Onlangs hebben vier verschillende freelance-organisaties, de vereniging van schrijvers en vertalers, de NVJ, de Beroepsorganisatie Nederlandse Ontwerpers en de Fotografenfederatie, tijdschriftenuitgever Sanoma gedagvaard. Volgens de vier organisaties springt Sanoma onzorgvuldig om met de Regeling Hergebruik. Ze vinden het gebruik eenzijdig en in het voordeel van de uitgever, dat meldt Villamedia.
Het geding gaat over de auteursrechten van freelance auteurs en over de overeenkomsten die Sanoma met hun daarover sluit. De voorwaarden van die overeenkomsten worden aangeduid als ‘Regeling Hergebruik’. In 2002 hebben de NVJ, de BNO en de Fotografenfederatie pogingen ondernomen om te komen tot een overleg met Sanoma over de aanpassing van de Regeling Hergebruik. Dat ‘off the record’ gesprek heeft niet tot bevredigende uitkomsten geleid. Daarna heeft men nog verschillende nieuwe pogingen ondernomen om rond de tafel te gaan zitten met Sanoma, waarop Sanoma negatief reageerde en geen aanleiding zag voor een overleg.
De kern van het conflict gaat om digitaal herpubliceren. Over digitaal herpubliceren zijn in de jaren `90 verschillende civiele procedures gevoerd. Die procedures hebben de auteurs echter niet gebracht wat zij ermee hoopten te bereiken. De uitgevers pasten buiten de rechtszaal de exploitatiecontracten aan en verlangden van de auteurs een ruimere toestemming om door te kunnen gaan met de digitale exploitatie van de werken van hun auteurs.
Als ’tegenprestatie’ voor de toestemming voor hergebruik betaalt Sanoma een vergoeding. Maar ook hier zitten weer haken en ogen aan. Ten eerste is de vergoeding absoluut niet marktconform, aldus de freelance-organisaties. Sanoma geeft zelf al aan, in de Regeling Hergebruik, dat de vergoeding een symbolisch karakter draagt. Ten tweede wordt het plaatsen van ‘redactiemateriaal’ op internet voor dezelfde titel door Sanoma in alle gevallen gezien als promotie, en komt niet in aanmerking voor een vergoeding.
Naast het herpubliceren in alle publicatievormen eiste Sanoma ook het exclusieve recht op het materiaal voor de duur van 5 jaar. Na deze periode vervalt de exclusiviteit, maar blijft het hergebruikrecht op non-exclusieve basis bestaan. De freelance-organisaties vinden dit onredelijk en bezwarend en hebben dus vooral bezwaar tegen het automatisme en de duur. Er wordt door Sanoma geen enkele mogelijkheid geboden te onderhandelen en vijf jaar exclusiviteit wordt als veel te lang ervaren. Een eeuwige niet-exclusieve licentie wordt eveneens als buitengewoon onredelijk ervaren.
Door de individuele auteurs kan niet over de Regeling Hergebruik worden onderhandeld, volgens de dagvaardende partijen. ‘Voor freelance auteurs is het ‘slikken of stikken’. Freelancers aanvaarden de regeling onder druk van de dreiging van uitsluiting van verdere opdrachten. Gezien het aanzienlijke marktaandeel van Sanoma op de markt van de Nederlandse publiekstijdschriften en de machtspositie die Sanoma door dit marktaandeel bezit, is deze dreiging effectief. Degenen die de Regeling Hergebruik ongetekend retourneren worden door Sanoma op een zwarte lijst geplaatst.’
Op 20 januari 2005 moet Sanoma Uitgevers aanwezig zijn bij een terechtzitting in Den Haag. Als ze dat bevel negeren wacht hen een dwangsom van à‚€100.000 en voor elke dag dat de overtreding van het bevel mocht voortduren, een bedrag van à‚€10.000 per dag.
Lees de complete dagvaarding Sanoma op Villamedia.nl