Michael Nichols over fotograferen met de camera-val

‘Besef wat we doen met onze planeet. Er wordt zoveel vernield, terwijl we met hele simpele ingrepen het milieu en de natuur kunnen helpen. Ik ben maar een boodschapper, ik wil jullie deze noodzaak laten zien.’ Dit is de grote drijfveer achter National Geographic fotograaf Michael Nichols. Hij gaf afgelopen vrijdag een lezing in Amsterdam tijdens de World Press Photo Award Days. De lezing werd mede mogelijk gemaakt door de stichting Sem Presser Archief.
Nichols werkt veel met camera-vallen. ‘Op deze manier kan ik dichter bij dieren komen en beelden maken die anders onmogelijk zijn.’ Wie denkt dat dit lekker makkelijk je camera op een stokje binden is, heeft het mis. Nichols en zijn team klemmen camera’s tussen rotsen, hangen toestellen aan struiken of binden ze vast aan bomen. Uitgebreide belichtingstesten volgen, er wordt net zo lang getrokken en geduwd totdat de compositie klopt en vervolgens kruipen assistenten als beesten langs de vallen om te zien of de camera’s automatisch reageren.

‘Probleem is dat als je zo’n val voor tijgers maakt, je ook te maken krijgt met apen, vogels, beren.. zo hadden we een aap die 36 zelfportretten had gemaakt, maar geen enkele tijger liet zich aanvankelijk op de gevoelige plaat vastleggen.’ Na lang wachten en het oefenen van geduld is er dan alsnog de tijger. Nichols dacht dat het dier zo weer weg zou schieten. In plaats daarvan neemt het beest om zeven uur ’s ochtends een bad en drijft om vijf uur ’s avonds nog steeds in het poeltje. Ongenadig vastgelegd door een camera-val boven een klein riviertje. ‘Camera-vallen kunnen je breken, maar ook cadeautjes geven,’ aldus Nichols.



In 2007 maakt Nichols een verhaal over de ivooroorlog in Afrika voor National Geographic. Ter illustratie laat hij filmpjes zien waarin de olifanten agressief reageren op de aanwezigheid van de fotografen. ‘Onze geur was hen onbekend, maar na een tijdje zagen de dieren dat we geen kwaad in de zin hadden en lieten ons onze gang gaan.’ Mens en olifant begroeten elkaar zelfs door middel van een opgestoken hand en slurf.

Doordat de volwassen olifanten neergeschoten worden voor hun ivoor, blijven er veel weesolifantjes over. Nichols fotografeert hoe deze wezen in een opvangcentrum ingepakt worden met warme dekens, gevoederd worden en hoe de hulpverleners elke nacht bij een olifant in het stro slapen zodat ze niet alleen zijn.

Van de 3600 olifanten die er waren zijn er nu nog 600 over. ‘Het zijn zulke mooie dieren, dat maakt me echt aan het huilen,’ vertelt Nichols.

Op dit moment werkt Nichols aan een project over leeuwen in Tanzania. Zij moeten hun leefgebied steeds meer afdragen aan de mens. ‘Ik wilde proberen om deze dieren op een nieuwe manier vast te leggen, meer in hun eigen kattenperspectief. Dichtbij en laag bij de grond.’ Met een camera op een automatisch bestuurbare auto probeert Nichols de leeuwen in beeld te krijgen. Een bijkomstigheid is dat de leeuwen het autootje terug volgen naar het basiskamp en daar knagen op laptops en bedrading. Vooral het pluche bolletje van de microfoon is erg populair om mee te spelen.

De foto van Brent Stirton die in 2007 de eerste prijs won bij de World Press Awards in de categorie Contemporary Issues maakt Nichols nog altijd blij. De foto laat een gedode gorilla zien die wordt weggedragen door mannen in Congo. ‘Een natuurfoto won! Het dier werd gedood om politiek geruzie, maar via deze weg kwam er eindelijk eens aandacht voor natuur en milieu’, zegt Nichols opgetogen. ‘Ik was zo blij totdat iemand tegen mij zei: ach het is toch maar een aap?!’

Al twintig jaar houdt Nichols zich bezig met apen. Inmiddels zijn vele soorten apen zeldzaam geworden, of zelfs uitgestorven, vertelt hij. ‘Veel natuur is weg en als iemand dan zoiets zegt, weet hij niet waar hij het over heeft, daarom sta ik hier, mijn doel als fotograaf is om jullie dit te vertellen.’

michaelnicknichols.com
www.worldpressphoto.org