Het persoonlijk geheugen van makers van schoolboeken is bepalend voor de foto’s die daarin gebruikt worden. Dat dit geheugen soms een loopje neemt met de werkelijkheid, toont Martijn Kleppe aan in zijn proefschrift Canonieke Icoonfoto’s. De rol van (pers)foto’s in de Nederlandse geschiedenis.
Het persbericht van de Erasmus Universiteit Rotterdam vervolgt:
Kleppe analyseerde welke foto’s in schoolboeken functioneren als icoonfoto voor het vak geschiedenis en hoe het komt dat foto’s die status krijgen. Hij concludeert dat een foto van Dolle Mina uit 1970 en Pieter Jelles Troelstra uit 1912 het meeste gepubliceerd worden en functioneren als icoonfoto’s. Hij promoveert donderdag 28 februari 2013 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.
Kleppe analyseerde ruim 400 Nederlandse schoolboeken en 5.000 foto’s en maakte een top-10 van de meest gepubliceerde schoolboeken. Om te achterhalen hoe foto’s gekozen worden, interviewde hij redacteuren van schoolboeken en de makers van de Canon van Nederland die met vijftig afbeeldingen de geschiedenis van Nederland samenvat.
Beide hanteren dezelfde werkwijze bij het zoeken naar beeldmateriaal en voeren dezelfde praktische redenen aan om foto’s te gebruiken: de beelden in een boek moeten bekend zijn zodat ze herkend worden door mogelijke kopers. Er is echter weinig tijd voor uitgebreid onderzoek. Daarom raadplegen redacteuren eerst hun eigen geheugen om te achterhalen welke foto’s zij het beste een onderwerp vinden verbeelden. Daarna zoeken ze de desbetreffende foto in andere boeken of via Google. Op deze manier is hun persoonlijke geheugen leidend voor de beelden die toekomstige generaties zich mogelijk herinneren.
Kleppe beschrijft verschillende voorbeelden waarbij foto’s verkeerd gedateerd of gebruikt worden. Hij pleit dan ook voor meer aandacht voor de selectie van beeldmateriaal in de Nederlandse geschiedschrijving.
Vrouwenemancipatie en de mislukte revolutie van 1918
Kleppe analyseert twee icoonfoto’s uitgebreid: die van de socialistische voorman Pieter Jelles Troelstra, terwijl hij een menigte toespreekt, en de beroemde ‘baas-in-eigen-buik’ foto van de feministische beweging Dolle Mina. Deze foto’s functioneren steeds meer als symbool, Maar regelmatig blijken de foto’s een andere gebeurtenis te verbeelden dan de tekst suggereert.
De foto’s van Dolle Mina en Troelstra worden tegenwoordig nog steeds veel gepubliceerd omdat de gefotografeerde personen de foto in kwestie zich toe-eigenden en daarmee de beeldvorming over zichzelf probeerden te beïnvloeden. Dolle Mina is hierin geslaagd. Kleppe ontdekte dat ze de fotograaf vooraf tipten en uit bestudering van de negatieven van de gehele fotoserie blijkt dat ze uitgebreid poseerden voor de fotograaf. Tot op de dag van vandaag wordt de foto veelvuldig gepubliceerd bij artikelen over vrouwenemancipatie.
Pieter Jelles Troelstra was echter minder succesvol. Ook hij eigende zich de foto toe, maar zijn foto wordt tegenwoordig vaak gebruikt om zijn mislukte revolutiepoging van 1918 te illustreren. Kleppe toont aan dat de foto in 1912 is gemaakt bij een demonstratie waar Troelstra pleitte voor de invoering van vrouwenkiesrecht.
Serious game
Samen met het Nederlands Fotomuseum ontwikkelde Kleppe de serious game ‘Mijn Icoonfotos’ die voortbouwt op de conclusie dat het persoonlijk geheugen leidend is bij de keuze voor beeldmateriaal. Spelers kiezen de foto waarvan zij vinden dat deze het beste een historisch onderwerp verbeeldt. Vervolgens kunnen zij een poster maken met hun gekozen foto’s, deze delen met vrienden via Twitter en Facebook, of thuis uitprinten. Tenslotte kunnen zij hun keuzes vergelijken met die van andere spelers. De game kan online gespeeld worden via www.mijnicoonfotos.nl en op een moderne schoolbank die de komende twee jaar op verschillende plekken in Nederland wordt geplaatst.
Boek
Het proefschrift verschijnt als handelseditie bij uitgeverij Eburon.
Canonieke Icoonfoto’s. De rol van (pers)foto’s in de Nederlandse geschiedschrijving
Uitgeverij Eburon, ISBN 9789059727229
Martijn Kleppe: Data proefschrift beschikbaar