En, wat doen we met een portretfoto? Zo’n foto kijken we aan. Zelf wanen we ons onbespied wanneer we brutaal tussen onbekende ogen door, via die onwennige neus, naar het gebit in een vreemde mond loeren. Ja, we zijn op zoek naar herkenning. Die blik. O, is hij zó iemand…
Nee, Alexander Dalzell Sprunt komt ons niet bekend voor. Wel blijven we achter de hoekige zwarte lijn haken die van de linker bakkebaard met een knik langs het oor zijn kaak blijft volgen. Bepaald niet vleselijk. We denken eerder aan een schaar.
Alexander is 24 jaar wanneer hij in 1915 als Tweede Luitenant met het 4th Battalion Bedfordshire Regiment naar het front vertrekt. Zijn ouders laten hem los. Datzelfde jaar moeten ze het voor eeuwig doen met twee smalle, hoog opgetrokken schouders in een slecht zittend uniform plus een te groot hoofd onder een opgeplakte pet. Hun heldhaftige zoon.
Wat er precies is voorgevallen weten we niet. Ja, Alexander is beschoten en aan zijn wonden bezweken. Maar het is allemaal te snel gegaan, zijn geüniformeerde heldenfoto – de trots van alle soldatenouders – is nog niet eens genomen. Uit tomeloos verdriet verbreekt de schaar de stilte en slaat aan het knippen: scherp langs de klep, kaak en halslijn van een willekeurig ander soldatenportret. Diens kop moet eraan geloven, valt uit het beeld ten prooi aan een leugen. Alexanders burgerhoofd schuift erin. Nu nog wat lijm.
Het is even knutselen om de dood te kunnen eren.
Schrijfster en beeldend kunstenaar Margit Willems deelt foto’s met ons uit haar verzameling en die van anderen. Meer fotokeuzes van Willems zijn te vinden op de Facebook-pagina K Wispelaer Zetkrant.