Prijs beste fotoboek voor Diamond Matters

De Foto Kees Scherer Prijs is toegekend aan fotograaf Kadir van Lohuizen en uitgeverij Mets & Schilt voor het fotoboek Diamond Matters. De prijs, een geldsom van vijfduizend euro, is bestemd voor de Nederlandse fotograaf én de Nederlandse uitgever van het beste fotoboek, dat in 2005 en 2006 in Nederland is verschenen.
Diamond Matters omvat zwart-wit beelden van de weg die diamanten afleggen van de mijnen naar de jet-set.
De tweejaarlijkse prijs is ingesteld door de Stichting FotoArchief Kees Scherer. In de jury hebben zitting: Anthon Beeke, Hans van Blommestein, Max van Rooy, Marè van der Velde, Anneke van Veen, Marga Rotteveel en Henk Schuurman (voorzitter).

Kadir van Lohuizen (1963) is geboren in Utrecht en woont tegenwoordig in New York. Hij begon na de middelbare school met reizen en fotograferen en is als autodidact uitgegroeid tot een van de betere reportagefotografen. Sinds 1988 werkt hij als fotojournalist en vaak in conflictgebieden als onder meer Palestina, Zuid Afrika en Angola. Indrukwekkend waren zijn foto’s over een rampzalige treinreis van Rwandese vluchtelingen.
Hij is aangesloten bij het Franse bureau Agence Vu. Zijn werk wordt gepubliceerd in onder meer Vrij Nederland, NRC Handelsblad, De Volkskrant, Morgen, Paris Match, The Independent, Newsweek en Time. Verschillende malen is hij gelauwerd voor zijn werk; hij won in 1997 de Zilveren Camera, evenals enkele prijzen in categorieën bij World Press Photo. Er zijn al eerder fotoboeken verschenen over zijn reizen naar Palestina, China en Tibet en over zijn reis langs zeven wereldrivieren. Zijn werk is zowel binnen als buiten Europa vele malen tentoongesteld.

Foto’s van het boek Diamond Matters zullen worden tentoongesteld in het Comeniusmuseum in Naarden Vesting tijdens het FotoFestival Naarden van 17 mei t/m 10 juni 2007 , waar ook de prijsuitreiking zal plaats vinden.

• Recensie op PhotoQ: De weg van de diamant
website Kadir van Lohuizen
website Mets & Schilt
website Stichting FotoArchief Kees Scherer

JURYRAPPORT:
Foto Kees Scherer Prijs 2007

Kadir van Lohuizen (fotograaf)
Mets & Schilt uitgevers

De ondertitel van het boekje Diamond Matters, dat z’n verkleinwoordje dankt aan het formaat, 12 cm hoog en 11 cm breed, luidt Van de mijnen naar de jetset.
Dat is precies de reis van de diamant die fotojournalist Kadir van Lohuizen in dit juweel (sic) van een boekje heeft vastgelegd. Het eerste beeld laat vier mijnwerkers zien op weg van Lucapa naar Dundo in Angola. Vier jongemannen met rugzakken, of liever gezegd zakken op hun rug, een emmer in de hand, een jerrycan, lopen over een totaal verlaten weg naar een lege horizon door een landschap dat met een paar bomen en struiken ook nogal leeg is.
Ongeveer tien pagina’s verder, je moet de pagina’s tellen want ze zijn niet genummerd, wat ook nergens voor nodig is, zie je dezelfde vier terug. Nu staan hun namen erbij: Denis (27), Paulo (30), Joao (29). José (27) en de tekst ‘Wij wonen in Lucapa en lopen elke dag 28 kilometer op en neer naar Chibulo. Daar is de mijn waar we werken.’
Sla je de bladzijde om, dan zie je een foto van Ishmael Nyaka (34) uit Sierra Leone. Hij staat duidelijk op de voorgrond van een mijnafgraving, in zijn rechterhand een emmer en links een wanzeef. De tekst: ‘Ik ben geboren in Koidu. Toen de oorlog uitbrak ben ik gevlucht naar Bo. Eind 2003 ben ik teruggekomen. Ik ben mijnwerker. Het is niet goed hier, er zijn geen sociale voorzieningen. Ik krijg geen geld, alleen maar wat te eten. Als er een diamant gevonden wordt, verdelen we het geld.’
Zo vertelt het boekje het gruwelijke verhaal dat het vergaringsproces van de diamant eigenlijk is. Veel geld, veel ellende, veel onrecht, veel geweld, veel armoede, veel rijkdom. De laatste foto is gemaakt op een ‘jetsetfeest’ in Londen. Op de voorgrond staan twee blonde, niet meer al te jonge vrouwen die glimlachend totaal langs elkaar heen kijken. De vrouw rechts is met juwelen behangen (oorbellen, halscollier, de hele rataplan), zij links heeft niets van dat al, onder een zwart satijnen pofmouwtje piept slechts een tatoeage. Maar waar het om gaat is het middenstuk waar de twee blondines geen oog voor hebben. Een naakte vrouw ligt op haar rug op een tafel. Op haar kruis, haar buik, haar middenrif, haar borsten zijn heel delicaat sushi-hapjes geëtaleerd. Deze kunnen van haar naakte lichaam worden weggenomen, of misschien zelfs weggehapt. Het superrijke tafereel is een decadent samenzijn van diamantairs, hun verwanten en hun klanten.

Het meest bewonderenswaardig is dat fotograaf Kadir Lohuizen en Teun van der Heijden van ontwerpbureau Heijdens Karwei voor dit onthullend relaas hebben gekozen voor een minimalistische uitgave. Maar tevens voor een perfectionistische uitvoering. Het rauwe leven in de mijnen is weergegeven op grof houthoudend papier en via vijf verschillende soorten papierkwaliteit zijn we uiteindelijk bij de hoogglans voor de jetset aangekomen. En al die voortreffelijke fotografie, die soms aan taferelen uit de middeleeuwen doet denken, is gevat in een donkerblauwe aaibare rug.
Kortom, het is een kleinood dat je steeds weer opneemt, doorkijkt, in de binnenkant van je hand laat ronddansen – zo klein is het – en toch een aangrijpend verhaal vertelt. Een fotoreportage die je aanvankelijk als terloops ervaart, door het minimale formaat. Maar ben je over de verbazing van die 12 bij 11 centimeter heen, dan weet je dat je een klein meesterwerk in handen hebt. Alle lof voor Mets & Schilt uitgevers die het aangedurfd heeft dit bijzondere boekje uit te geven.