Vanochtend vroeg is de Amerikaanse fotojournalist Stanley Greene overleden in zijn woonplaats Parijs, aan de gevolgen van kanker die door zijn hele lichaam was uitgezaaid. Greene geldt als een van belangrijkste oorlogsfotografen van zijn generatie. Met name met werk uit Tsjetsjenië en reportages over de nasleep van de orkaan Katrina in het zuiden van de VS oogste hij grote bewondering. Tien jaar geleden richtte hij met Kadir van Lohuizen, Frencesco Zizola en andere fotografen het agentschap Noor Images op.
Op zijn Facebook-pagina schrijft Van Lohuizen: “My friend, comrade and brother has left. I will miss our arguments we had, but where the love always prevailed.”
Stanley Greene was een door zijn werk – durf, betrokkenheid, sterk beeld – en door zijn charismatische voorkomen geliefd bij vele collega’s. Tijdens het World Press Photo Festival in april sprak Greene nog de Sem Presser Lecture uit voor een groot en enthousiast publiek in het Compagnietheater in Amsterdam.
Greene werd in 1949 in de VS geboren. In zijn tienerjaren was hij al lid van de Black Panthers en demonstreerde hij tegen de oorlog in Vietnam. In zijn vroege jaren als fotograaf documenteerde hij onder meer de punk scene in San Francisco in de jaren 70 en 80, wat in resulteerde in het boek The Western Front. Nadat hij de legendarische W .Eugene Smith had ontmoet besloot hij zich op de fotojournalistiek te storten. Hij werkte voor magazines en New York Newsday.
In 1986 vestige hij zich in Parijs om van daaruit wereldwijd opdrachten te doen. Hij was in 1989 getuige van de val van de Berlijnse muur. De gevolgen van die gebeurtenis verschaften hem in de jaren daarna een rode draad in zijn werk: het verval van het communisme en het uiteenvallen van de Sovjet-Unie.
Van 1991 tot 2007 was Greene lid van het agentschap Agence Vu. In 1993 werkte hij vanuit Moskou voor grote internationale bladen als Liberation, Paris Match, Time, The New York Times Magazine, Newsweek en Le Nouvel Observateur. In oktober van dat jaar ontsnapte hij maar net aan de dood toen hij als enige westerse journalist aanwezig was in het Witte Huis in Moskou tijdens een poging om het bewind van Boris Jeltsin omver te werpen. De reportage hiervan leverde Greene onder meer twee prijzen op bij World Press Photo.
Van 1994 tot 2001 volgde Greene de burgeroorlog in Tsjetsjenië. Van het werk dat hij daar maakte – wereldwijd veel gepubliceerd – maakte hij later het fotoboek Open Wound: Chechnya 1994-2003. Zijn Tsjetsjeense werk verscheen ook in het boek A Dirty War: A Russian Reporter in Chechnya (2001) van de kritische en later om het leven gebrachte Russische journaliste Anna Politkovskaya.
In 2010 maakte Greene samen met Kadir van Lohuizen een groot project over de gevolgen van de orkaan Katrina op de bewoners van de kust van de Golf van Mexico. In dat jaar verscheen ook zijn boek Black Passport, waarin Stanley Greene een oprechte inkijk geeft in zijn leven als conflictfotograaf en waarin hij een poging doet een balans te vinden tussen wat hij mee maakt in oorlogsgebieden en het leven van zijn vrienden en kennissen in Europa en de VS.
Greene was een veel gelauwerd fotograaf. Hij ontving de the Lifetime Achievement Visa d’Or Award (2016), een Aftermath Project Grant (2013), de Prix International Planète Albert Kahn (2011), de W. Eugene Smith Award (2004), de Alicia Patterson Fellowship (1998) and vijf prijzen bij World Press Photo.