Wolffensperger over Krzyzanowski

Afgelopen vrijdag opende Gerrit Jan Wolffensperger in de Lux Photo Gallery in Amsterdam de tentoonstelling Sequences: The ultimate collection van Michel Szulc Krzyzanowski. Hieronder volgt het openingswoord.

MICHEL Szulc KRZYZANOWSKI 18 juni 2010.

Er was een tijd dat men discussieerde over de vraag of fotografie ja dan nee als beeldende kunst kon worden beschouwd.
Die tijd ligt achter ons, en het antwoord dat is gegeven is even simpel als verpletterend: men heeft de vraag irrelevant verklaard.
Fotografie is een eigensoortige wijze van beeldend bezig zijn.
Fotografie is fotografie, en daar moeten we het mee doen.
En als iemand iets “kunst” wil noemen is dat zijn zaak.
Dat neemt niet weg dat de beelden, die u hier ziet, inmiddels zijn opgenomen in musea, en deel uitmaken van de collectie van verzamelaars.

Het is niet zo makkelijk om bij een opening als deze eens even een beeld te schetsen van de sequenties van Michel Szulc Krzyzanowski.
Men moet de beelden ondergaan, niet analyseren.
De toeschouwer ziet een reeks tweedimensionale beelden.
Door de verschuiving van standpunt en uitsnede wordt als het ware een derde dimensie toegevoegd.
Maar dan komt het.
Want wie zich in de sequenties verdiept ontwaart een vierde dimensie.
Die vierde dimensie is de projectie vanuit het innerlijk van de kunstenaar.
Het is die dimensie die ons confronteert met het wat, hoe en waarom van de maker.

Ik kan het niet mooier zeggen dan Michel het heeft beschreven in de inleiding van één van zijn boeken (The PS-series).
Ik citeer, zij het vrij:
“In de fotografie zijn interessante beelden meestal het resultaat van een fotograaf die een belangrijke, verrassende of uitzonderlijke gebeurtenis vastlegt.
Die gebeurtenis wordt door de fotograaf vertaald in een pakkend beeld.
In feite is het belangrijkste deel van het werk van vele fotografen om te zorgen dat ze in zo’n uitzonderlijke situatie terecht komen.
Maar wat gebeurt er als een fotograaf er opzettelijk voor kiest om te werken op een plek waar niets gebeurt?
Waar niets bijzonders kan worden gefotografeerd?
En toch met de ambitie om terug te komen met beelden die van belang zijn?
Wat gebeurt er dan?
Omdat de locatie aan de fotograaf geen enkele reden geeft om foto’s te maken moet alles komen vanuit het binnenste van de fotograaf.
Hijzelf is volledig verantwoordelijk voor de belangwekkende, unieke of uitzonderlijke gebeurtenissen die later de belangstelling van het publiek moeten wekken.
De locatie wordt daardoor een spiegel, omdat niets anders dan de verbeelding, fantasie en creativiteit van de fotograaf hem in staat stellen om gebeurtenissen te scheppen die de moeite waard zijn.”

Als gezegd, beter dan Michel zelf kan ik het niet uitleggen.
Werken op een plek waar niets gebeurt, en zelf iets scheppen, dat is al decennia het handelsmerk van Michel.
De sequenties die u vandaag ziet zijn gemaakt tussen 1970 en 1985, en hier zou de toeschouwer weer een vraag kunnen stellen, de meta-vraag: waarom?
Om niet te vervallen in amateur-psychologie grijp ik ook hier naar het antwoord van Michel zelf, gegeven in het boek waarin deze sequenties zijn gebundeld: “The Ultimate Selection”.
Hij beschrijft daarin hoe fotografie voor hem een middel is om los te komen uit de verwarring van de jeugd en helderheid te scheppen door uit te vinden wie je zelf bent.
Ik citeer weer:
“ Door mijn ogen wijder te openen, waarbij ik de lens als vergrootglas gebruik om steeds meer details te zien die in de realiteit van de foto besloten liggen word ik bewuster, en begrijp ik de context beter waarin ik nu eenmaal leef.
Zo vul ik de leegte in die de mij omringende volwassenen in mijn jeugd hebben opengelaten.
Deze sequenties zijn de beste illustratie van een zoektocht naar jezelf en je wortels.
Omdat deze reeksen van beelden een afdoende antwoord geven op twee fundamentele vragen: Waar ben ik ? Hoe zit ik in elkaar?
Dat is waar de sequenties uitsluitend over gaan: zij bevestigen en verklaren het bestaan op een eenvoudige manier”.

Michel, ik hoop dat je me deze veelheid van jouw citaten in mijn verhaal niet kwalijk neemt, evenmin als mijn vertaling uit jouw Engels.
Ik ben geen kunstcriticus en geen psycholoog, en daarom geldt voor mij bij het duiden van je werk het aloude adagium: beter goed gejat dan slecht bedacht.

Er is nog een andere gedachte die zich opdringt bij het kijken naar deze sequenties.
En dat is: eenzaamheid.
Is Michel een eenzaam mens?
Ik zou zeggen: ja en nee.
Ik ken hem als iemand die voor zijn werk, maar ook vanuit zijn leefwijze, bewust kiest voor eenzaamheid.
Eenzaamheid die conditio sine qua non is voor deze kant van zijn fotografische werk. Die maakt dat hij leeft en woont in een camper, de Fuso Szulc, op een verlaten strand in Mexico.
Maar die eenzaamheid wordt doorbroken met alle middelen van de moderne techniek: internet, weblog en Skype.
Skype, waar je de gesprekspartner kunt aankijken, tanig, bruin en ongeschoren, met de Stille Oceaan op de achtergrond.
Hetgeen bij mij altijd een vaag verlangen oproept.
En dat betekent dat er altijd een plaats is voor vriendschap, vaak virtueel, maar ook vis-a-vis als Michel in Nederland is.

De beelden rondom ons maken dat ik de behoefte voel om ook de menselijk kant van Michel te laten zien, en daarom vertel ik dat wij elkaar goed hebben leren kennen, jaren geleden, door een gemeenschappelijk liefde: het plaatsje Cadaqués in Spanje. Jij woonde daar, ik kwam er al 45 jaar regelmatig, en samen dronken we Marqués de Carceres met onze vriend Moises Tibau.
De visser die schilder werd, en daarna weer visser.
En gediscussieerd hebben we ook, via de mail, over World Press Photo, dat in jouw ogen geen genade kon vinden.

En dat geeft mij tot slot de gelegenheid om te memoreren dat ook jouw fotografisch werk een àndere kant heeft, een kant waarin niet jij, maar andere mensen centraal staan.
Want je bent ook een voortreffelijk documentair fotograaf.
Je maakte over een periode van twintig jaar een aangrijpend tijdsdocument over het meisje Henny, dat gedurende jouw foto’s een vrouw werd.
Je fotografeerde overal ter wereld hoe liefde binnen een familie werd ervaren in “World of love”.
Je documenteerde het schokkende contrast tussen twee gehandicapte kinderen, één in Bangla Desh en één in Canada; “World of little heroes”.
En last but not least, je werkt nu aan een wereldomspannend project, waaraan ook ik een kleine bijdrage heb mogen leveren: “The most beautiful people in the World”.
Foto’s van mensen, overal ter wereld, die omringd door hun omgeving vertellen waarom zij zich de mooiste vinden.
Waarbij zij zich bijna altijd beroepen op hun innerlijke, en niet op hun uiterlijke schoonheid.
Een fantastisch project, dat de potentie heeft om een groot succes te worden.

Michel Szulc Krzyzanowski is niet alleen een zeer goede fotograaf, hij is bovenal een uitzonderlijke fotograaf.
En daarom vind ik het een grote eer om met deze woorden de expositie van zijn sequenties te openen.

Ik dank U.

(Gerrit Jan Wolffensperger)