Ophef rond vermeend knip- en plakwerk winnaar World Press Photo

PhotoQ kreeg vanochtend verschillende mails over berichten die melden dat de winnende foto van World Press Photo dit jaar een digitaal samengesteld beeld zou zijn. Dat is althans wat de Amerikaanse computerwetenschapper Neil Krawetz claimt. Na lezing van zijn artikel rest echter de conclusie dat hij die claim niet hard maakt en eigenlijk alleen met veel woorden nogmaals aantoont wat we al wisten, namelijk dat de maker, de Zweede fotograaf Paul Hansen, in de nabewerking in Photoshop ijverig is bezig geweest met kleurverzadiging en contrast in delen van de foto.
Intussen heeft de Hansen de beschuldiging van Krawetz van de hand gewezen in gesprek met de Australische site news.com.au: Photographer says his 2013 World Press Photo of the Year is not a fake

Zijn lezing is intussen bevestigd in een onderzoek dat World Press Photo vandaag heeft laten uitvoeren: Onderzoek World Press Photo bevestigt integriteit winnaar Hansen

De kwestie rakelt de discussie op over de vraag in hoeverre je een foto in de postproductie (nabewerking) mag voorzien van meer of minder kleur, dan wel harder of zachter contrast. Over de hedendaagse praktijken op dit punt verscheen vorige week een interessante inventarisatie bij Der Spiegel:
Enhanced Reality: Exploring the Boundaries of Photo Editing

Aspecten in het Spiegel-verhaal:
– veel bezwaren tegen Hansens foto komen uit de hoek van pro-Israël-bloggers
– Hansen wil zijn RAW-file niet laten zien, kennelijk omdat hij moe wordt van de telkens opflakkerende discussie over nabewerking
– de lezer krijgt een heldere inkijk in de praktijk van de postproductie bij het Italiaanse bedrijf 10b, dat onder meer veel voor Noor-fotografen werkt

(Overigens is het Spiegel-stuk vooral een remake van een artikel dat eind 2011 verscheen in British Journal of Photography: Post-processing in the digital age: Photojournalists and 10b Photography)

Het stuk van Krawetz staat op zijn blog The Hacker Factor, waarop hij met praktijkvoorbeelden aandacht trekt voor zijn bedrijf dat diensten aanbiedt op het gebied van computerveiligheid en foto-onderzoek. Opvallend is dat hij veel informatie op een rijtje zet die over postproductie gaat, maar op geen enkele manier hard maakt hoe hij tot zijn eindconclusie komt. Wel bevat het stuk nogal wat suggesties, die minstens zo mistig zijn als de door hem vermaledijde fotobewerking.
Het onderdeel over tijdstip van opname en stand van de zon is daar een voorbeeld van. Het tijdstip van maken van de foto relateert hij aan de stand van de zon die dag. Maar het komt niet eens in hem op dat het tijdstip hoogstwaarschijnlijk slaat op Zweedse tijd (vroeg in de ochtend, dus vrij lage stand van de zon) en niet de Israëlische tijd (een uur later).

The Hacker Factor: And the Award goes to….