Op zondag 19 november 2006 was er in het Institut Néerlandais voor het eerst een zaal vol mensen waarbij Nederlands als voertaal gold. PhotoQ Live sprak met Nederlanders die in Parijs wonen of werken over fotografie in Frankrijk. Het Institut heeft als taak aandacht te vestigen op de Nederlandse cultuur bij een Frans publiek. PhotoQ Live richtte zich op de zondagochtend tot een groot aantal Nederlandse (en Vlaamse) fotoprofessionals die voor Paris Photo in de stad waren die volgens spreker Jan Welters nog steeds geldt als de wereldhoofdstad van de fotografie.
Ruim vijftig mensen luisterden naar gesprekken van Pim Milo met agente Chantal Hoogvliet en Fotograaf Jan Welters, en van Edie Peters met Marieke Wiegel (medewerkster tentoonstellingen van het Institut Néerlandais) en met fotografen Ilse Leenders en Ilse Frech.
De Nederlandse fotoprofessionals die in Parijs wonen en werken spraken over het leven met fotografie in de Franse hoofdstad. Waarom zijn ze naar Parijs gegaan? Wat voor werk doen ze of maken ze? Hoe dring je binnen op de Franse markt?
Marieke Wiegel, programma-medewerkster tentoonstellingen van het Institut Néerlandais, vertelde over het samenstellen van de tentoonstelling Desiree Dolron: Exaltation – Gaze – Xteriors, die op 8 november opende in het instituut. Wiegel ging uitgebreid in op het maken van het Frans/Engelse boek bij deze tentoonstelling in samenwerking met de Franse uitgever Xavier Barral, bekend van de boeken die hij heeft gemaakt samen met de Magnum-fotografen Josef Koudelka en Raymond Depardon.
Marieke Wiegel gaf aan dat het heel erg helpt als je de Franse taal goed beheerst en de finesses aanvoelt. En zij schetste hoe vanuit Frans perspectief naar Nederlandse fotografie wordt gekeken: men vindt het interessant, maar Nederlandse fotografie is anderzijds natuurlijk ook maar een van de vele mogelijkheden waaruit je in Parijs kan kiezen.
Wiegel benadrukte dat de Franse culturele wereld veel meer vanuit hiërarchie werkt, terwijl in Nederland toch meestal makkelijk contact kan worden gemaakt met instellingen en mensen die belangrijk zijn in de fotografie.
Chantal Hoogvliet sprak over het opzetten van haar agentschap voor mode- en wervende fotografie waarbij ook enkele Nederlandse fotografen zijn aangesloten. Zij had de Franse taal niet zo nodig zei ze, vooral ook omdat 80 procent van haar klanten internationaal werkt.
Datzelfde zei ook Jan Welters, die vooral als modefotograaf werkt. Hij woont sinds 1995 in Parijs. Welters werkt voor magazines, doet commerciële opdrachten en houdt tijd vrij voor eigen projecten. De gang naar Parijs heeft er wel voor gezorgd, naar zijn gevoel, dat hij in Nederland een beetje vergeten is: ‘Als er dan een boek over Nederlandse fotografie verschijnt, dan sta ik daar niet in.’
Ilse Leenders ging in op haar verblijf gedurende een jaar in het Van Doesburghuis in Meudon, één van de buitenland-ateliers van het Fonds voor beeldende kunsten, vormgeving en bouwkunst. Ze verdiepte zich in het werk van Van Doesburg en maakte er werk dat is geïnspireerd op de vormen en beeldtaal van De Stijl.
Ilse Frech woont in Amsterdam en werkt en verblijft veel in Parijs. Ze vertelde over het documentaire project waaraan zij werkt in de Parijse voorsteden, over het dagelijks leven van jonge vrouwen, waarbij het de aanwezigen werd gegund om een blik te werpen op het werk dat Frech tot nu toe maakte.