Robert Richardson, de William Burroughs van de modefotografie, overleden

Robert (Bob) Richardson is op 5 december 2005 in Manhattan overleden. Hij is 77 jaar geworden. Om onduidelijke redenen kwam dit pas kortgeleden in de publiciteit.
Robert George Richardson werd vlakbij New York, op Long Island, geboren. Hij studeerde aan een kunstacademie maar maakte zijn opleiding niet af en werd free-lance fotograaf. De grote doorbraak was zijn eerste opdracht voor Harper’s Bazaar in 1963. De twee daaropvolgende decennia werkte Bob Richardson voor grote modebladen aan beide zijden van de Atlantische Oceaan.

Zijn werk trok de aandacht omdat hij zijn modellen aanmoedigde uitgesproken emoties, intelligentie en openlijke sexualiteit uit te stralen. Dat was een breuk met het toemalige vrouwbeeld van charme en gelijkmoedigheid.
Richardsons werk sloot perfect aan bij het levensgevoel van jongeren in de ‘sixties’. Hij vertelde ooit dat met name de films van de Italiaanse regisseur Antonioni hem inspireerden. Bob Richardson had een langdurige verhouding met zijn muze, de actrice Anjelica Huston.

Ruth Ansel, de beeldredacteur van Harpers Bazaar die hem zijn eerste opdrachten gaf, vertelde dat Richardson de enige fotograaf was waar Richard Avedon ontzag voor had. Avedon bracht onaangekondigde bezoekjes aan Richardsons studio omdat hij geobsedeerd was door diens talent ‘iets’ in zijn foto’s te krijgen wat hem niet wilde lukken.

Al op éénentwintigjarige leeftijd was er schizofrenie gediagnosteerd bij Richardson. Hij had zijn ziekte zo goed mogelijk geheim gehouden omdat hij bang was daardoor opdrachten mis te lopen. In het begin van de tachtiger jaren verloor Richardson – mede door intensief drug- en drankgebruik – de controle. Hij werkte amper meer en begon door Californië te zwerven.

In 1989 vond een grote fan, de Britse kunsthistoricus Martin Harrison, hem in een goedkoop hotelletje in San Francisco. Samen met een andere bewonderaar, fotograaf Steven Meisel, regelde hij opdrachten voor Richardson bij de Italiaanse Vogue, Marie Claire, GQ, Harper’s Bazaar, Big en andere magazines.

Richardson vond echter dat de New Yorkse tijdschriften middelmatigheid inmiddels tot een kunstvorm hadden verheven en werkte bij voorkeur in Europa. En ja, hij was een rebel omdat hij niet anders kon. Het tegenovergestelde van een rebel is een lafaard en daar lopen er hier al genoeg van rond, zo stelde hij in een recent interview.

De laatste jaren werkte hij aan een monografie. Terry Richardson, de zoon van Bob en inmiddels een even beroemde en beruchte modefotograaf als zijn vader, heeft toegezegd dit boek alsnog te publiceren. In zwart-wit, want zo zag zijn vader de wereld, aldus Richardson junior.