Op Britse straten en stranden: Tony Ray-Jones en Tom Wood

Onderwerp van deze bespreking zijn de boeken die uitkwamen bij twee reizende exposities die op dit moment in Rotterdam en Amsterdam hangen. Het Nederlands Fotomuseum biedt onder de titel ‘A gentle Madness, de foto’s van Tony Ray-Jones (1941-1972)’ een overzicht van het werk van deze fotograaf. Het Amsterdamse Fotografiemuseum Foam presenteert een selectie uit het oeuvre van Tom Wood: Photieman. Hun fotografie kent een gemeenschappelijke fascinatie: het onderkoelde absurdisme van de Engelse ziel.
Tony Ray-Jones heeft weinig tijd gehad om te fotograferen wat volgens hem gefotografeerd moest worden. En amper tijd om het te laten zien: op zijn dertigste sterft hij aan leukemie. Door zijn talent en werkdrift liet hij echter een aantal beelden na die een sleutelrol in de ontwikkeling van de Britse fotografie zouden gaan spelen.

De monografie Tony Ray-Jones is samengesteld door Russell Roberts, tevens curator van de tentoonstelling.
Het boek bestaat uit vier delen. In een heldere introductie van zo’n twintig pagina’s schetst Roberts leven, werk en betekenis van Ray-Jones. Het ‘archief’ is opgebouwd uit een beknopte chronologie en een overzicht van publicaties, aantekeningen, contactvellen, inspiratiebronnen en vroege foto’s. In het daarop volgende hoofdstuk, getiteld The English, zijn zo’n zestig paginagrote afbeeldingen afgedrukt. Het boek sluit af met een gesprek van Martin Parr met Bill Jay over Ray-Jones en zijn impact op de Britse fotografie.

Na zijn scholing in Londen als grafisch vormgever verwerft Ray-Jones een beurs om in de Verenigde Staten door te studeren. Hij onderbreekt zijn studie in 1962 en gaat New York fotograferen. Daar ontmoet hij fotografen als Robert Frank, Joel Meyerowitz en Garry Winogrand. In 1963 neemt Ray-Jones deel aan de ‘Design Laboratory Workshops’ van Alexey Brodovitch, de toen al legendarische voormalige ‘artistic director’ van Harper’s Bazaar. Brodovitch maakt een blijvende indruk op de jonge fotograaf omdat hij nadrukkelijk ruimte gaf aan zowel het banale als het fenomenale van het hier en nu.

Ray-Jones fotografeert zoveel hij kan op de straten van New York. Hij voert voor een bonte verzameling tijdschriften opdrachten uit. In de daarop volgende jaren fotografeert hij in verschillende Amerikaanse steden.
Terug in Engeland, eind 1965, raakt Ray-Jones gefascineerd door de vele bijzondere, vaak eeuwenoude gebruiken van zijn vaderland. Hij verzamelt boeken en ansichtkaarten over deze riten, bezoekt dergelijke evenementen en legt ze vast. Daarnaast reist hij naar de Engelse badplaatsen, waar arbeiders en middenklasse steeds massaler hun vrije tijd gingen doorbrengen. Samen met Bill Jay, de uitgever van het tijdschrift Creative Camera, pleit hij onvermoeibaar voor de vernieuwing van de Britse fotografie.
Zijn inkomsten haalt hij uit reportages die hij voor publicaties als het Sunday Times Magazine en Harper’s Bazaarmaakt. Eind jaren zestig zoekt hij een uitgever voor zijn project, dat in navolging van Robert Frank’s The Americans, The English moet heten. Dat wil maar niet lukken, maar door tentoonstellingen in het Verenigd Koninkrijk en de Verenigde Staten verwerft hij enige bekendheid. In 1971 aanvaardt hij een docentschap in San Francisco. Kort daarop wordt Ray-Jones ziek, de diagnose is leukemie. Op 10 maart 1972 vliegt hij terug naar Engeland en laat zich opnemen. Drie dagen later is hij dood.
In 1974 brengt Thames and Hudson het boek A Day Off – An English Journal uit.

Tom Wood (Mayo, Ierland 1951) volgde een opleiding als schilder maar ontwikkelde zich tot een eigenzinnig fotograaf. In zijn fotografie combineert hij oprechte humanistische interesse met een zeer persoonlijke, directe beeldtaal.
De foto’s in Tom Wood, Photieman bruisen van het leven.
Met een buskaart voor de daluren trok hij jaren door Liverpool en de voorsteden en maakte zo’n honderdduizend opnamen. Hij gebruikte een stille meetzoekercamera die hij met één hand kon bedienen en liet het toeval toe in vorm en inhoud. Vervolgens selecteerde Wood die beelden die, zoals hij het beschrijft, ‘werken’. De foto’s uit deze serie zijn verzameld in het boek All Zones Off Peak uit 1998.
Op straat fotografeert Wood zowel ‘candid’ situaties als geposeerde portretten. De bewoners van Liverpool raakten gewend aan zijn bescheiden aanwezigheid en begonnen hem attent te maken op ‘photo-opportunities’: ‘Over here Photieman!’
Tussen 1982 en 1985 werkt hij aan zijn project Looking for Love in de discobar Chelsea Reach Nightclub in het Noord-Engelse New Brighton. Door zijn discretie en het uitdelen van foto’s wint hij het vertrouwen van de bezoekers en laten zij hun in alcohol gedrenkte flirt- en vrijpartijen door hem fotograferen.

Wood exposeert zijn werk in musea in Europa en de Verenigde staten, galeries in Keulen, München en New York. Zijn foto’s zijn opgenomen in verschillende particuliere en institutionele verzamelingen. Hij heeft naast de hier vermelde boeken nog drie andere publicaties op zijn naam en doceert op hogescholen in het Verenigd Koninkrijk. In 2002 ontving hij tijdens het fotofestival in Arles de ‘Prix Dialogue de l’ Humanité’.

Han Schoonhoven

Tony Ray-Jones
Met teksten van Russell Roberts, Bill Jay en Martin Parr
Zestig grote foto’s en zestig illustraties voornamelijk in zwart-wit
Uitgever: Chris Boot i.s.m The National Museum of Photography, Film & Television
Prijs: 45,80 euro

De expositie ‘A gentle Madness, de foto’s van Tony Ray-Jones (1941-1972)’ is nog tot 26 juni in het Nederlands Fotografie Museum

Tom Wood Photieman
redactie: Manfred Heyting
Ongeveer 200 foto’s overwegend in kleur
Uitgever: Steidl
Prijs: 45,80 euro

De expositie ‘Tom Wood Photieman’ is nog tot 3 juli in het Amsterdams Fotografiemuseum Foam