Zonder thuis

Dakloos worden, dat gaat jou en mij natuurlijk niet overkomen. Dat maken andere mensen mee, mensen die je niet kent en waarschijnlijk ook niet leert kennen. Hoewel, statistisch gezien groeit de kans dat een familielid, vriend of buurman het wordt of al is, dakloos, thuisloos, een zwerver of zwerfster.
Die laatste twee termen gelden als politiek incorrect. Maar hoe je hen ook noemt, hun aantal groeit. In 2011 telde het CBS 17 daklozen per 10.000 Nederlanders. Die peiling vond plaats op het hoogtepunt van een grootschalig reintegratieprogramma waarin de vier grote gemeenten samenwerken met organisaties als het Leger des Heils. De afgelopen twee jaar is dit percentage stijgende, door veranderingen in de psychiatrische zorg, de groei van thuislozen uit andere EG-landen en niet-westerse allochtonen zonder verblijfsvergunning.

Volgens officiële cijfers zijn 20 van de 10.000 Amerikanen thuisloos. Het sociale vangnet is ondanks vele particuliere initiatieven kleiner dan in Nederland. Het beeld van de daklozen in de Verenigde Staten is bekend. Amerikaanse films en tv-series, maar ook de al te realistische foto’s van bijvoorbeeld Peter Martens waren bepalend voor hun imago.

Jan Banning, bekend door zijn diepgravende projecten over het mondiale gezicht van bureaucratie, armoede in Afrika en gedwongen prostitutie tijdens de Japanse bezetting van Oost-Azië, portretteerde ruim honderd thuislozen in de zuidelijke staten van de VS. Hij verbleef in 2010 als artist in resident in het 701 Center for Contemporary Art in Columbia en een commissielid vond de daklozen een geschikt onderwerp. Aanvankelijk was Banning skeptisch, bang om het negatieve imago te versterken.

De fotograaf zocht contact via hulporganisaties voor thuislozen en portretteerde hen in een studiosetting, die hij ter plekke opbouwde. De foto’s zijn gemaakt in South Carolina, Georgia, and Mississipi. Banning fotografeerde op het platteland, in kleine steden en de miljoenenstad Atlanta.

De geportretteerden staan voor een bruingrijs achtergrondpapier, worden belicht met een grote softbox en kijken in de lens. De modellen op de 42 foto’s in het boek zien er tamelijk alledaags uit: ze zijn schoon, sommige vrouwen dragen make-up, de mannen zijn geschoren of hebben een getrimde baard. Banning meldt nadrukkelijk dat hij niets aan hun uiterlijk heeft gedaan. Misschien zijn Amerikanen van nature fotogeniek, maar ik heb moeite met de onontkoombare glamour die deze intense portretten met zich meedragen.

Ik mis de context. De gefotografeerde mannen en vrouwen hebben geen makkelijk leven en de foto’s vertellen mij dat niet. Hoezeer ik mij er in probeer te verdiepen, het wil mij niet raken. Er is een verschil met The Bureaucratics en De Troostmeisjes. Misschien is het de afstand, een persoonlijke afstand, zowel van de fotograaf als de recensent. Het project Down and out in the South is te zien in de hoofdtentoonstelling van Fotofestival Naarden.

Down and Out in the South
foto’s: Jan Banning
tekst: James Swift
vormgeving: Peter Jonker
gebonden, 23,5 bij 32 cm, 96 pagina’s, 42 portretten in fullcolor,
uitgave: Ipso Facto
prijs: € 35,-
inclusief ‘Giveaway Edition’, 8 pagina’s, 32 bij 47cm

Uitgeverij Ipso Facto publiceert tegelijkertijd een iBook (voor iPad en iPhone, € 9,50). Dat bevat behalve de 42 foto’s, James Swift’s inleiding en de Artist’s Statement ook geluidsfragmenten van interviews met de daklozen, afgenomen door Banning. Verder ook drie videofragmenten uit de filmdocumentaire, die Frank van Osch (bekend van o.a. Omdat wij mooi waren, over de troostmeisjes) voorbereidt over Jan Banning.

www.janbanning.com/books/down-and-out-in-the-south

fotofestivalnaarden.nl/fotografen/jan-banning/