Szulc gooit knuppel in hoenderhok Naarden

De in Spanje wonende Nederlandse fotograaf Michel Szulc-Krzyzanowski vindt dat de foto’s van Alex ten Napel op het fotofestival in Naarden een slechte keus zijn. Szulc vindt dat de curatoren van Naarden verkeerd hebben gekozen door op de wallen van de vestingstad foto’s op megaformaat te hangen van ‘de volgende Sander-epigoon en Dijkstra-naäper’.


Lees eerst onderstaand stuk en reageer per mail, dan maken we er een mooie discussie van: info@photoq.nl
En de reacties staan hier


Wat hebben de Rolling Stones met Alex ten Napel van doen?
Die op leeftijd geraakte musicerende multimiljonairs met een Nederlandse fotograaf wiens foto’s nu aan de vestingmuur van Naarden hangen ?

Deze week legde Bob Herbert in de New York Times haarfijn uit waarom de Rolling Stones reeds meer dan 40 jaar een groot succes zijn.
‘They took the blues and wrung out the grief and sadness until all that was left in most cases was the fun.’
Precies zoals Anthony Robbins in zijn boek over neuro-linguistic programming beschrijft hoe men succes kan verwerven: ‘je pikt elementen van wat oorspronkelijk en uniek was, arrangeert deze op een andere wijze en voil.’

De Duitse fotograaf August Sander (1876 – 1964) fotografeerde vanaf 1910 mensen op een heel eigen wijze. Hij liet ze in hun eigen omgeving kijkend in de camera poseren. Zijn manier van fotograferen was gebaseerd op zijn ambitie om de maatschappij visueel te inventariseren.
Deze methode van fotograferen heeft hij zijn hele professionele leven consequent doorgevoerd en hij is er beroemd mee geworden.

De Nederlandse fotografe Rineke Dijkstra (1959-…) dacht rond 1992, wat August Sander kon, dat kan ik ook, en fotografeerde á la August Sander mensen op het strand.
Haar succes, afgeleid van dat van August Sander, heeft vervolgens velen geïnspireerd om de Sander-methode ook toe te passen. En dat is begrijpelijk. Het is makkelijk. De fotograaf hoeft geen oorspronkelijke aanpak te bedenken. Het is eenvoudig uit te voeren en succes is verzekerd.

Aan de muren van de vesting van Naarden hangt nu de volgende Sander-epigoon en Dijkstra-naäper.
Het is wat dichter in beeld gebracht, maar het concept is hetzelfde.
Tot aan de badpakken toe…

Als Nederlands fotograaf die reeds geruime tijd in het buitenland woont kocht ik als voorbereiding op mijn komende bezoek aan Nederland de Volkskrant en zag Alex ten Napels foto’s.
Dat Ten Napel oude wijn in nieuwe zakken aanbiedt is zijn vrijheid en artistieke verantwoordelijkheid.
Maar onbegrijpelijk is dat de curatoren van het Festival van Naarden nog met dit soort van fotografie durven te komen.
Was dat nu het meest opwindende, meest enerverende, meest vernieuwende wat ze konden vinden om als uithangbord voor het fotofestival te dienen?
Zijn er momenteel in Nederland geen fotografen die oorspronkelijk en innovatieve werk maken en meer in aanmerking waren gekomen?
Of worden deze door de curatoren van Naarden genegeerd?

Twee weken geleden was er in Mairie d’Issy bij Parijs een enorme tentoonstelling van jonge Europese kunstenaars. Veel van het gepresenteerde werk was fotografie. Wat anders was. Nieuw. Innoverend. Prikkelend.

Dus is de keuze van de Naardense curatoren voor het makkelijke succes?
Is dat de funktie van een fotofestival?

Cadaques.
17 mei 2005
Michel Szulc-Krzyzanowski