RVD tegen publicatie NRC-foto woonhuis Balkenende

Directeur-generaal van de RVD Gerard van der Wulp vindt de publicatie ‘ongepast’ van een foto in NRC Handelsblad van het woonhuis van premier Balkenende. De krant bracht de foto op 3 april bij een verhaal over de geldende veiligheidsmaatregelen voor ministers en hun gezinnen. De foto laat het huis zien met een daarvoor geplaatste cabine met bewakingspersoneel.
Van der Wulp: ‘Die illustratie is ongelukkig gezien de risico’s voor de veiligheid van regeringsfunctionarissen. De publicatie van een foto van het huis van de minister-president levert ook een inbreuk op hun persoonlijke levenssfeer op.’

Hij vervolgt: ‘Uit de rechtspraak blijkt dat er geen rangorde is tussen grondrechten. Consequentie hiervan is dat de uitoefening van het ene grondrecht (bijv. de vrijheid van meningsuiting) geen rechtvaardiging oplevert voor de inbreuk op een ander grondrecht (bijv. de bescherming van de persoonlijke levenssfeer). Dat de redactie de onderhavige foto een nieuwswaardige illustratie vindt, is geen rechtvaardiging voor de publicatie ervan. Juist bij een artikel over veiligheid het ongepast het mogelijke doelwit in beeld te brengen. Ik vraag de krant in het vervolg bij eventuele inbreuken op de persoonlijke levenssfeer van leden van de regering of hun families te beoordelen of er een juridisch toereikende rechtvaardiging is. Ik vraag ook krant of in het vervolg de maatschappelijke verantwoordelijkheid van de krant voor de bevordering van hun veiligheid wordt meegewogen.’

NRC-hoofdredacteur Folkert Jensma was niet gelukkig met de fotokeus, maar is het ook niet eens met Van der Wulp, zo blijkt uit zijn uitvoerige reactie:

‘Bij het genoemde artikel stonden twee foto’s, waarvan de onderste het huis van de premier liet zien. In het bijschrift werd ook zijn woonplaats vermeld, conform de journalistieke ‘wie-wat-waar’-regel. De bovenste foto toonde de aanleg van beveiligingspoortjes bij de Tweede Kamer. Het artikel begeleidde een bericht over het omverrijden van fractievoorzitter Van Aartsen en gaf politieke reacties en citaten van beveiligingsexperts.

Strikt genomen was er geen reden om dit huis te laten zien. Het artikel ging niet specifiek over de premier. Er had ook gekozen kunnen worden voor foto’s van woningen van andere gezagsdragers in hetzelfde schuitje. Dat was overigens aanvankelijk ook het plan. Een archieffoto van het huis van PvdA-voorman Melkert (inmiddels woonachtig in de VS) was eerst voorzien. Maar de plaat van het huis van de premier werd toch als spannender beoordeeld. Een goede nieuwsfoto brengt het nieuws immers dichtbij.

Maar is door de afbeelding van zijn huis, met vermelding van woonplaats, ook de veiligheid van de premier in het geding gebracht? En is er inbreuk op zijn privacy gemaakt? Voor het eerste vind ik meer te zeggen dan voor het tweede. Ontegenzeggelijk maak je het kwaadwillenden makkelijker met deze krant in de hand het huis van de premier te vinden. Zo’n foto kan als aanwijzing dienen. En dat had ook vermeden kunnen worden. Het artikel ging niet specifiek over de beveiliging van dit huis van deze premier. De foto was vooral suggestief: van een plek waar iets zou kunnen gebeuren. De vermelding van de woonplaats in het bijschrift, hoe feitelijk ook bedoeld, versterkte dat effect. Mijn conclusie is dat deze foto inderdaad als algemene illustratie bij artikelen over beveiliging van ‘VIP-gezinnen’ niet geschikt is.

Ik geloof overigens niet dat de krant de risico’s voor de premier ook heel erg heeft vergroot. Zijn woonplaats is een feit van algemene bekendheid. Zijn adres was tot voor kort na te slaan in open bestanden. Onlangs publiceerde een andere krant een plattegrond van zijn woonwijk, mét straatnaam. Wie hem zoekt kan hem vinden. Maar de krant hoeft dat inderdaad niet te vergemakkelijken, zonder goede reden.

Het argument ‘privacyschending’ overtuigt me niet, al was het maar omdat dit kabinet steeds uitdraagt dat privacy geen vaste waarde meer is. Er verschijnen steeds meer gemeentelijke toezichtcamera’s, het koppelen van databestanden, legitimatieplicht en preventief fouilleren worden bevorderd waar het maar kan. De redenering dat er tussen grondrechten geen rangorde is en dat dus voor een inbreuk op de privacy een rechtvaardiging moet zijn, is ook om te draaien. Ook een inbreuk op vrije nieuwsgaring moet gerechtvaardigd worden. En is een (nieuws)foto van een woning nu echt een inbreuk op de persoonlijke levenssfeer van degene die er woont? ‘