Een muur vol ansichtkaarten van vreemde, half herkenbare voorwerpen zorgde ervoor dat het Steenbergen Stipendium naar Olya Oleinic (1991, KABK) is gegaan. Met haar presentatie ‘Universal guide to everything’ wil Oleinic laten zien hoe kennis op het internet toevallige opeenstapelingen en kruisverbanden groeit én vervormt tot een nieuwe werkelijkheid. Carilijne Pieters (1991, HKU) krijgt voor haar project ‘De liefde is alles, hè?’ de publieksprijs.
“Het is een beeldtaal die je direct associeert met computer, software en gerenderde beelden. En dat is het intelligente aan haar project. Haar fascinatie voor de manier waarop kennis op internet groeit, door rare opstapelingen en kruisverbanden, heeft zij weten om te zetten in beelden waarin hetzelfde gebeurt,” aldus de jury over het winnende project. De jury, bestaande uit Sterre Sprengers (juryvoorzitter Steenbergen Stipendium, beeldredacteur De Correspondent), Jaap Scheeren (fotograaf en eervolle vermelding Steenbergen Stipendium 2003) en Caroline von Courten (promovendus in fototheorie, Universiteit Leiden), was niet op zoek naar ‘een vlekkeloos project’. Volgens het juryrapport was wil de jury “pril talent met potentie stimuleren om te groeien. Een talent dat vanuit intrinsieke motivatie het medium onderzoekt, dat ander soort werk durft te maken, dat stappen blijft zetten ook als het allang een doel heeft behaald. Talent waar nog meer succes in verscholen zit en die er hopelijk uitkomt met onder andere het winnen van een prijs als het Steenbergen Stipendium.” Aan die voorwaarden voldoet Oleinic.
Pieters kreeg de meeste stemmen voor haar project en verdiende daarmee de publieksprijs. De jury schrijft over het project: “Een film die simpelweg prachtig en ontroerend is. Met zichtbaar veel toewijding en tijd filmde zij haar grootouders, die een leven leiden zoals zoveel grootouders in Nederland. Tijdens het jureren zaten anderen in het publiek te huilen. Bestaat er een groter compliment?”
De jury had geen makkelijk jaar volgens juryvoorzitter Sprengers in het juryrapport. Dat komt deels omdat fotografie zich niet meer alleen beperkt tot het stilstaande beeld. Het wordt ook gecombineerd met video, tekst en audio en strekt zich uit van boeken en apps tot kunst aan de muur. Bovendien stelt ze dat de verschillen tussen de verschillende kunstacademies steeds groter worden, wat vergelijken lastiger maakt.
Kritiek op foto-opleidingen
De jury is kritisch over het niveau van de opleidingen, die een grote rol spelen in de projecten die de afgestudeerden maken. De Artez opleiding in Enschede blijft duidelijk achter stelt de jury: “Zowel technisch als inhoudelijk halen de afstudeerprojecten op deze opleiding niet het niveau dat je van kunstacademiestudenten verwacht. Bewustzijn over het werkveld waar de studenten zich na hun opleiding toe moeten verhouden lijkt onvoldoende aanwezig.” Over de HKU was de jury evenmin even positief: “Potentie was er zeker wel te vinden, maar er was onvoldoende focus op het goed presenteren van de afstudeerprojecten. Het maakte een wat vermoeide indruk, alsof iedereen met andere dingen bezig was.” De studenten van de Gerrit Rietveld Academie leveren te vaak ontoegankelijk werk op, dat blijft hangen in de vorm. Weliswaar ziet de jury bij de Willem de Kooning Academie een duidelijke vooruitgang, het niveau is nog te wisselend.
Positiever is de jury over St. Joost. “Elk project is verzorgd, de balans is goed tussen verschillende soorten projecten en de verdeling in de ruimte, er wordt gewerkt met verschillende vormen van presenteren en interactie met het publiek.” De beste kunstacademie is volgens de jury nog altijd de KABK in Den Haag: “Studenten op deze opleiding lijken de vrijheid te voelen het medium voor hun eigen fascinatie in te zetten, en worden daarin gestimuleerd en onder- steund door de opleiding.” De studenten van de KABK zijn volgens de jury ook het best voorbereid op het werkveld.
Het werk van de winnaars en de genomineerden van het Steenbergen Stipendium 2014 is nog tot en met 2 november te zien in het Nederlands Fotomuseum.