Weinig bekende aspecten van de Nationale Fotografiecollectie in twee nieuwe publicaties

In het kader van het Manfred & Hanna Heiting Scholarschip, het onderzoeksprogramma van de Nationale Fotografiecollectie in het Rijksmuseum, zijn kort geleden twee publicaties uitgebracht met de resultaten van de eerste twee onderzoeken. Deel 1 over de indrukwekkende natuurfotografie van Richard Tepe, deel 2 over fotografie met betrekking tot koloniale tentoonstellingen in Amsterdam, Antwerpen en Brussel.
Sinds 2004 is het Rijksmuseum door het Heiting Fonds in de gelegenheid om per jaar twee onderzoeken te laten doen naar interessante aspecten van de grote en veelzijdige fotografiecollectie. Vorige maand zijn onderzoekers nummer 7 en 8 aangetreden. Om dit werk voor belangstellenden toegankelijk te maken is besloten de opeenvolgende studies in boekvorm uit te brengen. Deel 1 en 2 zijn inmiddels verzonden naar de gespecialiseerde instellingen in Nederland en buitenland. Liefhebbers van de fotografiegeschiedenis kunnen de boeken inzien in de bibliotheken van fotomusea en -instituten. Van de bescheiden oplage, 750 exemplaren, zijn slechts enkele tientallen te koop.

Het eerste deeltje heet Richard Tepe: Photography of Nature in the Netherlands 1900 – 1940 en biedt een overzicht van het onderzoek van Christiane Kuhlmann. Richard Tepe (Amsterdam 1864 – Apeldoorn 1952) was een pionier op het gebied van het natuurbehoud. Hij onderscheidde zich door zijn professionaliteit in de fotografie en als natuurbeschermer. Tepe was één van de eersten die begreep dat door ontwikkelingen als de snelle verstedelijking in Nederland, de overgebleven natuur bescherming behoefde.

In het laatste decennium van de negentiende eeuw begon Tepe te fotograferen en maakte vele opnamen van bloemen, planten, vruchten en de Nederlandse fauna. Zijn aandacht en sympathie ging daarbij vooral uit naar vogels in hun natuurlijke omgeving. Daarnaast bestaat zijn oeuvre uit stillevens, landschappen en genretaferelen. Tepe’s foto’s zijn voor de Tweede Wereldoorlog regelmatig gepubliceerd, onder andere in boeken van collega en vriend Jac. P. Thijsse, maar raakten in de vergetelheid. Men dacht dat zijn negatieven en afdrukken verloren waren gegaan tot zij zo’n tien jaar terug bij een veiling opdoken en van daaruit in verschillende Nederlandse collecties terecht kwamen.

In Ethnics and Trade: Photography and the Colonial Exhibitions in Amsterdam, Antwerp and Brussels vinden we het onderzoeksverslag van Laetitia Dujardin over verschillende omgangsvormen met en houdingen van negentiende-eeuwse Europeanen ten aanzien van de bevolking van Nederlandse en Belgische koloniën. Amsterdam had met de ‘Internationale Koloniale en Uitvoerhandel Tentoonstelling’ in 1883 een Europese primeur. Naar goed Hollands gebruik prevaleerde bij deze grootschalige presentatie de economische belangen. Op de even indrukwekkende als curieuze tentoonstelling konden bezoekers kennis maken met het leven in Nederlands-Indië en Suriname. Ruim 1,5 miljoen belangstellenden bezochten deze ‘wereldtentoonstelling’.

Er waren complete dorpen nagebouwd die werden verlevendigd door de aanwezigheid van tientallen Javanen, Sumatranen en Surinamers. Zij werden geacht hun ‘exotische’ leven in Amsterdam na te spelen, waarbij het publiek vanachter een omheining toekeek. Bij de tentoonstellingen in Antwerpen (1885 en 1894) en Brussel (1897) speelden zich dergelijke taferelen af, maar in de foto’s en overige publiciteit kregen de Congolezen een gezicht. Zij werden iets meer als individuen gezien en minder als vertegenwoordigers van ‘primitieve volkeren’.

Beide uitgaven zijn zeer leesbaar en behandelen allerzins belangwekkende thema’s. Bij de vormgeving is gekozen voor een historiserend ontwerp, dat de deeltjes de uitstraling van publicaties van honderd jaar terug moet geven. Wat mij betreft is de bladspiegel van verschillende pagina’s wat al te druk: twee tekskolommen en een derde kolom met een -vaak lange – notenlijst, zijn samen met één of meer afbeeldingen en uitgebreide bijschriften afgedrukt op één pagina die kleiner is dan A4-formaat. Het half-open papier komt de afdrukkwaliteit van de gereproduceerde foto’s bepaald niet ten goede. Betrokkenen in het Rijksmuseum gaven aan dat dit laatste aspect in ieder geval in de komende uitgaven verbeterd zal worden.

Deze onderzoeken en de bijbehorende publicaties zijn naar mijn mening belangrijk, omdat er op dit moment veel belangstelling is voor het medium, maar de Nederlandse fotografiemusea om verschillende redenen weinig historische verdieping bieden. Met de huidige bezoekersaantallen van instellingen als bijvoorbeeld het Amsterdamse Foam zie ik dat als een gemiste kans. De ‘hype’ die nu bestaat rond het fotografische beeld kan razendsnel naar andere culturele uitingen verschuiven, wanneer al die fijne plaatjes geen zinvolle historische context krijgen. Het tonen van krachtige en intrigerende orginelen uit de rijke Nederlandse collecties kan de kennis van en daarmee de belangstelling voor de fotografie significant vergroten. De fotografie-afdeling van het Rijksmuseum levert met deze publicatie een interessante bijdrage, maar het zou jammer zijn wanneer het grote publiek op fraaie en zinvolle historische presentaties zou moet wachten tot de heropening van het ‘Nieuwe’ Rijksmuseum.

Han Schoonhoven

Richard Tepe: Photography of Nature in the Netherlands 1900-1940
Rijksmuseum Studies in Photography vol. 1 – 2007
Christiane Kuhlmann
Gebonden, 62 pagina’s, 21 x 26 centimeter, ongeveer 100 foto’s
Manfred & Hanna Heiting Fund / Rijksmuseum Amsterdam
ISBN 9789086890194
prijs: 22,95 euro

Ethnics and Trade: Photography and the Colonial Exhibitions in Amsterdam, Antwerp and Brussels
Rijksmuseum Studies in Photography vol. 2 – 2007
Laetitia Dujardin
Gebonden, 62 pagina’s, 21 x 26 centimeter, ongeveer 100 foto’s
Manfred & Hanna Heiting Fund / Rijksmuseum Amsterdam
ISBN 9789086890200
prijs: 22,95 euro

De boeken zijn te koop in de museumwinkel of te bestellen in de boekhandel