In een grote hal in Arles waar vroeger treinen werden opgelapt is een ruimte waarin je binnenstapt door een zwart gordijn. Er klinken continu roffels en een projectie op grote snelheid toont in vele ‘beats per minute’ foto’s van oorlog, dood en seks. In een aansluitende ruimte klinkt heel rustige muziek, maar chillen is er niet bij. Vijf diaprojectoren vertonen in een horizontale strook nog meer foto’s van geweld en verval, niet altijd even scherp, vaak een grove korrel.
Het is een installatie waarmee vier jonge Magnum-fotografen proberen een nieuwe manier te vinden om de reportages die ze de afgelopen jaren maakten in landen als Afghanistan, Irak en Rusland te presenteren. Een poging die helaas in goede bedoelingen blijft steken. De roffel blijft hangen, enkele foto’s ook, maar het blijft onduidelijk wat de fotografen eigenlijk willen vertellen. Behalve dan dat de wereld niet deugt en in een exponentieel versnellende draaikolk van seks en geweld ten onder zal gaan. Misschien wel een weergave van het gevoel van deze fotografen die van de ene ellendige plek in de wereld naar de andere reizen, maar het zou in de fotojournalistiek toch eerder om de boodschap moeten gaan dan om de boodschapper.
Deze Off Broadway zoals Thomas Dworzak, Alex Majoli, Paolo Pellegrin en Illka Uimonen hun product noemen is er één van meerdere exposities die nieuwe manieren van presenteren zoeken. Zoals de grote houten panelen waarop de Irak-foto’s van Geert van Kesteren worden gepresenteerd gecombineerd met associatieve teksten, een omzetting van het boek Why Mister, Why? in een tentoonstelling van beelden waar je door heen kunt lopen. En de wanden die Christien Meindertsma heeft volgehangen met uitgeprinte A4-tjes van scharen, messen, pistolen en ander op Schiphol in beslag genomen materiaal.
Naast deze trend waarin we zien dat fotojournalistiek en conceptuele autonome fotografie naar elkaar toegroeien worden we in Arles vooral geconfronteerd met fotografen die Photoshop gebruiken om de werkelijkheid die ze niet kunnen registreren te manipuleren met elektroniscche toevoegingen. Verbeelding, om het wat positiever te omschrijven. De Israelische fotograaf Barr Frydlender maakt op verschillende tijdstippen foto’s op een vaste plek en verwerkt de gemaakte beelden in een nieuwe foto die knap in Photoshop tot één geheel worden gesmeed. Dat levert licht vervreemdende beelden op, maar om nu te zeggen dat het je aan het denken zet: nee. Een effect dat zich ook voordoet bij het werk van de Fransman Mathieu Bernard-Reymond wier foto’s meerdere afbeeldingen van één persoon op het strand laten zien of een cheetah die zich ‘snachts langs een Europese nieuwbouwwoning voortbeweegt. Knap gemaakte Photoshop-kunstjes, maar meer dan knap gemaakt is het niet. En dat is eigenlijk toch wel gek nu dit digitale schilderwerk al weer een jaar of vijftien intensief gebruikt wordt.
Hoewel het fascinerend blijft om zoveel fotografie in zoveel prachtige en grote ruimtes te zien hangen, is mijn conclusie dat reeds langer geleden gemaakt werk de meeste indruk maakt: een installatie over rechtvaardigheid van Miguel Rio Branco en de serie verbluffende landschapsfoto’s uit oorlogsgebieden van Simon Norfolk. Dat is werk dat je aan het denken zet.
Edie Peters