De hallen zijn gevuld met apparatuur. Camera’s, objectieven, flitsers, accessoires, alles wat je maar kunt bedenken en meer. De Photokina is nog altijd een soort walhalla voor de fotograaf die op zoek is naar spulletjes. De tijd dat de Photokina dé plek was om nieuwe apparatuur aan te kondigen ligt echter al een tijd achter ons. Dat is ook dit jaar goed te merken. Je moet goed zoeken om echt wat nieuws te vinden.
Profileren
Wat vooral opvalt is dat veel merken zich sterker proberen te profileren. Canon heeft afscheid genomen van hun slogan ‘You Can’ en legt met ‘Come and See’ meer nadruk op de fotografie zelf dan op de apparatuur. Je kunt allerlei foto’s maken op de stand en die vervolgens thuis downloaden en delen. Het draait niet alleen om camera’s, vandaar dat Canon ook probeert een graantje mee te pikken van de groeiende markt van fotoboeken en met een alternatief voor de HP Indigo komt. Canon kan een compleet pakket bieden voor de fotograaf, waar bijvoorbeeld Nikon zich moet beperken tot de opname. Daar is de stand min of meer hetzelfde gebleven als twee jaar geleden, alleen met andere producten.
Olympus probeert zich te onderscheiden door zich als een premium-merk te presenteren met drie duidelijke productcategorieën: de PEN voor de vrouw, de OM-D voor de serieuze en professionele fotograaf en de Stylus voor de gewone consument die een goede compactcamera zoekt. Veel nadruk wordt gelegd op een voordeel van het Micro Four Thirds System. In een vitrine staat een set met de OM-D en een vergelijkbare set met een full-frame camera. Hetzelfde doet Panasonic, die bovendien anders dan voorheen veel minder de technologie benadrukt en meer laat zien wat je kunt met hun apparatuur. Bijzonder minimalistisch is de grote stand van Samsung waar alles draait om de nieuwe NX1. Een camera die opvallend onopvallend is en vooral probeert te lijken op een DSLR, inclusief grote witte teleobjectieven.
Leica pakt net als vorig jaar groots uit, opnieuw heeft het merk een hal voor zichzelf. Iets dat vroeger was voorbehouden aan Kodak, dat nu een kleine stand heeft. Naast alle apparatuur, mooi breed uitgestald, laat Leica vooral veel fotografie zien. Het is een lust voor het oog, eigenlijk is het een klein fotomuseum in de Photokina. Heerlijk om even te beseffen dat het bij fotografie gaat om het resultaat en niet om het gereedschap.
Service
Als je een Leica mee hebt genomen, kun je bovendien je camera even na laten kijken. Een dienst die meer merken bieden. Het is sowieso opvallend dat service steeds belangrijker wordt. Sony lanceert op de Photokina het Imaging PRO Support, een dienst die vergelijkbaar is met de NPS van Nikon en CPS van Canon. Als je meerdere Sony Alpha camera’s hebt uit het hogere segment (denk aan de a99 en de a7) plus de nodige objectieven, dan kun je een leentoestel krijgen als je camera gerepareerd moet worden. Bovendien wordt je apparatuur gratis opgehaald en na reparatie weer bezorgd. Olympus biedt voor de bezitters van de OM-D E-M1 extra service, waarbij de camera na uiterlijk tien werkdagen is gerepareerd. Panasonic is eveneens bezig met het opzetten van een service voor professionele fotografen. Beide merken geven echter geen leentoestel. Daarvoor zijn ze te klein, in ieder geval in Nederland, zeggen woordvoerders van de bedrijven. De aandacht voor meer service geeft wel aan dat de compacte systeemcamera’s bij steeds meer professionele fotografen populair zijn.
Nieuwtjes
Het ontdekken van dit soort trends maakt de Photokina interessant, het geeft goed aan hoe de markt zich ontwikkeld. En natuurlijk blijft de Photokina leuk om de nieuwste apparatuur te zien, al is het nieuws op dat gebied niet echt spectaculair. Neem de Nikon D750. Een interessante camera, maar vernieuwend is het zeker niet. Het werd eigenlijk tijd dat die eens kwam. Min of meer geldt hetzelfde voor de Canon EOS 7D Mark II. Een logische stap, zonder nieuwe technieken. Fujifilm gaat lekker door met het succes van de X-serie en de X100T is de langverwachte opvolger van de vier jaar geleden op de Photokina geïntroduceerde X100. Dat was toen wél echt groot nieuws.
Hasselblad toont naast de al eerder geïntroduceerde achterwand voor het V-systeem en de H5X ook een update voor de H5D-50c. Die heeft nu WiFi ingebouwd, wat vooral ideaal is om de camera aan te sturen. Het meeste nieuws komt van Leica. Er is niet alleen nieuwe analoge camera, de Leica M-A, maar ook speciale digitale M 60 Edition zonder een display achterop. Gewoon fotograferen en pas thuis zien wat het resultaat is. Alsof je analoog fotografeert, net zoals de allereerste digitale camera’s. Zeer waarschijnlijk gaat die camera als warme broodjes over de toonbank. Bijzonder is de Leica S-E, een instapmodel voor het digitale middenformaat. De Leica S krijgt een flinke update, met als meest in het oog springend de mogelijkheid om 4k video op te nemen. Er zijn de nodige nieuwe objectieven, waaronder een fraaie ZEISS Otus 1.4/85 en de Olympus 40-150 f/2.8. Broncolor toont de nieuwe Siros monolights met ingebouwde Wifi en optionele PocketWizard ontvanger.
Dan zijn er nog de stands waar je vaak snel aan voorbij loopt, maar die toch wel leuke dingen hebben. Zoals de nieuwe C700 spectrometer van Sekonic. Die komt eind dit jaar op de markt voor ongeveer €1500 en biedt zo’n beetje alles wat je maar zou willen weten als het om kleur gaat. En dat allemaal met een verbluffend simpele bediening en presentatie. Roundshot heeft nieuwe mooie oplossingen voor 360 graden opnamen en een VR drive om een camera zelfstandig te laten verplaatsen. Eye-Fi heeft een nieuwe WiFi SD-kaart waarmee foto’s gelijk naar de cloud gestuurd kunnen worden. En zo is er nog veel meer leuks te zien.
Verlekkeren
Echt groot nieuws is er op de Photokina dit jaar dus niet. Toch is er nog genoeg te ontdekken en te zien. Het blijft natuurlijk altijd leuk om de allernieuwste producten even in het echt te zien en vast te houden. Om te kwijlen bij apparatuur die je nooit zou kunnen kopen, om je te oriënteren op nieuwe mogelijkheden of om je gewoon even als een kind in een speelgoedwinkel te wanen.