Zijn deze foto’s ‘banaal’ of ‘triviaal’?

De Rechtbank Amsterdam wees op 30 september 2015 vonnis in de volgende zaak:
Tijdens de door LAKS (Landelijk Aktie Komitee Scholieren) georganiseerde eindexamenklachtenlijn (in 2009) zijn een aantal dagen foto’s gemaakt van de medewerkers van die klachtenlijn. Een deel van de foto’s is gemaakt door een (externe) fotografe. LAKS heeft een account bij flickr.com. De foto’s die tijdens de eindexamenklachtenlijn zijn gemaakt zijn door LAKS op haar account geplaatst in een voor een ieder toegankelijk Flickr-album. De foto’s zijn te zien in de oorspronkelijke uitspraak. De fotografe maakt bezwaar tegen plaatsing van haar foto’s zonder haar toestemming.

De rechter zal, alvorens toe te komen aan een beoordeling van eventueel gebruik zonder toestemming, vaststellen of de foto’s waar het om gaat auteursrechtelijk beschermd zijn. Het door de rechter geschetste kader daarbij is:

“Naar vaste rechtspraak geldt dat, wil een voortbrengsel kunnen worden beschouwd als een werk van letterkunde, wetenschap of kunst als bedoeld in artikel 1 in verbinding met artikel 10 Aw, vereist is dat het een eigen, oorspronkelijk karakter heeft en het persoonlijk stempel van de maker draagt. Dat het voortbrengsel een eigen, oorspronkelijk karakter moet bezitten, houdt, kort gezegd, in dat de vorm niet ontleend mag zijn aan die van een ander werk. De eis dat het voortbrengsel het persoonlijk stempel van de maker moet dragen betekent dat sprake moet zijn van een vorm die het resultaat is van scheppende menselijke arbeid en dus van creatieve keuzes, en die aldus een voortbrengsel is van de menselijke geest. Daarbuiten valt in elk geval al hetgeen een vorm heeft die zo banaal of triviaal is, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen.”

Naar het oordeel van de rechter is voor een persoonlijk stempel van de maker onvoldoende dat de fotograaf de camera instelt, een positie inneemt, bepaalt wat er op de foto komt en bijvoorbeeld de scherpte-diepte instelt. Namelijk: “Bij vrijwel iedere foto zal iemand, voor zover dat niet door de camera automatisch wordt gedaan, dat moeten doen, maar daarmee draagt de foto nog niet het persoonlijk stempel van de fotograaf. Dat is pas het geval als de keuzes die worden gemaakt in een foto resulteren die zich zodanig van andere foto’s onderscheidt, dat daaraan is af te zien dat de fotograaf persoonlijke keuzes heeft gemaakt.”

Dat een werk zich moet onderscheiden van andere (vergelijkbare) werken wil daaraan bescherming op grond van de Auteurswet toekomen is in de rechtspraak tot nu toe geen bekend criterium. Het is mijns inziens dan ook de vraag of de eerder geciteerde toets hier volledig juist is toegepast. Uit de toepassing in de rechtspraak tot op heden blijkt dat ‘zo banaal of triviaal, dat daarachter geen creatieve arbeid van welke aard ook valt aan te wijzen’ een zeer lage drempel is.

Het is daarbij interessant dat de Rechtbank Amsterdam kennelijk tot de conclusie komt dat deze foto’s een zeer lage creatieve drempel niet halen. Het oordeel in deze zaak was immers dat de fotograaf in het geheel geen auteursrecht toekwam op de betreffende foto’s. Dat betekent dat er geen grond bestaat om gebruik door derden van die foto’s tegen te gaan. De Rechtbank Amsterdam oordeelt in zekere zin dat hier zodanig onvoldoende ‘fotografische inspanning’ terug te zien was in de foto’s dat er niet kon worden ‘beloond’ met auteursrecht. Ik vraag mij af of dat past binnen de juridische grenzen van het ‘persoonlijk stempel’ tot nu toe en of niet aan aspecten als belichting, gekozen hoek en ook het moment om te foto te maken bij foto’s als deze steeds bescherming zou moeten toekomen.

Uitspraak: http://deeplink.rechtspraak.nl/uitspraak?id=ECLI:NL:RBAMS:2015:5852

Esther Mommers is advocaat Intellectuele Eigendomsrecht en Internetrecht bij Dirkzwager te Arnhem (afdeling IE-IT, e-mail: Mommers@dirkzwager.nl, telefoon: 026-353 83 23).