De Amerikaanse fotograaf Meyerowitz houdt van de straat. Het is het belangrijkste thema binnen zijn oeuvre. In Out of the Ordinary 1970-1980 blikt hij terug op zijn foto’s van de steden en de highways van de Verenigde Staten. Bij de tentoonstelling in Rotterdam verscheen een catalogus.
Joel Meyerowitz (New York, V.S. 1938) is opgeleid tot schilder en medisch tekenaar. In de inleiding van deze uitgave schrijft hij: ‘In 1962 was ik een abstract schilder met een sterk realiteitsgevoel en werkte als art director bij een klein reclamebureau in New York. Tijdens een klus begeleidt hij de -hem onbekende- fotograaf Robert Frank tijdens een fotosessie. Meyerowitz raakt gefascineerd door Frank die opnamen maakt ‘terwijl hij liep en bewoog’. Hij besluit te plekke fotograaf te worden.
Tegen de heersende cultuur van die tijd in –de zwart-wit fotografie van Henri Cartier-Bresson en Robert Frank waren de norm– gaat Meyerowitz in kleur werken, want ‘de wereld was in kleur’. Hij fotografeert met een stille Leica, vaak voorzien van groothoeklens.
Het duurt even, maar omdat ook getalenteerde fotografen als William Egglestone en Stephen Shore het Amerikaanse straatleven in kleur gaan fotograferen, wordt er gaandeweg anders tegen beelden in ‘full color’ aangekeken. Mede dankzij grote tentoonstellingen en succesvolle boeken in de jaren zeventig, begint het culturele publiek het gebruik van kleur als vanzelfsprekend te zien.
In 1976 koopt Meyerowitz een Deardorff, een klassiek houten camera die negatieven van 20 bij 25 centimeter belicht. De foto’s die hij ermee maakt, bundelt hij in zijn eerste boek Cape Light. Deze uitgave (uit 1978) met verstilde opnamen van de Amerikaanse oostkust haalt een oplage van 100.000 exemplaren. In 1983, dus ruim twintig jaar nadat hij ermee begon, verschijnt er voor het eerst een publicatie met straatfoto’s van Meyerowitz: Wild Flowers.
Meyerowitz heeft samen met Garry Winogrand op straat gewerkt. Wanneer je zijn werk naast dat van Winogrand, Frank en een andere tijdgenoot Lee Friedlander legt, zijn er nog andere verschillen dan alleen het werken in kleur te zien. Winogrand heeft vele duizenden filmrolletjes belicht en durfde het verst te gaan in zijn vormexperimenten. Frank’s aanpak zou je -kort door de bocht- meer literair kunnen noemen, veel van zijn foto’s hebben een melancholisch karakter. Friedlander geeft ruimte aan de ironie en houdt en maakt daarbij gebruik van dwingende composities.
Meyerowitz’ foto’s lijken minder nadrukkelijk dan die van zijn tijdgenoten. Zijn werk is milder en lijkt meer vanuit een
-persoonlijke- esthetische behoefte gefotografeerd. Een streven naar schoonheid dat naar mijn mening zelfs nadrukkelijk aanwezig is in de serie Aftermath, die hij maakte van het opruimen van de ruïnes van de Twin Towers. Op dit moment fotografeert Meyerowitz de ruim 40 parken van New York, die in veel gevallen verwilderd zijn en samen een enorme variatie in landschappen vormen.
De catalogus wordt ingeleid door de fotograaf zelf, in de epiloog gaat Frits Gierstberg in op de carrière van Meyerowitz, de straatfotografie en de ontwikkeling van de kunstzinnige toepassing van kleur in het medium. Out of the Ordinary 1970-1980 is in een geheel Nederlandstalige editie verschenen. Omdat het daardoor waarschijnlijk een kleine oplage heeft, is de prijs een tikje aan de hoge kant. Wel geeft het, met een stuk of vijftig foto’s in een karakteristiek kleurenscala, een aardig overzicht van de verschillende aspecten van Meyerowitz’ vroege werk.
Han Schoonhoven
Out of the Ordinary 1970-1980
fotografie: Joel Meyerowitz
teksten: Joel Meyerowitz en Frits Gierstberg
paperback, 88 pagina’s, 21 x 29,5 cm
uitgevers: Episode publishers
prijs: 29.50
De tentoonstelling is tot en met 25 november in het Nederlands Fotomuseum te zien. Op 6 november zal Meyerowitz aldaar zijn werk toelichten, zie: Joel Meyerowitz geeft lezing in Rotterdam