Rineke Dijkstra’s openingswoord bij Digitaal? Analoog!

Het was een drukte van belang, afgelopen zaterdag in het Amsterdamse Huis Marseille. Enkele tientallen fotografen hebben één of meerdere foto’s ter beschikking gesteld ten bate van de benefietveiling voor het in problemen geraakte fotolaboratium AAP. De kijkdagen/tentoonstelling werd geopend door fotografe Rineke Dijkstra. Haar lezenswaardige openingstoespraak vindt u onder dit bericht.
De bezoekers stonden tijdens de toespraak stil in het trappenhuis van het monumentale museum. De opkomst was zo groot dat we minutenlang niet voor of achteruit konden. De 65 deelnemende fotografen en het bijzondere karakter van deze presentatie trokken een groot en gemêleerd publiek.

Het fotolaboratorium AAP (Amsterdam Analogicol Photoprinting), dat in 2005 is opgericht door Gerrit Berghuis en Peter Svenson, werkt in de kleine niche die nog niet door de digitale revolutie is opgeslokt. Printer Peter Svenson, die deze tentoonstelling samenstelde, was al sinds 1980 een ambachtelijke vertrouweling van vele fotografen. Voor deze tentoonstelling koos hij 85 werken die op 12 februari in Felix Merites geveild gaan worden.

Het aanbod is veelzijdig: kleur zowel als zwart-wit, afkomstig uit drie generaties fotografen, van documentair tot bijna abstract, met geschatte waarden van 400 tot 10.000 euro.

De tentoonstelling Digitaal? Analoog! is open tot 27 februari 2011
Huis Marseille, Keizersgracht 401 in Amsterdam
info en beelden: www.huismarseille.nl

En hierbij, met dank aan Rineke Dijkstra, haar openingswoord:

AAP
Zoals veel fotografen van mijn generatie ben ik opgegroeid met z/w fotografie. We hadden onze eigen doka’s en konden eindeloos werken aan de perfecte print.
Halverwege de jaren 80 kwam de kleurenfotografie voor mij in beeld. Ik zat op de Rietveld en ze hadden daar van die zwarte trommels waarmee je zelf een kleurenprint kon maken. Hoe precies je ook probeerde te zijn – was de temparatuur niet exact 34ºC ? – het was bijna onmogelijk om 2x dezelfde print te maken, het was altijd weer een verrassing hoe de kleuren eruitkwamen.

Dus, dan maar het lab. Maar daar was je dan weer overgeleverd aan de laborant die je foto’s print. Of die er zin in had of niet. Ik kan me nog veel gevallen herinneren waarbij ik moest smeken om nog een extra proefstrook. Dan werd er wat met ogen gerold en soms kwam er dan nog een test, die meestal ook niet helemaal was wat je wilde.

Een goede print vormt een wezenlijk onderdeel van de uiteindelijke kwaliteit van je foto. Peter was voor mij de eerste printer die dat helemaal begreep. Hij kwam in 1980 op 24-jarige leeftijd vanuit Nieuw-Zeeland naar Amsterdam. In Nieuw-Zeeland had hij als laborant in een ziekenhuis gewerkt waar hij x-rays moest ontwikkelen en heeft daar het vak onder de knie gekregen. Hij had op die manier voor het eerst de beschikking over een eigen doka. En vanuit deze hobby ontwikkelde zich een meester in de analoge fotografie.

Als je zelf een perfectionist bent, wil je dat je printer dat met je deelt.
Peter is een strijdmakker. Hij probeert niet alleen je werk te begrijpen, maar waar je als fotograaf naar toe wilt. En hij weet dan ook precies wat er wel en niet mogelijk is en het optimale uit je negatief te krijgen.
Peter is niet alleen een uitmuntend printer, hij houdt van fotografen en van fotografie. Of je nu al een bekende fotograaf bent of je begint net, Peter maakt daarin geen onderscheid. Hij kent geen hiërarchie en hij voelt zich superverantwoordelijk voor elke print, dat bijdraagt aan het uiteindelijke beeld.

Een andere kwaliteit van Peter is dat hij altijd binnen de signatuur en identeit van de fotografen blijft die bij hem afdrukken. Hij is de psycholoog-masterprinter. Zijn liefde voor fotografie stelt hem in staat om in de huid van de fotograaf te kruipen om zodoende een optimal resultaat te kunnen bereiken. Deze bewogenheid is van essentieel belang voor een optimale samenwerking tussen hem en de fotograaf

Even een voorbeeld:
In 2002 besloot Kodak over te gaan op een nieuw soort papier, dat zowel voor analoge als voor digitale fotografie gebruikt kon worden.
Dus Ultra 3 werd Ultra Endure en was prima voor de digitale fotografen maar voor de analogen onder ons veel te contrastrijk. Het voordeel van dit papier was dat het 300 jaar meegaat en dat telt natuurlijk ook, maar velen onder ons zaten met de handen in het haar. Ook onze collega’s in Düsseldorf waren ontzet en hebben zelfs geprobeerd om Kodak de Ultra3-machine te laten draaien, maar dan moesten ze voor 1 miljoen jaarlijks afnemen en dat was natuurlijk niet op te brengen. Peter heeft toen een techniek ontwikkeld waarbij hij het papier een nabelichting geeft. En dan hebben we het niet over zomaar een willekeurige nabelichting. Dat werkt zo goed dat zelfs masterprinter Dagmar Mietke in Düsseldorf het ook gebruikt.

Gelukkig zijn er nog veel jonge fotografen die analoog willen werken of daar in geïnteresseerd in zijn. Hoeveel voordelen de digitale fotografie ook heeft, snelheid is niet altijd een pluspunt. Juist in trage processen van de analoge fotografie ben je meer in staat om je een beeld eigen te maken en om echt te kijken. En uiteindelijk gaat het er om een eigen gezicht te krijgen, om je van anderen te onderscheiden. En daarom is Peter onmisbaar omdat hij nog één van de weinige printers is die in staat is om dat proces met ons te delen.

AAP moet blijven!

www.aap-lab.nl

Huis Marseille