De Amsterdamse vestiging van Sotheby’s stopt met de jaarlijkse veilingen, waarin uitsluitend fotografie aangeboden wordt. Er zal in voorkomende gevallen nog wel fotografie worden geveild, maar dan als onderdeel van een veiling van één particuliere verzamelaar of als deel van een veiling van moderne kunst.
Volgens Barbara Jonckheer, hoofd moderne en hedendaagse kunst van Sotheby’s, heeft het internationale management van het veilinghuis al eerder het besluit genomen de fotografieveilingen in de toekomst te concentreren in New York en Londen, en is er geen causaal verband met de tegenvallende opbrengsten op de veiling van afgelopen week.
– door Han Schoonhoven
Uit de berichtgeving van Sotheby’s over haar fotografieveiling van dinsdag ontstaat mogelijk de indruk dat het een succesvolle verkoop betrof. Dat idee behoeft enige nuancering. Zoals al uit de opsomming van de top tien blijkt, gingen de verkochte kavels vooral naar buitenlandse verzamelaars en handelaars. De animo vanuit de halfgevulde veilingzaal was bepaald niet groot. De aanwezigen zaten er een groot deel van de tijd voor spek en bonen bij, terwijl de veilingmeester in commissie bood tegen de kopers die zich telefonisch hadden aangemeld. We mogen ervan uitgaan dat die telefonische bieders vooral uit het buitenland afkomstig zijn.
Het overgrote deel van de foto’s moest tussen de 1500 tot 3000 euro opbrengen. Dat lukte lang niet altijd en in veel gevallen bleven die foto’s dan onverkocht. Hans van den Bogaard, fotograaf en verzamelaar, vond het jammer dat het aanbod zo ‘vlak’ was. Beginnende verzamelaars zouden volgens hem eerder iets kopen wanneer de minimumprijs niet zo hoog zou liggen. Daarnaast viel het hem op dat er maar weinig foto’s in het duurdere segment werden aangeboden. Van de 310 kavels zijn er 131 niet verkocht of teruggetrokken. Bij zes van de zeven in de catalogus gepresenteerde Cartier-Bresson’s bestreden de erven het eigendomsrecht van de aanbieder en die konden dus niet worden verkocht.
Eén van de aanwezige Nederlandse verzamelaars, Peter Smulders, noemde als bezwaar dat hij de afgelopen jaren steeds dezelfde foto’s voorbij zag komen. Een ander probleem vond ook hij de door Sotheby’s gehanteerde minimumprijs per kavel. Die lag op 1500 euro bij deze veiling. Volgens Smulders zouden bijvoorbeeld de foto’s van Paul Kooiker wel verkocht zijn, wanneer die niet met z’n vieren in één kavel waren aangeboden met een minimumprijs van 2000 euro.
Van den Bogaard en Smulders waren het erover eens dat er wel degelijk een Nederlandse markt voor fotografie bestaat, maar dat de Nederlandse (aspirant-)verzamelaars over het algemeen niet zulke diepe broekzakken hebben als de Italiaanse en Amerikaanse collectioneurs. Het is voor de liefhebbers van interessante drukken te hopen dat er ergens in Nederland een veilinghuis een poging gaat wagen fotografie aan te bieden die wel binnen hun budget ligt.
• Eerder deze week op PhotoQ: Veilingrecord voor Anton Corbijn: 18 duizend euro
• Vorig jaar op PhotoQ: Sotheby’s veilt 189 foto’s voor 7 ton
• En in 2005: Collectie Eva Besnyö onder grote belangstelling geveild