Op uitnodiging van het Consulaat van Mongolië bracht Marco van Duyvendijk twee seizoenen, de winter van 2003 en de zomer van 2004, door in dit dunbevolkte land. Van Duyvendijks foto’s van land en bewoners zijn nu te zien in de nieuwe publicatie Mongolia.
Mongolië werd in 1922 het tweede communistische land ter wereld. De leiders trachtten het land volgens het Russische model te moderniseren. Men concentreerde zich op de ontwikkeling van grootschalige zware industrie, mijnbouw en landbouw. De heersende godsdienst, het Boeddhisme werd verboden. De tempels gingen tegen de vlakte, in de dertiger jaren zijn duizenden monniken vermoord.
In 1990 vond een soort fluwelen revolutie plaats. Sinds die datum is Mongolië een democratie en wordt het Boeddhisme niet langer onderdrukt.
De helft van de ruim twee miljoen inwoners woont nu in Ulaanbaatar. Een stad met kabeltelevisie en internetaansluitingen, waar de jongeren even internationaal georiënteerd zijn als in veel andere landen.
De andere helft leeft volgens het eeuwenoude ritme van een nomadisch herdersvolk. Uit Van Duyvendijk’s boek blijkt dat die scheiding minder absoluut is dan zij lijkt. Eén van de geportretteerde jongeren, een langharige gitarist van een metalband uit Ulaanbataar logeert regelmatig bij zijn nomadisch levende familieleden en heeft ook een winter lang met de kudde geholpen.
Hij en zijn generatiegenoten spreken met respect over het nomadisch bestaan, dat algemeen aanvaard wordt als de oorsprong van de Mongoolse cultuur.
Uit de fotografie blijkt dat die cultuur springlevend is. De worstelaars zijn nog steeds volkshelden. Zeker tijdens het jaarlijkse Naadam Festival, waar naast worstelen ook paardenrennen en boogschutterswedstrijden in ere gehouden worden.
Van Duyvendijk fotografeerde jonge acrobaten, meisjes die een opleiding tot slangenmens krijgen. En valkeniers, die blijkbaar bij voorkeur met enorme adelaars jagen.
Sinds Marco van Duyvendijk (Den Helder 1974) zo’n acht jaar geleden voor de fotografie koos (hij studeerde psychologie in Utrecht en is als fotograaf autodidact), werkte hij vooral in Centraal en Oost Europa, met name in Roemenië. Daar is dit boek ook ontworpen en geproduceerd. De ongeveer zeventig kleurenbeelden zijn mooi gedrukt. Font en ontwerp komen wat archaïsch over, maar dat past mijns inziens goed bij dit onderwerp. Alsof Mongolië, voordat ze verder de moderniteit inglijdt, nog even haar adem inhoudt.
Han Schoonhoven
Mongolia
Fotografie en tekst (Eng.): Marco van Duyvendijk
Gebonden, 22 bij 30 centimeter, 96 pagina’s
Uitgeverij Artimo
Prijs: 35 euro