Een tuinhuisje met een paar vierkante meter grond er omheen. Geen bloemenprachten, gewoon wat gras, tegels, struiken, planken.
Hoe lang zouden de meeste fotografen het daar uithouden? Een paar seconden in het voorbij gaan. Misschien is er iets dat ze de pas even doet inhouden, ze brengen de camera omhoog, laten hem dan weer zakken. Marrie Bot heeft het record. In 1977 fotografeerde ze Amsterdamse volkstuinen voor het Amsterdams Fonds voor de Kunst, ze zijn te zien op http://bit.ly/dozbOF. Helemaal die tijd, Jan-met-de-pet en zijn tuintje. Marrie Bot kennende is ze er dagen, weken geweest. Foto’s met mensen kost tijd. Vertrouwen winnen, dingen te zien krijgen die voor de passant verborgen blijven.
Hoe hoog het record van Marrie Bot ook staat, het is dit jaar verbroken door Anne Geene. Twee jaar lang keek ze rond, niet op volkstuincomplexen, niet op één volkstuincomplex, alleen op de 245 vierkante meter die ze zelf gehuurd heeft van de Rotterdamse volkstuin ‘Eigen Hof’.
Behalve mensen is er geen onderwerp dat haar camera niet heeft gezien. Ze groef een gat om de cocon van een doodshoofdvlinder vast te leggen. Ze verzamelde herfstbladeren en fotografeerde hun vormen tegen een witte achtergrond. Regenwormen legde ze op een zakdoek in de zon en hield bij hoe snel ze verdroogden. Een groene kikker in het kroos, je hem nooit gezien als Anne Geene hem er niet uit had gehaald en los van zijn natuurlijke achtergrond had vastgelegd. En zo gaat het maar door. In elke kier, in elk gat ziet Anne Geene een onderwerp. Vliegtuigsporen in de lucht. Op petri-schaaltjes kweekte ze bacteriën. Anne Geen kijkt als een wetenschapper. En zoals het vaak met wetenschappers gaat, komen ze eenmaal aan het woord, dan hang je aan hun lippen. Niet voor niets dat de afleveringen van Zomergasten met wetenschappers het boeiendst zijn. Zit het ego anders in de weg dan bij schrijvers, zal maar zeggen.
Deze maand is een boek uitgekomen met de foto’s die Anne Geene maakte op haar volkstuintje. Perceel Nr 235 heet het. Encyclopedie van een volkstuin, 2009-2010. En ook nog eens een keer zoutdrukken. Omdat daarop de nerven van bladeren zo goed tot uiting komen. Perceel Nr 235 is een viering van alles wat natuur is. Niet de natuur van de mensen die hun handen niet willen vuilmaken. Niet de opgeschoonde versie met een parkeerterrein op loopafstand. De natuur op zijn echtst. Dood en verrotting niet geschuwd. Als je het boek dichtslaat kun je niet anders dan met een hernieuwde gretigheid om je heen kijken. Onderkanten van tuintegels. Ziet u de pissebedden wegkruipen?
Anne Geene
Perceel Nr 235
ISBN: 978-90-815515-1-9
www.annegeene.nl
Boek is te koop in de PhotoQ Webshop