Oscar van Alphen is in de nacht van zaterdag op zondag overleden. Van Alphen was ‘de eerste documenatire fotograaf in Nederland die zijn twijfel over de mogelijkheden van het medium om de werkelijkheid weer te geven consequent in zijn werk tot uitdrukking bracht’, zoals Frits Gierstberg (hoofd tentoonstellingen Nederlands Fotomuseum) schrfeef in de anthologie Fotografen in Nederland.
Gierstberg vervolgde: ‘Deze structurele twijfel kwam onder meer naar voren in zijn belangstelling voor theorie en kritiek, en bracht hem ertoe om telkens weer ook andere disciplines als literatuur, beeldende kunst en film bij zijn werk te betrekken.’
In de Fotografendossiers van het Nederlands Fotomuseum lezen we onder meer: ‘Werd geboren als Cees Nieuwenhuizen en ambieerde aanvankelijk een leven op zee. Onderbroken door een onderduik in West-Friesland rondde hij zijn zeevaartopleiding in 1946 af. Na een korte werkzaamheid op de grote vaart, begon hij een studie sociale geografie aan de Universiteit van Amsterdam. Door een in de oorlogsjaren opgelopen tuberculose moest hij deze studie in 1951 afbreken en raakte hij geïnteresseerd in de fotografie. Als autodidact publiceerde hij in 1958 zijn succesvolle eerste boek Kinderen in de grote stad waarvan ook Duits- en Engelstalige edities verschenen.’
Van Alphen werd in de jaren 60 lid van de GKf en mede dankzij zijn inzet groeide in het volgende decennium een reeks documentaire fotografie-opdrachten via gemeentelijke en landelijke kunstinstellingen. In de jaren 70 en 80 werkte hij voor verschillende dag- en weekbladen. Een selectie van niews- en straatbeelden van Van Alphen is te zien in de beeldbank van het Stadsarchief van de gemeente Amsterdam.
Over zijn boekproducties meldt de stichting Paradox in een persbericht: ‘Zijn eerste fotoboek, Kinderen in de grote stad dat verscheen in 1958, was een exponent van het na-oorlogse humanisme in de fotografie. Daarna zou zijn werk zowel politieker als abstracter worden. Typische voorbeelden van het eerste aspect waren Het Rijke Onvermogen (over de periode van het RAF-activisme en de ‘Berufsverbote’ in Duitsland uit 1978) en het boek Palestijnen, Palestina! uit 1982. Even ambitieus als ontoegankelijk was De slak op het grasveld uit 1992.’
En verder: ‘Een monumentale monografie (samengesteld door Frits Gierstberg) over zijn werk en zijn denken werd precies vijftig jaar later, in 2008 gepubliceerd.(…) Van Alphen schreef een groot aantal artikelen waarin de betekenis en het functioneren van het fotografisch beeld werd ondervraagd. Met Hripsimé Visser stelde hij in 1989 de bundel Een woord voor het beeld: Opstellen over fotografie samen die tot op heden een rolt vervult in het fotografieonderwijs.’
In 1985 maakte Van Alphen de audiovisuele installatie De Oorlogen, die enkele jaren geleden op initiatief van Paradox is gereconstrueerd (te zien bij Paradox). Op basis van het boek Madame Edwarda (1937 van George Bataille stelde de fotograaf een doorlopende serie beelden met film en geluidsbanden samen. Gecompleteerd met een Engelstalige soundtrack werd het in 2008 in het Nederlands Fotomuseum getoond als The Wars.
De fotografische nalatenschap van Oscar van Alphen wordt beheerd door het Nederlands Fotomuseum in Rotterdam.