Op 1 april 2014 is een hele aflevering van De Rijdende Rechter gewijd aan schending van auteursrecht op foto’s. De aflevering heeft de veelzeggende naam Fotoshoot. Had Mooren een auteursrechtelijke claim op Leerintvelt?
Leerintvelt heeft op 4 maart 2013 een foto van Mooren, zonder zijn naamsvermelding, online op een website gepubliceerd. Nadat Mooren daartegen had geprotesteerd, heeft Leerintvelt deze foto onmiddellijk verwijderd van zijn website. Mooren had de foto eerder ingezonden voor een fotowedstrijd van Zuidoost Partners. Volgens Leerintvelt had Zuidoost Partners deze foto aan hem ter beschikking gesteld en is hem toegezegd dat deze foto rechtenvrij was. Wat is het oordeel van de Rijdende Rechter?
De Rijdende Rechter oordeelt dat Mooren aan Zuidoost Partners een licentie heeft verstrekt om “de foto rechtenvrij te publiceren voor niet commerciële, promotionele doeleinden, zowel in print als elektronisch”. Volgens De Rijdende Rechter kan daarmee in redelijkheid niet anders zijn bedoeld dan dat het Zuidoost Partners slechts vrij stond om de foto kostenloos zelf te publiceren. De licentie mocht dus niet ‘doorgegeven’ worden aan Leerintvelt. De Rijdende Rechter merkt overigens op dat de aan Zuidoost Partners verleende licentie uitdrukkelijk beperkt is tot niet commercieel gebruik, terwijl Leerintvelt met publicatie nu juist wel een commercieel oogmerk had.
Leerintvelt beroept zich erop dat de door hem door Zuidoost Partners ter beschikking gestelde foto rechtenvrij zou zijn. De Rijdende Rechter maakt hier korte metten mee: “Niet aannemelijk is in elk geval geworden, dat Leerintvelt serieuze moeite heeft gedaan om te controleren of hij gerechtigd was deze foto zonder toestemming van de maker te publiceren. Maar ook al zou dat anders zijn, dan had Leerintvelt, nadat hij door de rechthebbende op die publicatie werd aangesproken, zich aanstonds bereid moeten verklaren om die toestemming alsnog tegen een redelijke vergoeding te verkrijgen.” De rechter zoekt hier aansluiting bij jurisprudentie waaruit een vergaande onderzoeksplicht blijkt de rechthebbende op te sporen, en doet daar een stapje bovenop. Leerintvelt had zich namelijk ‘aanstonds’ bereid moeten verklaren te betalen.
En de ontbrekende naamsvermelding? Die levert volgens De Rijdende Rechter ‘een zelfstandige inbreuk op (artikel 25 lid 1 aanhef en onder a. van de Auteurswet)’. Het gestelde feit dat naamsvermelding niet mogelijk was, is een omstandigheid die voor rekening en risico van Leerintvelt moet blijven en Leerintvelt had dat euvel kunnen ondervangen door óf toestemming voor publicatie zonder naamsvermelding te vragen óf van publicatie af te zien, aldus De Rijdende Rechter.
Voor de schadevergoeding wordt uiteindelijk ‘aangehaakt’ bij de FotografenFederatie voorwaarden. De Rijdende Rechter ziet aanleiding de vergoeding “te verdubbelen in een geval zoals het onderhavige, waarin de benodigde licentie niet vooraf is verkregen en Mooren de inbreuk op zijn recht zelf moest ontdekken en vervolgen”. Ook voor de ontbrekende naamsvermelding vindt nogmaals een opslag plaats.
Leerintvelt moet Mooren uiteindelijk € 150,– betalen voor het gebruik van de ene foto.
Deze uitspraak van De Rijdende Rechter laat zien dat het bestaan van het foto-auteursrecht nu ook tot het grote publiek begint door te dringen. Deze uitspraak onderstreept dat bescherming van foto’s meestal eenvoudig ligt, en het vaak de moeite loont om op te treden.
De uitzending: http://www.uitzendinggemist.net/aflevering/261866/De_Rijdende_Rechter.html
—
Joost Becker is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem (afdeling IE-IT, e-mail: becker@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 77).