World Press Photo verdiept zich de komende maanden verder in de manier waarop de fotojournalistiek wereldwijd omgaat met het digitaal veranderen van foto’s. Het onderzoek staat onder leiding van David Campbell, de Britse mediadeskundige die tevens secretaris van de jury van World Press Photo is en die eerder een groot onderzoek deed naar de stand van zaken rond multimedia en fotografie.
Bij het jureren van World Press Photo blijft altijd de vraag wat er wel en niet mag met digitale manipulatie. Vorig jaar was er een discussie over de mate waarin de winnende van een Palestijnse begrafenisstoet met contrast en lagen was bewerkt.
Dit jaar zijn er foto’s uit de competitie gehaald die volgens de regels van World Press Photo over de schreef gingen. Het ging om acht procent van de beelden die een kans maakten in de finale juryronde: acht series en twee losse beelden in de categorieën Nature, Sports, People, Spot News en Contemporary. De fotografen zijn ingelicht, maar hun namen zijn niet bekend gemaakt.
Op zijn blog schrijft Campbell onder meer: ‘Verschillende organisaties in verschillende landen handelen ieder anders. En ze reageren ook anders op het vaststellen van en reageren op manipulatie.’ De komende maanden gaat hij in het kader van World Press Photo Academy inventariseren hoe de praktijk van digitale manipulatie wereldwijd is.
Campbell benadrukt dat het niet de bedoeling is om met een nieuwe strenge code te komen. Het gaat erom feiten en meningen te verzamelen om daarmee het debat te voeren. Het zou ook kunnen leiden tot verfijningen in de regels die World Press Photo stelt voor het inzenden voor zijn competitie.
Bij zijn verhaal toont Campbell een aantal vormen van manipulatie zoals die zijn bijeengebracht door Eduard de Kam van het NIDF.
David Campbell: What are the current standards relating to the manipulation of photographs?