Uitgebreid verslag De Donkere Kamer #4

Ondanks de vroege zomer is Pakhuis de Zwijger bij aanvang van De Donkere Kamer (DDK) letterlijk tot aan de nok toe gevuld. Binnen het ‘veld’ van de Nederlandse fotografie is dit live magazine inmiddels een begrip. Maar ‘master of ceremony’ Lars Boering legt toch nog even kort het concept van de ‘pitch’ uit: drie fotografen krijgen de kans om in drie minuten het publiek te overtuigen de vijf euro entree, omgezet naar vijf muntjes, aan hun droomproject te spenderen. Crowdfunding dus, een fenomeen dat later op de avond nog ter sprake zou komen. Maar eerst de pitches.
Martijn van de Griendt mag aftrappen met zijn werving voor ‘Hassan & Hoesein’. Martijn zou dit project graag voortzetten en de familie van deze twee puberende jongens, die hij al vanaf hun derde levensjaar volgt, ondertussen ook nog wat meegeven van de wereld. Volharding met hart en ziel, ondanks de zenuwen op overtuigende wijze – de multimediale aanpak was een primeur voor DDK – gepresenteerd. De eerste drie minuten van deze avond geven meteen aan dat de lat hoog ligt deze avond.

Hoe definieer je een eigen signatuur? Wendelien Daan heeft het gevonden in het ongemak. Ze kiest daarom voor het werken met onervaren, jonge modellen die niet per se voldoen aan het standaard schoonheidsideaal. Daarbij is ze bewust op zoek naar ’tussen-momenten’, waarop de modellen zich even minder bewust zijn van haar aanwezigheid, en naar locaties die deze onbestendigheid kunnen versterken. Dit semi-autonome werk, onder andere gepubliceerd in ‘chique’ bladen als Vogue en de Elle, levert niet meteen wat op, maar het geeft Wendelien Daan wel de mogelijkheid haar portfolio uit te breiden en wellicht om te zetten naar exposities of zelfs een boek. Toch ook niet een onbelangrijke verrijking voor een professional.

De tweede pitcher van de avond, Johan Nieuwenhuize, heeft een vergelijkbaar doel voor ogen. Hij hoopt het publiek warm te krijgen voor een boek met zijn werk dat hij in China maakte. Gefocust als hij is om z’n complexe werkwijze over het voetlicht te krijgen vergeet Johan in de haast om dit te vermelden maar gelukkig krijgt hij door een vraag uit het publiek alsnog de kans zijn doelstelling kort en bondig uit de doeken te doen.

Een ander vast onderdeel van DDK is dat een gerenommeerde fotograaf zijn of haar favoriete camera komt tonen. Maar in het geval van Jeroen Hofman is het wellicht beter om te spreken van een ‘machine’: de Cambo Wide. Hofman heeft in deze analoge camera, geschikt voor een digitale Hasselblad-achterwand, een bondgenoot gevonden om de weidsheid van het geconstrueerde oefenterrein te definiëren en zijn project (‘Playground’) uiteindelijk met het nodige geduld tot een goed einde te brengen. “Een goed stuk Hollands materiaal”, zoals hij zelf zegt, die Hofman vervolgens met alle bijbehorende hulpstukken 20 meter boven de grond op een zelfbestuurde hoogwerker tilt. Een symbiose tussen menselijk geduld en technologische betrouwbaarheid.

Dat het naast technische ondersteuning ook mogelijk is om elkaar vanuit verschillende disciplines te stimuleren bewijzen Ines Cuesta (illustrator) en Liselotte Habets (fotografe). Bevestigd door het verrassende resultaat van hun samenwerking en geïnspireerd door de foto’s die Magnum-fotograaf Thomas Dworzak ooit vond van de Taliban hebben ze nu het plan opgevat om in een zelf geïnitieerde studiosessie een vergelijkbaar resultaat te bewerkstelligen. Deze derde pitch van de avond is er daarom op gericht financiën te vergaren voor een ‘shoot’.

Hoewel nauwelijks bij te houden in zijn enthousiasme zouden drie minuten voor de jonge Canadese fotojournalist Ed Ou (24) bij lange na nooit genoeg zijn om zijn verhaal uit de doeken te doen. Afgelopen jaar nog student tijdens de Joop Swart Masterclass was Ou tijdens de afgelopen World Press Photo verkiezing, met zijn beeldverhaal uit de Hoorn van Afrika winnaar in de categorie ‘contemporary issues’. Inmiddels werkt Ou met volle overgave aan de verslaggeving van de Arabische Lente, waarbij hij zich nadrukkelijk richt op het zoeken naar een alternatieve kijk op de actualiteit.

Journalisten zijn tegenwoordig naast verslaggever ook aanleiding van conflict geworden. De instabiele werksituatie – de onduidelijke en steeds verschuivende verhouding tussen ‘vriend’ en ‘vijand’ – maakt dit werk ernstig gecompliceerd, maar de stress van zijn bestaan lijkt Ed Ou niet al te veel te deren. Hoewel niet de gedroomde loopbaan vanuit het perspectief van zijn ouders (zij kwamen toch niet helemaal vanuit Taiwan naar Canada om hun zoon vervolgens te zien vertrekken naar het uitzichtloze Afrika?!) voelt Ed Ou zich bij conflictsituaties als een vis in het water. Geboren voor de fotojournalistiek.

Na deze ‘special guest’ kan het publiek even uitblazen, maar direct na de pauze worden alle zintuigen weer op scherp gezet wanneer Tobias Reymond zijn verhaal doet over ‘computer generated imagery’, oftewel: CGI. Waar het op neer komt is dat het ‘renderen’ van beelden niet voor iedereen is weggelegd, want deze wondere wereld van de digitale beeldbewerking blijkt toch niet zo toegankelijk: instappen begint ongeveer bij een ton in euro’s. En dan moet je het technisch ook nog maar allemaal kunnen uitvoeren. Kortom, het creëren van een onbegrensde virtuele belevingswereld leidt in eerste instantie dus nog tot zeer realistisch bloeden. Toch, ondanks de pecuniaire beperkingen levert werken met CGI ook veel technische en logistieke oplossingen.

In het post-‘decive-moment’ tijdperk blijkt er gelukkig ook nog ruimte voor het glimlach opwekkende werk van de straatfotograaf. Dat is tenminste wat blijkt uit de competitie voor de Gouden Grijns, een initiatief van fotografen Merlijn Doomernik en Roger Cremers om de humor in de fotografie te bevorderen. Melig of serieus grappig, met zijn beeld van twee dromedarissen die snuffelen in afvalcontainers plukt winnaar Hans Palmboom – nomen est omen – er inmiddels onverwacht de vruchten van: door alle media-aandacht is hij nu officieel gestigmatiseerd als een ‘beroemde’ fotograaf. Gelukkig mag hij vanavond aan zijn collega’s tonen dat zijn winnende foto geen ‘lucky shot’ was. Het goed geïnformeerde publiek zag ondertussen in zijn korte slideshow presentatie waar hij voor het op droge wijze tonen van de aangetroffen absurditeiten zijn inspiratie haalt.

“Genoeg gelachen”, zegt presentator Boering wanneer hij de kritische column van Marc Prüst aankondigt. Prüst blikt terug op het jaar waarin de intendant documentaire fotografie, aangesteld door het Fonds BKVB, vanuit verschillende hoek onder vuur is komen te liggen. Velen, waaronder hijzelf, hebben vraagtekens gesteld bij de wijze waarop getracht is de documentaire fotografie in Nederland op een hoger podium te tillen. Geldverspilling? Het zal moeten blijken tijdens een naderend debat. Ja, dat is ook een traditie tijdens de Donkere Kamer. Dat er genoeg mensen met geslepen messen rondlopen in het ‘veld’, dat weten we inmiddels wel. Maar het is Marc Prüst zelf die benadrukt waartoe die scherpte zou moeten dienen: niet om elkaar de benen af te hakken maar om gezamenlijk tot een betere prestatie te komen.

Daar kan ook Rob Hornstra zich wel in vinden. Lange tijd gekend als ‘aanstormend talent’ is Hornstra inmiddels al jarenlang een actieve speler binnen de documentaire fotografie. Een spits zelfs, die zijn avantgardistische crowdfunding-methode met betrekking tot zijn ‘Sochi’-project (een samenwerkingsverband met Arnold Verbruggen) op deze avond gesteund ziet wanneer presentator Boering het publiek aanzet om allen twee euro te doneren en zo een collectief ‘gold membership’ te bemachtigen. Hornstra, met deze onverwachte duit in het zakje voor dit langlopende Russische avontuur een beetje in verlegenheid gebracht, wenst tot besluit nog wel even te benadrukken dat het bij crowdfunding nooit de bedoeling mag zijn om mensen voor het blok te zetten waar het gaat om donaties. Maar een beetje steun kan nooit kwaad. Dat kan inmiddels ook worden beaamd door Martijn van de Griendt, die met ruim duizend euro aan muntjes in zijn zakken het goede nieuws aan Hassan en Hussein kan vertellen. Een geslaagde pitch in een gevarieerd programma van een succesvolle formule. Over twee maanden zal het vast weer storm lopen in De Zwijger.

De column van Marc Prüst: Directeur Fonds BKVB zette intendant in onmogelijke positie

Zie ook: Kort verslag Donkere Kamer #4