NRC-criticus: fotografen zijn luie schilders

De vraag naar fotografie is onverzadigbaar, maar dat gaat helaas ten koste van de kwaliteit, met name in musea. Dat schrijft kunstcriticus Hans den Hartog Jager in het Cultureel Supplement van NRC Handelsblad van 26 september. ‘Armoediger en leger kan het bijna niet’, besluit hij zijn betoog.
Den Hartog Jager, genomineerd voor de Debutantenprijs 2003 met zijn roman ‘Zelf God worden’, stelt vast dat de fotografie zich teveel richt op kunstzinnigheid en wat daarvoor moet doorgaan: ‘Want met de toename van artisticiteit heeft de fotografie haar grote kracht – haar band met de werkelijkheid, haar functie van geheugen – opgegeven. De meeste fotografen zijn luie schilders geworden, die hun werkelijkheidspretentie als een prettig extraatje beschouwen, zoals mensen bij een melodramatische televisiefilm ook harder huilen als ze weten dat het "echt gebeurd" is.’

Vooral de musea krijgen ervan langs in Den Hartog Jagers stuk. Volgens hem is de toename van het aantal speciale fotomusea en fotofestivals er de oorzaak van dat de kwaliteit in de fotografie ondersneeuwt: ‘Rijp en rot, vernieuwend en modieus: de fotomusea tonen alles, als het er maar een beetje prettig uitziet.’

En verderop: ‘Nu het de trend is om iedere sukkel met drie jaar kunstacademie, een Hasselblad en een goed werkende lichtmeter een solo-expositie te geven, degraderen galeriehouders en museumconservatoren de kunst tot een betekenisloos consumptiegoed.’

Lees het hele artikel (ca 2100 woorden) met dank aan Hans den Hartog Jager en NRC Handelsblad.

Discussie over het onderwerp