We zijn in Parijs. Het is 1950

Ed van de Elsken en Robert Frank slenteren door de stegen, wandelen over de straten, flaneren op de boulevards. Jongens zijn het, rond de vijfentwintig, jongens met een camera, op zoek naar hun vorm. In het Fotomuseum in Rotterdam hangen ze naast elkaar, zo’n zeventig foto’s van Frank en twintig van Van der Elsken, ter lering en vermaak.
De ruim negentig foto’s zijn zwart-wit. De makers van de tentoonstelling blijven in stijl: bij foto’s die niet eerder zijn gepubliceerd is een zwart rond stickertje geplakt, bij vintages (door Frank zelf in die periode afgedrukte foto’s) een grijze. Frank drukte grijs. Het is een andere wereld, net als de oorspronkelijke afdrukken van bijvoorbeeld Cas Oorthuys uit de jaren veertig en vijftig. Grijs, mist en tussenlicht.

Europa was geruïneerd, Parijs was optisch ongeschonden en bleek na die oorlog een magneet voor artistieke jongeren die iets wilden. Wat precies wisten ze nog niet, maar de energie is alomtegenwoordig in hun foto’s, in de literatuur en in de muziek. Robert Frank had in de Verenigde Staten weinig weerklank gevonden, Ed van der Elsken ontvluchtte het benauwde naoorlogse Nederland.

Ze waren arm, de fotografen en de mensen die zij portretteerden. En omdat ze allemaal arm waren gaf het niet. Van der Elsken wilde als fotograaf serieus genomen worden en maakte de strakste foto’s uit zijn carriere, uiterst beheerste composities zoals hij die daarna nooit meer heeft gemaakt. Frank fotografeert als een poëet: André Breton, roerganger van de surrealisten had hem, twintig jaar eerder, direct tot zijn stal gerekend.

In de beelden van Frank duiken opvallend veel bloemen op. De uitspraak van de fotograaf dat hij hoopt dat de kijker zijn werk ziet alsof hij ‘een dichtregel voor de tweede keer zou lezen,’ is als motto voor deze tentoonstelling gekozen. Die bloemen zou je als een dichterlijk symbool van vergankelijkheid kunnen zien.

Van der Elsken, waarvan enkele beelden te zien zijn die nooit eerder werden uitgebracht, nam sterke signalen uit het straatbeeld in zijn foto’s op: neonreclames, affiches en opschriften, misschien met Walker Evans in het achterhoofd.

Het combineren van deze twee series suggereert een verband tussen de oeuvres van beide fotografen, dat verder niet wordt toegelicht. Of de heren elkaar hebben gezien of gesproken is blijkbaar onbekend. Wat blijft zijn twee klasssieke ode’s aan de Franse hoofdstad en haar bewoners.

Paris-Parijs
Robert Frank en Ed van der Elsken

De tentoonstelling is samengesteld door Robert Frank en Ute Eskildsen/Folkwang Museum Essen en georganiseerd in samenwerking met het Museo di Fotografia Contemporanea (Cinicello Balsamo, I), Jeu de Paume (Parijs, F) en het Nederlands Fotomuseum, Rotterdam. Bij de tentoonstelling is een catalogus verschenen: Robert Frank: Paris (Steidl Verlag, 2008), met een interview met Robert Frank door Ute Eskildsen. De expositiie is nog tot en met 7 juni te zien in het Nederlands Fotomuseum, Wilhelminakade 332 in Rotterdam