Meteen op de cover van Nederland de 1000 beste foto’s staan een paar kreten die – op zijn zachtst gezegd – vragen oproepen. Op basis van welke criteria bijvoorbeeld zijn die duizend foto’s gemaakt? En kun je wel spreken van de beste foto’s uit heel Nederland, als je uit het archief van slechts één museum hebt geput? Past bij een boek van bescheiden formaat niet ook een iets bescheidener houding?
De omslag van het boek is desalniettemin veelbelovend: het fantastische beeld dat Ed van der Elsken wist te maken van een ongezien gewaand vrijend paar in de Edamse polder. Ten minste, hij maakte de foto vanaf de hooizolder van zijn eigen boerderij, het zijn vrienden van de fotograaf. Maar dat doet niets af aan het samenzweerderige gevoel dat het brommertje oproept: ik zie ik zie wat jij niet ziet. De titel is geprint op een buikbandje dat verwijderd kan worden. Op de achterkant is die titel in de kaft gedrukt – geen afleiding van het beeld.
Maar dan de inhoud! De foto’s zouden de ‘grote culturele traditie’ van ons land weerspiegelen. De Nederlandse identiteit: ‘progressief, warm en open’. Op het eerste gezicht lijkt de verzameling beelden echter volstrekt willekeurig. Er doet een verhaal de ronde dat de selectie enigszins onorthodox is verlopen: razendsnel is er door gastredacteur (en uitgever van het boek) Christoph Ruys door de collectie gegaan, daarbij geen rekening houdend de stokpaardjes van het museum. Dat kán natuurlijk goed uitpakken, maar in dit geval valt dat te betwisten. Veel meisjes, gekkigheid, hap-slik-weg-fotografie om te lachen en te shockeren, stereotypes, kleine verhalen die zichzelf nauwelijks overstijgen, vullen de 450 pagina’s. Hier en daar een beeld dat terugkomt op de ansichtkaarten en de prints die het museum uitgeeft (de bokser van Kees Molkenboer, het stilleven met bord en glas van Steef Zoetmulder, het wijs kijkende meisje in stippenjurk van Esther Kroon). ‘Die moeten er ook nog bij!" moet iemand gedacht hebben.
Maar eerlijkheidshalve moet gezegd worden dat het boek wel degelijk een beeld geeft van de gemêleerde bevolking van (met name) Amsterdam al vroeg in de 20e eeuw, enkele culturele (Piet Mondriaan, Harry Mulisch) en historische hoogtepunten ontbreken ook niet (de Veronicaboot, de kroningsrellen in 1980), evenals voorbeelden van de nieuwe zakelijkheid (Piet Zwart). En dan nog de paradepaardjes van het museum: Aart Klein, Cas Oorthuys, Frits Rotgans en natuurlijk Ed van der Elsken.
Echt goed tot hun recht komen ze niet. Vaak staan er wel acht foto’s op twee pagina’s, waarschijnlijk omdat er geen concessies aan het formaat gedaan mochten worden en toch al die duizend foto’s erin moesten. Ook een lekker ritme ontbreekt. Verspreid door het boek staan foto’s die duidelijk op hetzelfde moment zijn genomen en dus bij elkaar horen. (Zoals de foto’s die Ed van der Elsken maakte tijdens de opname van de film Cha-Cha met Herman Brood en Nina Hagen.) Portretten van bekende Nederlanders worden afgewisseld met foto’s uit de oorlog, modefotografie en Hollandsche taferelen. Geen touw aan vast te knopen. Niet dat er altijd een verhaaltje of een groepering nodig is, maar iets meer sturen en ritme zou het ‘lezen’ van dit boek wel ten goede zijn gekomen. Misschien was de opzet iets te maken als de atlas van schilder Gerhard Richter, waarin hij zijn schetsen, inspiratiebronnen en onderzoek als rijen kleine afbeeldingen publiceerde. Waarin hij pornografie naast beelden van de Holocaust zette. Het verschil is echter dat dit inspiratiebronnen zijn van één man, gekozen uit verschillende bronnen en met een duidelijk doel. Met name dat laatste mist.
Het boek eindigt met het portret van een rommelig (niet officieel?) staatsieportret van de Koninklijke familie in 1948, gevolgd door een communicantje. Een knipoog van de katholieke Belgische uitgever? Een leuk boek om te krijgen. Leuk ook voor de bezoeker die een aandenken wil aan het museum na een vrolijk dagje uit. Maar om de beweringen op het omslag waar te maken, moeten die de volgende keer iets bescheidener, of moet er groots worden uitgepakt met een koffietafelboek volgens een helder idee.
Nederland, de 1000 beste foto’s
Christoph Ruys, Martijn van den Broek, Carolien Provaas (redactie)
Nederlands Fotomuseum / Ludion, 2010