Portfoliorecht voor fotograaf?

Op foto’s rust in beginsel auteursrecht, maar bestaat er ook zoiets als een portfoliorecht? In een rechtszaak tussen (culinair) fotograaf Kraaijeveld en fotostudio Specialsauce komt deze interessante vraag aan de orde.
Kraaijeveld is enige tijd in dienst bij (en ook aandeelhouder van) Specialsauce. Hij maakt in die tijd meerdere foto’s. Kraaijeveld plaatst de door hem gemaakte foto’s op zijn website en op flickr.com. Tussen partijen ontstaat na enige tijd een geschil over de vraag bij wie de auteursrechten op de foto’s rusten. De zaak komt uiteindelijk voor de rechter. Partijen vorderen over en weer onder meer staking van het gebruik van de foto’s. Fotograaf Kraaijeveld beroept zich daarbij niet alleen op auteursrecht, maar ook op het recht om de door hem gemaakte foto’s te gebruiken om aan potentiële klanten te laten zien wat hij kan. Hij duidt dit aan als zijn ‘portfoliorecht’. Bij wie rusten nu de auteursrechten en bestaat er juridisch gezien een zogenoemd portfoliorecht?

De Rechtbank Amsterdam oordeelt eerst dat Kraaijeveld ten aanzien van een aantal foto’s als rechthebbende is aan te merken. Echter, ten aanzien van de foto’s die Kraaijeveld tijdens zijn dienstverband heeft gemaakt, is Specialsauce rechthebbende. Partijen worden over en weer deels in het (on)gelijk gesteld en staan in zoverre dus met lege handen.

Vervolgens oordeelt de rechtbank dat er geen portfoliorecht bestaat met betrekking tot de door Kraaijeveld tijdens zijn dienstverband gemaakte foto’s. Een dergelijk recht kan ook niet uit de Auteurswet worden afgeleid. ‘Het via zijn website en/of flickr.com in grotere, onbeperkte kring tonen van de foto’s is naar het oordeel van de rechtbank een vorm van verveelvoudiging van de foto’s’, aldus de rechtbank.

Wat betekent dit nu? Kraaijeveld mag zonder toestemming geen gebruik maken van de foto’s waarop Specialsauce rechthebbende is en vice versa. Fotograaf en werkgever kúnnen uiteraard wel contractueel anders overeenkomen. Dat is in de hiervoor besproken zaak kennelijk niet gebeurd. Willen partijen alsnog elkaars foto’s kunnen gebruiken, dan zullen zij nu dus met elkaar om de tafel moeten.

Het gebeurt in de praktijk vaker dat geen contractuele afspraken worden gemaakt. Dan geldt in beginsel het volgende:

1. als de fotograaf slechts in opdracht werkt (bijvoorbeeld als zzp’er), dan rusten de auteursrechten op de foto’s bij de fotograaf. Het staat de fotograaf dan ook vrij de foto’s in een portfolio te gebruiken. De opdrachtgever krijgt een impliciete licentie om de foto’s te gebruiken waarvoor ze bestemd zijn.

2. als de fotograaf echter in dienst is bij een werkgever, dan rusten de auteursrechten in beginsel volledig bij de werkgever. Het staat de fotograaf dan niet vrij de desbetreffende foto’s in een portfolio te gebruiken.

Dit geschil maakt eens temeer duidelijk dat het voor alle betrokkenen het beste is om in een (arbeids)overeenkomst vast te leggen bij wie de auteursrechten op foto’s rusten en welke gebruiks(portfolio)rechten er zijn. Zo worden geschillen voorkomen.

Fragmenten uit het vonnis bij Boek9.nl


Joost Becker is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem
(afdeling IE-IT, e-mail: becker@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 77).