In de Chileense stad Ovalle is eerder vandaag Sergio Larraín overleden. ‘De Chileense fotografie is in rouw,’ kopt de site Emol. Niet alleen in zijn vaderland, maar wereldwijd was Larraín een geziene fotograaf: in 1961 werd hij volwaardig lid van Magnum en onder meer Life en Paris Match publiceerden zijn werk.
Larraín is in 1931 in de hoofdstad Santiago geboren. Eind jaren veertig studeerde Larrain bosbouw in de VS, maar hij stapte over naar een fotografiestudie aan de universiteit van Michigan.
Begin jaren vijftig keerde hij terug naar Chili. Daar volgde zijn eerste solo-tentoonstelling in Santiago. Eind jaren vijftig verbleef de Chilleense fotograaf gedurende langere tijd in Londen. Exposities van Larraíns werk reisden langs steden als Berlijn, Valencia, Londen, Parijs en Chicago. Foto’s van Larraín zijn onder meer opgenomen in de collectie van het MoMA (Museum of Modern Art) in New York. Opvallend was het grote gehalte aan staande foto’s in zijn oeuvre.
In de jaren zeventig trok Larraín zich terug in het stadje Monte Patria om zich toe te leggen op meditatie en oosterse filosofie. Die stap in zijn leven, gecombineerd met een aanvankelijk beperkt enthousiasme over zijn werk in Chili zorgde ervoor dat de reputatie van Larraín uiteindelijk kon uitgroeien tot een zekere mythe, aldus Emol. Larrain onderhield verder onder meer gode contacten met zijn landgenoot en dichter Pablo Neruda.
Ooit vertelde Larraín een verhaal aan de schrijver Julio Cortázar over een foto gemaakt op de Notre Dame in Parijs waarop een misdaad is te zien die pas later werd onthuld. Hierdoor geïnspireerd schreef Cortázar het verhaal Blow Up, in 1966 verfilmd onder dezelfde titel door Michelangelo Antonioni.
Emol.com: La fotografía chilena está de duelo: A los 81 años murió Sergio Larraín
Slideshow bij Magnum Photos: Sergio Larrain