Wetsvoorstel contractrecht: redelijk en billijk voor makers

Staatssecretaris Teeven van Veiligheid en Justitie en staatssecretaris Zijlstra van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap hebben een wetsvoorstel bij de Tweede Kamer ingediend dat auteurs en uitvoerende kunstenaars de mogelijkheid geeft het contract met de exploitant van hun werk geheel of gedeeltelijk te ontbinden. Denk aan het geval dat de auteur wil dat zijn boek ook digitaal wordt geëxploiteerd en de uitgever – die wel de digitale rechten heeft – daar geen trek in heeft. De regeling verstevigt de contractuele positie van auteurs en uitvoerende kustenaars ten opzichte van hun exploitanten.
Om de exploitatie van het werk, zoals de uitgave van een boek, de vertoning van een filmwerk of de distributie van een muziekwerk, mogelijk te maken, wordt door de maker aan de exploitant exploitatiebevoegdheid verleend. Dit kan door het auteursrecht aan de exploitant over te dragen of door hem voor de openbaarmaking of verveelvoudiging van het werk door middel van een licentie toestemming te verlenen. De auteur is bij deze overeenkomst vaak de zwakkere partij.

Daarom regelt het kabinet dat de maker een recht krijgt op een billijke vergoeding voor het verlenen van exploitatiebevoegdheid. Als een exploitant geld verdient met creatieve prestaties, moet de maker daarvan in redelijke mate meeprofiteren. De minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap kan op gezamenlijk verzoek van verenigingen van makers en exploitanten de hoogte van de billijke vergoeding vaststellen.

Bestsellerbepaling
Daarnaast moet de maker een hogere vergoeding kunnen claimen als zijn werk een onverwacht succes blijkt te zijn en de oorspronkelijk overeengekomen vergoeding in geen verhouding meer staat tot de opbrengst voor de exploitant. Een zogeheten bestsellerbepaling. Verder kunnen onredelijke bepalingen in contracten worden vernietigd. Zoals bepalingen die de maker verplichten om al zijn toekomstige werken aan de uitgever over te dragen.

Tot slot bevat de wet een grondslag voor een geschillencommissie. Bij problemen tussen makers en exploitanten lijken makers er voor terug te schrikken naar de rechter te stappen. Een efficiënte en laagdrempelige geschillencommissie kan hier een oplossing bieden. Naast individuele makers kunnen ook verenigingen van makers geschillen aan de commissie voorleggen.

Directeur Lars Boering van FotografenFederatie meent dat de nieuwe wet een goede eerste stap is in de verbetering van de rechtspositie van fotografen die contracten sluiten met uitgevers, producenten of exploitanten: ‘Het wetsvoorstel bevat voor auteurs en artiesten grote, maar vooral al jaren noodzakelijke verbeteringen, maar kan (en moet) op belangrijke punten helderder en ambitieuzer. De eerste belangrijke stap is gezet, maar in de komende maanden zullen nog fundamentele stappen moeten volgen’.

Verdwenen
De FotografenFederatie vindt het met name jammer dat het, in het oorspronkelijke voorstel genoemde, verbod op rechtenoverdracht uit het voorstel is verdwenen. Nu moeten makers vaak om de opdracht te krijgen hun rechten voor niets of voor bijna niets overdragen. Daar verliezen fotografen veel zeggenschap en inkomsten. Deze nieuwe wet is de erkenning dat dat een misstand is. Er is nog echter wel een weg te gaan om deze misstand te corrigeren.

Directeur Lars Boering stelt in een reactie: ‘Het wetsvoorstel bevat een merkwaardige, zeer uitgebreide procedure om collectieve onderhandelingen over een billijke (minimum)vergoeding mogelijk te maken. Maar liefst twee ministeries krijgen een rol in beoordeling en vaststelling van onderhandelingsresultaten. Een uitzondering op het mededingingsrecht, zoals inmiddels al jaren opgenomen in de Duitse Auteurswet, zou meer voor de hand liggend zijn geweest. Nu staat er dat de onderhandelingen om afspraken te maken tussen makers en exploitanten alleen uit vrije wil kan worden gevoerd. Hier ontbreekt vooralsnog een juiste stok achter de deur.’

Lobbyen
Verder noemt Boering: ‘Slecht is de in de toelichting genoemde uitleg dat de billijke vergoeding ook nihil kan zijn, of – zoals dat wordt genoemd – in het honorarium inbegrepen.’ Dat is jammer vindt hij: ‘Exploitanten gaan niet zomaar meer betalen of met fotografen onderhandelen. Als ze meer hadden willen betalen, dan hadden ze dit al lang gedaan. Het is voor ons nu dan ook zaak om stevig in te praten op Kamerleden om de open eindjes die er liggen in het voordeel van gebruikers dicht te zetten. Alleen dan gaat deze wet voor de makers datgene betekenen wat de wet bij het opstellen voor ogen had: de positie van de maker verbeteren.’

‘Wel is duidelijk dat de wet verbetering brengt op het gebied van zeggenschap: Gebruikt de exploitant het werk op een andere dan afgesproken wijze (bijvoorbeeld: een afgedrukte foto wordt ook op internet gebruikt) of is een werk een onverwacht en lucratief succes (bijvoorbeeld: een bestseller) dan heeft de maker recht op een extra vergoeding. Doet een exploitant juist helemaal niets om het werk te exploiteren dan heeft de maker het recht het contract te ontbinden.’

‘Waar we hard voor gaan lobbyen is dat de fotografen gewoon een redelijke vergoeding krijgen voor het werk dat zij leveren. Wij willen dat in deze wet een stok achter de deur staat om dit daadwerkelijk af te dwingen. Binnenkort ontvangen alle aangesloten fotografen een publicatie die wij maken in samenwerking met andere beroepsorganisaties waarin we op heldere wijze de in september nieuw gekozen Tweede Kamer leden en onze achterban uitleggen wat het wetsvoorstel inhoudt en waar we al die jaren aan hebben gewerkt,’ aldus Boering in zijn eerste voorlopige reactie.

Rijksoverheid: Wetsvoorstel auteurscontractenrecht bij Tweede Kamer ingediend