Van buiten naar binnen – Twee ‘nieuwe’ publicaties van Roger Ballen

Onlangs verschenen twee interessante titels, Dorps en Roger Ballen, Photographs 1969-2010, met oud en nieuw werk van de Zuid-Afrikaanse fotograaf Roger Ballen.

Het zijn de door inteelt getekende koppen zoals die van Dresie en Casie waarmee de Amerikaan Roger Ballen (1950) in de jaren negentig wereldroem vergaarde. De tweeling vormt een van de centrale foto’s in Ballen’s publicatie Platteland, Images from Rural South Africa (1994) dat bol stond van foto’s met arme blanken, niet zelden mentaal beperkt, die zich in de marge van de samenleving bevonden.

De portretten werden gepubliceerd tijdens de zwanenzang van Apartheid. In Zuid-Afrika werden de foto’s afgeserveerd als grotesk en racistisch. Ballen werd van verraad beschuldigd en werd met de dood bedreigd. Buiten Zuid-Afrika steeg zijn roem echter exponentieel. Platteland bleek voor Ballen de springplank naar internationaal succes, maar vormde tevens een kentering in zijn al even grillige als afwisselende oeuvre.

Ballens oeuvre laat zich moeizaam omschrijven. Dat komt mede doordat de context waarin zijn werk steeds weer wordt gepresenteerd steeds veranderd. Voor een deel is Ballen hier zelf debet aan. De beroemde foto’s uit Platteland keren steevast terug in andere publicaties, zoals Outland (2001) en Shadow Chamber (2005) waarin de foto’s de specifiek Zuid-Afrikaanse context verliezen en in een breder psychologische geheel worden gepresenteerd

Een zwaktebod? Niet perse! Vooral Outland is een sterk, op zichzelf staand boek, dat nogal eens onterecht als derde deel in een trilogie wordt geplaatst. Nee, Outland bevatte nieuwe foto’s alsmede foto’s uit Platteland en het eerder verschenen Dorps, Small Towns of South Africa (1986).

Onlangs verscheen bij de Zuid-Afrikaanse uitgeverij Protea Broekhuis een uitgebreide heruitgave van dit boek. Het is een verstandige keuze van de uitgever, want Ballens werk is nog steeds populair en Dorps en Platteland zijn twee moeilijk verkrijgbare titels.

Dorps is vormgegeven zoals Platteland en kan gezien worden als een voorbode van Ballens meesterwerk. Waar Platteland echter slechts uit portretten bestaat, daar bevat Dorps meer foto’s van interieurs en architectuur. Zo nu en dan portretteerde Ballen de bewoners van deze woningen, een werkwijze die hij voor Platteland geheel zou toepassen.

Het idee voor Dorps ontstond toen Ballen voor een mijnbouwbedrijf talloze kleine Zuid-Afrikaanse dorpjes bezocht. Hij kwam erachter dat de klassieke bouwstijl van deze dorpjes plaats maakte voor modernere gebouwen en ter herinnering diende te worden vastgelegd. De foto’s van voorgevels, artefacten, oude huisjes en de bewoners doen een grote invloed van Walker Evans vermoeden. De stijlkenmerken waarmee Ballen later zo beroemd zou worden zijn in Dorps voor het eerst aanwezig. Vooral de portretten van de bewoners zijn overduidelijk een soort van voorstudies van zijn werk in Platteland en Outland. Ook in Dorps worden, hoofdzakelijk, maar beslist niet alleen blanke mensen op confronterende wijze geportretteerd. Het gebruik daarbij van flitslicht herinnert aan de werkwijze van Diane Arbus.

Opvallend is dat Dorps nauwelijks kritiek opriep, zoals Platteland dat wel deed. Wellicht omdat Ballen voor Platteland zijn onderwerp expliciet koppelde aan het verschijnsel van armoede onder blanken, een complex historisch thema waarop in Zuid-Afrika lange tijd een taboe heerste. Verder worden de geportretteerden in Dorps eenvoudigweg gekoppeld aan hun woningen en kleine afgelegen dorpen, terwijl Ballen voor Platteland nog verder de marges van het Zuid-Afrikaanse bestaan zocht en de nadruk op personen legde die in de ogen van criticasters als etnische groep van primitieven werden gepresenteerd.

Anno 2011 zal de heruitgave van Dorps nauwelijks stof doen opwaaien. Eigenlijk betreft het een exacte kopie van de oorspronkelijke uitgave, aangevuld met enkele fraaie extra platen die echter weinig aan het boek toevoegen. Ze lijken wat inspiratieloos gegroepeerd aan het begin van het boek geplaatst, wat doet vermoeden dat er weinig is nagedacht over het nut van een goede beeldselectie.

Een miniem verschil met de eerste druk is overigens dat de lofuiting door schrijver André Brink op de achterkaft van de oorspronkelijk uitgave, plaats heeft gemaakt voor een commentaar van Ballen zelf, waardoor hij het boek duidelijk plaatst in zijn oeuvre. Dat is jammer want Brink schreef destijds: ‘Above all, his view is compassionate. In stripping bare whatever or whoever his camera focuses upon, he knows how to expose ‘what is mortal and unsure’. Unflinching, his camera’s eye stares at unrelenting reality; at the same time it reveals essences of experience and of being in the world.’

Juist het woord ‘compassionate’ vormt de basis voor de aanhoudende discussie tussen voor- en tegenstanders van het werk van Ballen, een discussie die vooral na Dorps werd gevoerd. Met terugwerkende kracht stelt Ballen dan ook dat Dorps een cruciaal boek is, dat door de uitgave van Platteland aan betekenis won.

Platteland bleek een kentering in Ballens werkwijze. Dat blijkt duidelijk uit het onlangs verschenen retrospectief Roger Ballen Photographs 1969-2010. Hoewel deze publicatie leidt aan de kwalen waaraan retrospectieven vaak leiden, namelijk de afwezigheid van een thema, geeft het een prachtig inzicht in Ballens ontwikkeling als fotograaf. Voor het eerst worden zijn zeer vroege foto’s getoond, waarin duidelijk de invloed van het Magnum collectief doorschemert. Dat is niet vreemd. Ballens moeder was werkzaam bij het agentschap en zodoende kwam haar zoon op jonge leeftijd in aanraking met geëngageerde fotografie. Foto’s uit zijn eerste boek Boyhood (1979) laten zien dat hij pas met Dorps een eigen stijl ontwikkelde.

Na het nog ‘documentaire’ Platteland ontstaat er een spanning tussen feit en fictie in zijn werk. Deze spanning is echter niet altijd even intens aanwezig geweest, hoezeer Ballen ons dit ook wil doen geloven. Na Platteland heeft hij overduidelijk de overstap gemaakt van ‘documentaire’ naar ‘autonome’ fotografie. Zo wordt in dit retrospectief bijvoorbeeld genoemd dat Ballen nooit politieke statements maakte over Apartheid, zoals bijvoorbeeld David Goldblatt dat deed. Maar niets is minder waar, de tekst van Platteland plaatst zijn portretten expliciet in de door Apartheid doordrenkte Zuid-Afrikaanse geschiedenis. Hoewel hij, in tegenstelling tot vele Zuid-Afrikaanse fotografen, niet op de barricades stond was de combinatie van tekst en beeld wel degelijk expliciet.

Vanaf Outland maakt Ballen abstracter werk dat, weliswaar nog steeds in Zuid-Afrika is gemaakt, maar dat er niet meer specifiek betrekking heeft op dit geografische en historische gebied. Ballen zegt zich meer te richten op de algemene psychologische identiteit van de mensheid. Het werk wordt daarmee meer geënsceneerd, zonder dat de fotograaf zich hier heel erg veel voorbereidingen voor trof. De surrealistische series die de basis vormden voor publicaties als Shadow Chamber (2005) en Boarding House (2009) werd gepubliceerd wordt zoniet nog abstracter en de mens bevindt zich in deze foto’s letterlijk in de marge van het beeld. Het interieur waarin personen, figuren en objecten zijn opgesteld, komt wederom centraal te staan en fungeert als metafoor van de menselijke geest. De grote vraag is of het hier de geest van Ballen of toch die van de door hem geportretteerden betreft. Hieruit volgt wederom de vraag of Ballen zijn onderwerp gebruikt voor eigen glorie. Exploiterend of betrokken, kunst of kitsch, het zijn termen aan Ballens werk blijven worden gekoppeld. Mooi of niet, boeiend is het in sowieso.

Photographs 1969-2009 (2010)
teksten: Ulrich Pohlmann
foto’s: Roger Ballen
gebonden 30 x 23 cm
144 pagina’s
uitgever: Kerber Verlag
ISBN: 9783866784628
prijs: €43,99

Dorps (2011)
foto’s: Roger Ballen
gebonden 29 x 25 cm
160 pagina’s
uitgever: Protea Boekhuis
ISBN: 9781869193942
prijs: ongeveer €30

www.rogerballen.com

Van 7 mei t/m 28 augustus 2011 is het werk van Roger Ballen te zien in het museum Het Domein in Sittard.