Schoonheid zonder paradijs in Fotomuseum Den Haag

Veertien internationale kunstenaars tonen in een gezamenlijke presentatie in het Fotomuseum Den Haag werk onder de titel Empty Paradise. In de foto’s, tekeningen en collages van geïsoleerde eilanden, verlaten dorpen en ontheemde mensen, maar ook in verwrongen (zelf)portretten en stemmige stillevens wordt duidelijk dat het verlangen naar het paradijs, naar een volmaakte wereld, een loos streven blijkt te zijn. De deelnemende kunstenaars laten zich niet leiden door valse mythes en grootse gebaren, maar vinden juist door de afwezigheid van de paradijsbelofte een bijna hemelse schoonheid in gebeurtenissen en verschijningsvormen van alledag, aldus een persbericht.
Het bericht vervolgt:

‘In de tentoonstelling valt te ontdekken dat het ‘lege paradijs’ vele gedaantes kent. Bij zowel de Italiaan Cesare Bedognè (1968) als de Spaanse Anna Malagrida (1970) staan ‘ondoorzichtige ramen’ bijvoorbeeld centraal. Na het overlijden van zijn Nederlandse vrouw Monique in 1998 werkt Bedognè aan zijn serie Broken Images waarin landschappen waargenomen door gebroken ramen een belangrijke rol spelen. Malagrida fotografeerde op haar beurt de stoffige of met kalk beschilderde ramen van een leegstaand gesticht. In het stof is door voorbijgangers geschreven en getekend, toch kun je niet zien wat zich achter de ramen afspeelt.

Verwrongen zelfportretten als die van Laurence Demaison (1965) en Ingmar Lemmens (1967) weerspiegelen de onmogelijkheid het zelf te perfectioneren. Op zoek naar haar eigen identiteit vervormt en misvormt Demaison haar eigen lichaam en laat ze het uiteindelijk volledig verdwijnen. De Hagenaar Lemmens ontdekte vier jaar geleden de mogelijkheden van digitale fotografie. Het resultaat zijn vervreemdende zelfportretten en vervormde foto’s, veelal geplukt van het internet.

De Belgische fotografe Brigitte Grignet (1968) en de in Nederland woonachtige Géraldine Jeanjean (1978) verbeelden leegte elk op hun eigen wijze. Grignets reeks Chiloé: La Cruz del Sur uit 2006 geeft een beeld van een enigszins geïsoleerd schiereiland in het zuiden van Chili. Jeanjeans oma woonde in Frankrijks meest dunbevolkte streek, in het dorp Aumont. Zij maakte hier in een periode van vier jaar een reeks beelden, landschappen en portretten, waarbij stilte en verlatenheid centraal staan.

De schoonheid van het alledaagse wordt zowel in de foto’s van Bart Julius Peters (1971) als in die van Gayatri Subramanian (1972) gerepresenteerd. Peters’ foto’s zijn herkenbaar en vervreemdend tegelijk; tijdloos, maar ook nostalgisch. We zien plaatsen en mensen, waarbij het lijkt of de Amsterdamse fotograaf onderdeel is van de wereld die hij vastlegt. De Indiase Subramanian toont een serie foto’s van momenten, personen en plaatsen binnen de intieme sfeer van een huis. Door de gesuggereerde privésfeer blijven de beelden ongrijpbaar en abstract.

De tweeling Ani en Nare Eloyan (1988) uit Den Haag maakte onafhankelijk van elkaar een installatiewand met teksten, tekeningen en foto’s. Beiden refereren op sinistere wijze aan de universele ervaring van het bestaan. In Ani’s bijdrage staat de fotoserie The Artist centraal, een zelfportret dat niet per se over haarzelf gaat, maar over het cliché dat een kunstenaar zou moet lijden aan het leven. Nare’s wand is een mixed-media collage waarin zij haar eigen, soms grimmige ervaringswereld representeert, die tegelijkertijd universeel is.’

Deelnemende kunstenaars: Cesare Bedognè (I), Keith Carter (USA), Laurence Demaison (F), Ani Eloyan (NL), Nare Eloyan (NL), Brigitte Grignet (B), Arja Hyytiäinen (FIN), Géraldine Jeanjean (NL), Eke Kriek (NL), Ingmar Lemmens (NL), Anna Malagrida (SP), Igor Malijevský (CZ), Bart Julius Peters (NL) en Gayatri Subramanian (IND).

www.fotomuseumdenhaag.nl