Rineke Dijkstra komt thuis: 75 portretten in het Stedelijk

Na in Parijs, Winterthur en Barcelona te zijn geëxposeerd, is de tentoonstelling Rineke Dijkstra – Portretten terug in de woonplaats van de fotografe.
Hripsimé Visser, conservator fotografie, selecteerde samen met Dijkstra 75 portretten en twee video’s. Ze zijn tot en met 6 februari 2006 in het Stedelijk Museum CS te zien.

Uit de getoonde werken – 75 grote en iets minder grote foto’s in zes zalen en zaaltjes, de Buzzclub-videoprojectie in een verduisterde aangrenzende zaal en een videoportret op een beeldscherm – blijkt dat Dijkstra’s oeuvre tot nu toe in brede samenhang getoond wordt. De expositie bestaat uit een keuze uit het tiental series die tussen 1992 en afgelopen zomer tot stand zijn gekomen.

Voor veertien foto’s uit de beroemde strandserie is in het hart van de expositie een soort erezaal gecreëerd. Het feest der herkenning zet zich voort in de aangrenzende ruimten met drie beelden van de pas bevallen moeders, drie stierenvechters, tien Israëlische dienstplichtige adolescenten, drie Buzzclubmeisjes, enige kinderportretten en de herhaalde ontmoetingen met Almerisa en Olivier. Binnen die twee projecten over respectievelijk de opgroeiende, voormalige asielzoekster en de soldaat uit het Vreemdelingenlegioen komt één van Dijkstra’s kernthema’s, de groei naar volwassenheid, het sterkst naar voren.
Meer recente portretten, gemaakt in parken in Berlijn, Barcelona en Amsterdam, tonen kinderen en jongeren in een soms monumentale natuurlijke omgeving. Een aantal van deze beelden is het Stedelijk voor het eerst te zien.

De massale opening gaf een indicatie dat Dijkstra’s werk een grote impact heeft. Wat betekent deze fotografie voor haar collega’s en andere betrokkenen? We vroegen op de opening en de dagen erna naar de favoriete foto van enige bezoekers.

– Hripsimé Visser: Almerisa in Azielzoekerscentrum Leiden, 14 maart 1994.
‘Een van mijn lievelingsfoto’s is de eerste van Almerisa, in het asielzoekerscentrum. Hij bevat zo’n mooi contrast tussen het formele en het menselijke, ontroerende. In zijn vorm is het een wat stijve officiële foto met een ernstig kind op haar paasbest op een rode stoel. Dan is er bijvoorbeeld de tegenstelling tussen dat zondagse pakje en de armzalige omgeving, de plastic stoel. Het bungelen van de lakschoentjes een eind boven de vloer. Voor mij een goed voorbeeld van de manier waarop Rineke werkt en hoe ze je raakt: binnen die eenvoudige, onspectaculaire opvatting en vorm creëert ze een grote emotionele ruimte.’

– Hedy van Erp, voormalig agent van Rineke Dijkstra: De Moeders, Amsterdam en Den Haag 1994.
‘Die drie foto’s van pas bevallen moeders met hun baby breken totaal met het heersende romantische beeld van moeder en kind. Tijdens de presentatie van Dijkstra’s werk in de British Photographers Gallery zag ik met name mannen onthutst reageren op deze foto’s.’

– Koos Breukel, fotograaf: Kolobrzeg, Polen, 26 juli 1992.
‘De oerfoto uit de strandserie. Ik was erbij toen Rineke hem maakte. Volgens mij hebben we allebei beseft dat ze iets bijzonders op het spoor was.’

– Josje Janse de Ronde Bresser, verzamelaar en fotograaf: Jalta, 30 juli 1993.
‘Ik heb heel weinig met fotografie in kleur. Maar deze foto, drie prachtig serieuze kinderen op het strand, raakt me echt.’

– Roeland Fossen, fotograaf: Kolobrzeg, Polen 27 juli 1992.
‘De pose van de twee jongens in witte onderbroekjes is ernstig en grappig tegelijk. Een foto waarin de trots en kwestbaarheid van de jongetjes indringend aanwezig is.’

– Juul Hondius, fotograaf: drie foto’s van Olivier in het Franse Vreemdelingenlegioen, 2000 – 2002
‘Aanvankelijk had ik weinig met Rineke’s werk. Tijdens een bezoek aan een tentoonstelling van Nederlandse fotografie in de La Salle bank in Chicago, waar naast Rineke Dijkstra en ik een groot aantal Nederlandse fotografen exposeerden, vertelde de collectiebeheerster Eylers over drie foto’s van Olivier. Ik stond de hele tijd naar de foto’s te kijken en zag de werken van Rineke langzaam tot leven komen.’

– Sanne Peper, fotograaf: Meisje in oranje trui.
‘Het is een portret van een meisje dat naar de film Titanic zit te kijken. Dat weet de kijker niet. Rineke heeft haar gefotografeerd op een moment vlak voordat ze gaat huilen.’

– Lard Buurman, fotograaf: Olivier in het Franse Vreemdelingenlegion, 2000-2002.
‘Ik zag de hele serie voor het eerst afgedrukt in een tijdschrift. Wat mij trof was het grote contrast tussen de zeventien- of achttienjarige jongen en de keiharde man, die hij binnen drie jaar is geworden. Vooral de ontwikkeling van zijn kaaklijn viel me toen op. Zelf heb ik geweigerd en vervangende dienstplicht gedaan.’

– Cindy Marler, fotograaf: Evgenya, Tel Hashomar, Israel, 6 maart 2002.
‘Ik hou van schoonheid. Deze foto is bijna onwerkelijk mooi. De kwetsbaarheid van Rineke’s modellen is indrukwekkend en esthetisch gefotografeerd.’

Bij de tentoonstelling is een catalogus verschenen waarin zeventig foto’s -veelal lekker groot – zijn afgedrukt. In de inleiding schrijft Hripsimé Visser op basis van vier foto’s over belangrijke aspecten van Rineke Dijkstra’s oeuvre.
De pose, het masker, Dijkstra’s plaats in de kunstgeschiedenis, de documentaire en de authenticiteit komen daarbij aan orde.
In de epiloog van Urs Stahel, directeur van het Fotomuseum in Wintherthur, gaat hij in op het ‘post-climax’-fenomeen in veel van haar werk.

De foto’s zijn speciaal voor deze expositie gedrukt. De drukken, de lijsten en de inrichting hebben een onnadrukkelijke kwaliteit, een sobere voornaamheid.
Het lijkt mij praktisch onmogelijk om onaangedaan door deze monumentale tentoonstelling te wandelen.

Han Schoonhoven

Rineke Dijkstra – Portretten
Tot en met 6 februari in het Stedelijk Museum CS Amsterdam
Oosterdokskade 5 in Amsterdam

Tweetalige catalogus (Ne/Eng)
fotografie: Rineke Dijkstra
teksten: Hripsimé Visser en Urs Stahel
honderdzestig pagina’s, zeventig foto’s in full color
uitgeverij Schirmer/Mosel i.s.m. de deelnemende musea
prijs 27,50 euro

• Meer informatie: Stedelijk Museum


PhotoQ in English! Ohad Ben-Shimon, psychologist and photography student (KABK – The Hague), writes an essay on why he admires Rineke Dijkstra’s work: ‘People in a social context always leave out a peephole through which others can see their real selves. Being the social detective that Dijkstra is, she tries to pinpoint this quality in the human race.’ Read the pdf: A Psycho-Social Approach