Clifford Ross, een Amerikaanse fotograaf, heeft een camera ontworpen die superscherpe foto’s maakt. Zo scherp, dat wetenschappers interesse tonen in zijn techniek. Hij maakte met zijn R-1 camera een foto van Mount Sopris in Colorado. Het resultaat liegt er niet om: op zeven mijl (bijna twaalf kilometer) valt er nog een voetpad te herkennen op de foto. De camera registreert 100 keer zoveel informatie als de meest geavanceerd digitale camera.
Overigens is de R-1 (de R staat voor Ross) een analoge camera die foto’s maakt op 9 bij 18 inch negatieven. Deze worden daarna handmatig ontwikkeld en gescand. Het resultaat is verbluffend voor een camera die voornamelijk bestaat uit 60-jarige onderdelen, microscopen en spiegels. Het ontwerp van de camera heeft het meeste weg van die van een antieke camera. Bij het fotograferen verschuilt Ross zich ook onder een zwarte doek, bevestigd aan de camera.
Wetenschappers tonen interesse voor zijn camera die ieder detail van een object in één opname vast kan leggen. Deze techniek zou bijzonder bruikbaar zijn bij het controleren van de romp van een spaceshuttle, waar één klein scheurtje al catastrofale gevolgen kan hebben.
Ross stopte met zijn opleiding rechten om zijn leven te wijden aan kunst. Hij schilderde jarenlang, maar kwam tot de ontdekking dat foto’s hem meer raakten. Hij gooide zijn leven over een andere boeg en begon te fotograferen. Het liefst in zwartwit, maar uit pure noodzaak (de fotozaak in een klein dorpje bij Mount Sopris had alleen kleurenfilm) maakte hij zijn eerste foto’s van de berg in kleur. Ross raakte geobsedeerd door de berg en fotografeerde een maand lang dezelfde berg van vier uur ’s ochtends tot negen uur ’s avonds. Hij legde elk detail van de berg en zijn omgeving vast.
Later dat jaar liet de Sonnabend Gallery enkele van de foto’s zien. Het gerucht verspreidde zich snel dat er een fotograaf was die ongekend heldere en scherpe foto’s wist te maken.
Meer informatie bij The New York Times (registreren noodzakelijk)