NY Perspectives, dat viel nait met …

Het lijkt een aardig idee. In verband met het 400 jaar geleden ontdekken van Manhattan door Henry Hudson laten we een aantal Nederlandse fotografen in New York fotograferen en halen we vier New Yorkse fotografen naar Amsterdam om verschillende aspecten van de stad vast te leggen.
Immers, de kijk van een buitenlander op jouw stad kan interessante invalshoeken opleveren en verrassen door een andere manier van kijken naar het als bekend veronderstelde. Het werken onder druk van een tijdslimiet kan aansporen om er eens lekker op los te fotograferen en zo voor de fotografen zelf ook een verrijking betekenen. Aldus werd een uitgebalanceerd clubje van vier fotografen uitgenodigd: Joshua Lutz, Gus Powell, Richard Rothman en Carl Wooley. Allen hebben hun eigen onderwerp en interpreteerden die naar behoeven.
Maar dat fotograferen in Amsterdam viel om den dooien donder nait met.

Gus Powell werd hier enige jaren geleden geïntroduceerd in een nummer van het FOAM magazine: ‘Sidewalk’. Hij is degeen die het meest door de mand valt, maar had dan ook het moeilijkste onderwerp, de mensen op straat. Veteraan Gus Powell lijkt er moeite mee gehad te hebben. Zijn bijdrage bestaat vooral uit een soort stadsgezichten vanuit vreemde perspectieven, hoeken, gaatjes en door glas. De voetganger figureert in dit door hem gekozen stedelijke decor. Hij heeft de meest moderne presentatie: over een wand verspreide fotootjes van verschillende, vooral kleine maatjes. Zo wordt een suggestie gewekt van intieme wereldjes waar je als toeschouwer langs loopt, maar ook het geconstrueerde en bestudeerde benadrukt. Het doet daarom allemaal wat afstandelijk en ook academisch aan. Het via een schermpje bijgeleverde New Yorkse werk van de fotograaf, een selectie uit jaren, maakt dat schrijnend. Gus Powells’ bijdrage is wel het meest divers, en de kans groot dat hij er als enige voor zichzelf wat van heeft opgestoken. Maar een ‘fijn er op los schieten’, waar een buitenlandse excursie om lijkt te vragen, is het niet geworden.

(De andere drie fotografen hebben op statief gewerkt. Wat is dat toch, die schijnbare voorkeur van Nederlandse curatoren voor ‘statief’ en ‘platencamera’, een bewijs voor ‘kunst’? We leven toch potdorie niet in de 18e eeuw? De beroemdheid van Ed van der Elsken in Nederland? Ik kan me er eigenlijk weinig bij voorstellen; soms lijkt hij wel een voorbijgeschoten komeet. Maar goed, ieder zijn ding.)

De relatief meest verrassende van het viertal vind ik Carl Wooley. Zo te zien heeft hij, ’s nachts, in alle rust kunnen werken. Locaties zoeken, statief plaatsen, het gele- en lila kunstlicht neutraal filteren. Welke fotograaf kent dit niet. Daarbij klaarblijkelijk soms de verbazing opwekkend van argeloze passanten die angstvallig buiten beeld worden gehouden. Wooley heeft een voorkeur voor verlichte(nde) objecten, een gele bus, een portiek, een bruggetje, maar vooral voor muurtjes en stoepjes. De verlaten straten en gekozen stadsdetails doen soms aan Edward Hopper denken. Door de foto’s op te hangen in een donkere ruimte met spotverlichting per foto knallen de verlichte delen er uit, zoals dat ook ’s nachts gebeurd. Dit ‘dubbelop’ verlichte, in foto en presentatie, levert een surreëel effect op. Mooi, maar ook wat kitscherig. Dat de gekozen stadsgezichten niet altijd even spannend zijn is misschien evident aan beperkte tijd en onbekendheid met de stad.

Dan de bomen van Richard Rothman. Want meer dan over water gaan zijn foto’s over bomen. Rothman is de fotograaf met foto’s in zwart-wit. Mooie grijzen. Er zit een enkele prachtige foto tussen. Wat mij betreft een beeld overwoekerd door takken en bladeren dat doet denken aan werk van Lee Friedlander. Toch blijven het vooral wat romantisch uitgevallen beelden van bomen, die herinneren aan een opdracht van de MTS voor Fotografie van meer dan dertig jaar geleden. Als ik daarna de veel eigenzinniger bomen van Harold Strak uit het archief zie, in abominabele kwaliteit op een beeldschermpje, wordt het bijna gênant.

De vierde fotograaf, Joshua Lutz, richtte zijn camera op de Amsterdamse randgebieden. Ook al zo’n academisch onderwerp. Statief, grootbeeld-camera, een enkele stadsbewoner jawel, door het beeld meanderende scherpte-vlakken en vertekeningen door bizarre scheimpflug-instellingen. (Bij het checken van de spelling in mijn antieke foto- en filmencyclopedie bleek het nog goed te zijn ook!) Mooi van sfeer, dat wel.

Ik heb genoeg. Maar er wordt van mij verwacht dat ik de voor mij gekozen highlights nóg eens, op grotere formaten buiten de tentoonstellingsruimte ga bekijken? Nou nee. ’t Is mooi allemaal, maar nieuwe perspectieven heeft het niet opgeleverd. Bijna behoort ook deze 400 jaar New York bijdrage tot één van die vele, nietszeggende, geldverslindende en meer of minder uit het zicht van de burger geleverde projecten en project-jes die overal in de stad klaarblijkelijk dit evenement moeten ondersteunen.

Theo Niekus – straatfotograaf

NY Perspectives
Joshua Lutz, Gus Powell,
Richard Rothman en Carl Wooley
(joshualutz.com, guspowell.com,
richardrothman.com en carlwooley.com)

Tot 23 augustus in het
Stadsarchief Amsterdam
Gebouw de Bazel, Vijzelstraat 32
1017 HL Amsterdam
tel.: 020 – 2511511
secretariaat@stadsarchief.amsterdam.nl