Of de bron van foto’s nou islamitisch of westers is, manipulatie kan alleen worden onderkend door het gezonde verstand, denkt Hans Aarsman.
Voor foto’s uit islamitische landen maken internationale persbureau’s steeds meer gebruik van lokale, islamitische, fotografen. Ze zijn goedkoper en ze ondervinden minder agressiviteit van omstanders. Henri Beunders vreest dat dit tot partijdige berichtgeving leidt. Daartoe geeft hij een aantal voorbeelden. Eén daarvan is het met photoshop dramatiseren van de lucht boven Beiroet na een raketinslag.
De verantwoordelijke fotograaf Adnan Haij werd vorige week door het persbureau Reuters op staande voet ontslagen. Een lichtelijk overtrokken reactie voor iets wat in de jaren dat er nog geen photoshop bestond dagelijkse pratijk was: in de donkere kamer drukte men luchten door om ze te dramatiseren. Maar goed, het blijft manipulatie en het is voorstelbaar dat een persbureau elke suggestie van partijdigheid wil vermijden.
Naast het digitaal manipuleren van beeld zou er volgens Henri Beunders ook driftig worden geënsceneerd door islamatische fotografen. Hij noemt twee recente gevallen uit Libanon.
Na de Israëlische raketaanslag van 30 juli op een huis in Qana, zou een reddingswerker met een omgekomen peuter een rondje langs alle fotografen hebben gelopen. Henri Beunders heeft deze informatie van een aantal weblogs waarop dat rondje is geanalyseerd. Aan de hand van het tijdstip waarop de foto’s genomen zouden zijn, hebben de webloggers vastgesteld dat deze reddingswerker gedurende een paar uur de dode peuter standby hield om er steeds weer mee rond te rennen als een nieuwe fotograaf ten tonele verscheen.
Op deze versie van de gebeurtenis valt het een en ander af te dingen. Persbureaus geven hun foto’s vaak tijdstippen mee. Die tijdstippen geven niet het moment weer waarop de foto daadwerkelijk is genomen. Dus dat tussen de ene en de andere opname van hetzelfde tafereel een paar uur verschil zit, zegt niet zo veel. Ook stuurt ieder fotopersbureau naar belangwekkende gebeurtenissen een eigen fotograaf. Dat is de reden dat dezelfde reddingswerker met hetzelfde kind op foto’s van meerdere fotografen voorkomt.
Een ander voorbeeld dat Beunders noemt, betreft een Libanese jongeman die omgekomen zou zijn bij het bombardement op Tyrus van 26 juli, maar op latere foto’s springlevend blijkt te zijn. Het gaat hier om een jongen met een herkenbare korte broek die na het bombardement aan het zoeken is naar overlevenden. Op een van de foto’s zien we hem tussen het puin liggen. Conclusie: hij doet voor de foto of hij dood onder het puin vandaan wordt gehaald. Maar zou het niet kunnen dat het hem even te veel is geworden? Als je in de chaos en de paniek na een bombardement naar overlevenden zoekt, kan het toch zijn dat er iets knapt? Je zal al gravend maar op het lijk stuiten van iemand die je dierbaar is. Of je glijdt uit en knalt met je hoofd ergens tegenop. De manier waarop de jongeman overeind wordt getrokken, geeft ook al aan dat het niet om een dode gaat. Dan valt je hoofd naar achteren als je wordt opgetild. Voor iemand die onder het puin vandaan wordt getrokken, zit er ook te weinig stof op zijn bovenlijf. De foto is trouwens van een niet-lokale fotograaf, aan de credits te zien.
De verdachtmakingen van Henri Beunders aan het adres van persfotografen in oorlogsgebieden, doen vermoeden dat hij weinig idee heeft van oorlogsomstandigheden. Na een bombardement heb je wel wat anders aan je hoofd dan voor de show kinderlijkjes rond te slepen of jezelf voor dood te houden.
Henri Beunders stelt voor om manipulatie te voorkomen, persbureaus al hun ruwe materiaal op het internet te laten publiceren. Dat is een weinig realistisch voorstel. Op de krant komen iedere dag gemiddeld 5000 foto’s binnen. Dat is geselecteerd materiaal. Om die hoeveelheid goed te bekijken, heeft een fotoredacteur een dagtaak. Laat staan als het ruwe materiaal meekomt. Daar komt bij, hoe moet is aan een bestand te zien of het ruw is? Of moeten fotografen verplicht worden gesteld hun memorysticks op foto-controlepunten in te leveren? Manipulatie is ingebakken in alle berichtgeving, in foto’s én in verhalen. Of de bron nou islamitisch is of westers. Wat helpt is het gebruiken van je gezonde verstand, en niet alleen foto’s tegen het licht te houden, maar ook verhalen, zoals de kwaadsprekerij die Henri Beunders aanhaalt.
Hans Aarsman is fotograaf
Dit stuk verscheen eerder op de Forum-pagina van de Volkskrant, dinsdag 15 augustus 2006
• Terug naar De waarheid en de oorlog …