uit het oeuvre van de betreffende fotografen. Het geheel levert een prachtig beeld op van Breukels wereld ‘onder fotografen’, aldus het persbericht. Met werk over én van onder anderen Richard Avedon, Paul Blanca, Rineke Dijkstra, Ed van der Elsken, Gerard Fieret, Robert Frank, Inez van Lamsweerde, Hellen van Meene, Daido Moriyama en de Starn Twins.
Het persbericht vervolgt:
Onder fotografen is een uitzonderlijk tentoonstellingsconcept voor het Fotomuseum Den Haag. Breukel is namelijk opgetreden als de curator van zowel zijn eigen werk als dat van collega-fotografen. Op de tentoonstelling is een selectie van 55 portretten te zien, die Breukel van bevriende of verwante fotografen maakte. Hij fotografeerde hen in zijn studio of op locatie. Een aantal portretten werd speciaal in het Fotomuseum Den Haag gemaakt. Van al deze fotografen heeft Breukel één werk uitgekozen, dat hem inspireert of wat hij gewoonweg mooi vindt. Deze variëren van een getergd zelfportret van de Haagse kunstenaar Gerard Fieret tot een romantisch Hollands landschap in kleur door Han Singels.
Kenmerkend voor de portretten die Breukel van zijn collega’s maakte, is de klassieke eenvoud die zij uitstralen. De kracht van de intense zwart-wit foto’s ligt vooral in het subtiele lichtgebruik en de gedetailleerde wijze waarop de mensen zijn vastgelegd. Breukel maakt gebruik van een grootformaat camera en concentreert zich op het gezicht en het bovenlichaam, meestal geplaatst tegen een egaal zwarte achtergrond. Het gebruik van deze klassieke camera vergt geduld en Breukel gebruikt deze tijd om het beeld te zoeken dat beantwoord aan zijn intuïtieve indruk van een persoon. Volgens Breukel moeten de mensen zichzelf kunnen zijn voor de camera, geen pose aannemen.
De fotografie van Breukel gaat altijd over de mens. In zijn vroegere werk voor bladen als Elsevier en Quote, maakte hij portretten van muzikanten, managers en ministers. Hij wilde geen conventionele foto’s maken van mannen in pak, dus prikkelde hij hen met confronterend gedrag. Vanaf de tweede helft van de jaren ’90 kiest Breukel vaak voor de weergave van ingrijpende gebeurtenissen in mensenlevens. Hij werd bekend met een serie foto’s van overlevenden van de Faro-vliegramp en met een reportage die hij wijdde aan de bevriende, aan aids lijdende acteur Michael Matthews (1958-1996). Met behulp van indringende zwart-wit close-ups slaagde Breukel erin om de schoonheid in het ziekteproces van Matthews te belichten.
In de tentoonstelling Onder fotografen zijn de thema’s ziekte en dood zeker aanwezig, maar deze worden afgewisseld door luchtiger zaken zoals talrijke portretten van kinderen en dieren. De verzameling foto’s van Breukels eigen hand en dat van collega-fotografen schept een prachtig persoonlijk document van zijn wereld ‘onder fotografen’.