Er blijft maar rechtspraak komen over (on)toelaatbare beeldcitaten. Dat is goed voor de rechtsontwikkeling. Steeds duidelijker wordt wanneer derden toestemming van de fotograaf nodig hebben, en wanneer zij met een beroep op het citaatrecht (art. 15a Auteurswet) foto’s zonder toestemming mogen overnemen. Ditmaal een uitspraak in een geschil waarin een foto gemaakt door Guus de Jong van Jan Mulder met sportverslaggever Jan Wauters zonder toestemming is overgenomen. Wat was er in deze zaak aan de hand?
Auteur W. plaatste de foto op twee websites in de rubriek ‘Boek van de week’ genaamd ‘Jan Wauters over Jan Mulder’ bij een artikel. W. heeft hiervoor geen toestemming gevraagd. Het bijzondere in dit geval is dat W. (mede)auteur is van het boek waaruit de foto komt. W. bepleit dat de foto een functioneel verband heeft met het artikel, en daarom geciteerd mocht worden. De fotograaf bepleit dat de foto uitsluitend een illustratief karakter heeft en vooraf toestemming gevraagd had moeten worden. Hoe oordeelt de rechter?
‘Juist is de stelling van W. dat het voor een beroep op het citaatrecht niet beslissend is dat de foto niet wordt besproken. Het verband tussen de tekst ‘Jan Wauters over Jan Mulder’ en de foto waarop Wauters en Mulder centraal staan afgebeeld is voldoende duidelijk. Echter, door plaatsing van de foto op groot formaat bovenaan het artikel heeft W. de grenzen van een toelaatbaar citaat overschreden. Op de afbeelding is zodanige nadruk komen te liggen dat de foto in overwegende mate de functie van trekker naar en versiering van de website heeft gekregen (HR 26 juni 1992, NJ 1993, 205).’
In het Hoge Raad arrest dat aan het eind wordt aangehaald, is onder meer bepaald dat een afbeelding uit een boek bij een bespreking van dat boek een toelaatbaar citaat is ‘mits de afbeelding samen met de tekst van de bespreking redelijkerwijs kan worden beschouwd als een geheel dat ertoe strekt om aan de lezer een indruk van het betreffende boek te geven’. Als op de foto een zodanige nadruk komt te liggen ‘dat zij in overwegende mate de functie van versiering krijgt’ is dat ontoelaatbaar. Daar is bij de foto geplaatst door W. sprake van, omdat deze in groot formaat is overgenomen.
Bovendien had W. de naam van De Jong niet vermeld, terwijl dat van hem wel verwacht mocht worden omdat in de colofon van het boek ‘Jan Mulder’ de naam van de fotograaf is vermeld. Het beroep op het citaatrecht wordt dan ook afgewezen.
Kortom, hoewel het in een geval als deze het niet nodig is dat de foto daadwerkelijk wordt besproken, is er toch geen geldig citaat mede. De Jong krijgt € 1020 aan schadevergoeding en ruim € 1500 proceskosten toegewezen.
——
Uitspraak: http://www.iept.nl/files/2012/IEPT20121030_Rb_Amsterdam_De_Jong_Photography.pdf
In mijn column van september 2012 schreef ik ook al over de scheidslijn van (on)toelaatbare beeldcitaten. Zie: https://photoq.nl/articles/columns/becker-over-recht/2012/09/14/beeldcitaten-waar-ligt-de-grens-van-het-toelaatbare/
—
Joost Becker is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem (afdeling IE-IT, e-mail: becker@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 77).